9 resultaten
PRM-151 wordt ontwikkeld voor therapeutische toepassing om fibrose the voorkomen en te behandelen. In dit onderzoek wordt de veiligheid, verdraagzaamheid, farmacokinetiek en farmacodynamiek van PRM-151 bepaald na toediening van oplopende multipele…
Deze studie onderzoekt of oligometastatisch 'triple negative' of BRCA1/2 gerelateerd mammacarcinoom effectief kan worden behandeld met een multimodaliteits behandeling inclusief chemotherapie. Ook wordt onderzocht of een hoge dosis…
PRM-151 wordt ontwikkeld voor therapeutische toepassing om fibrose te voorkomen en te behandelen. In dit onderzoek wordt de veiligheid, tolerabiliteit, en pharmacokinetiek van PRM-151 bepaald na toediening van oplopende enkele intraveneuze doses aan…
Dit onderzoek dient om te onderzoeken of borsttumoren met de karakteristieken van HRD uiterst gevoelig zijn voor intensieve behandeling met alkylerende middelen, zoals cyclofosfamide, thiotepa en carboplatin. Als dit het geval is, wordt verwacht dat…
Primaire doelstelling:Het hoofddoel van de studie is het evalueren van de effectiviteit van twee geïntensiveerde strategieën in zeer hoog risico neuroblastoom (VHR-NBL) patiënten uitgedrukt in event-free-survival vanaf randomisatie. Deze evaluatie…
Deze studie onderzoekt het effect van hoge dosis alkyerende chemotherapie vergeleken met standaard dosering chemotherapie als onderdeel van een multimodaliteitsbehandeling bij patienten met oligometastatisch HRD positief mammacarcinoom .
Deze gerandomiseerde fase II/III multicenter studie onderzoekt de vraag of geïndividualiseerde neoadjuvante chemotherapie de objectieve response rate van *triple negative* mammacarcinoom kan verbeteren. Met name zal de vraag worden beantwoord of…
Onderzoeken of (neo) adjuvante systemische behandeling van geïntensiveerd alkylerende chemotherapie met perifere stamcel rescue (mini-CTC) in vergelijking met AC-CP chemotherapie gevolgd door 1-jaar olaparib monotherapie de algehele overleving (OS)…
Het beoordelen van de superioriteit van een IVUS-geleide benadering versus een kwalitatieve angiogeleide benadering bij patiënten met complexe coronaire laesies die PCI ondergaan.