9 resultaten
Primair:Bekijken van het farmacokinetisch profiel van de 2 Lopimune formuleringen (granules en tabletten) na een 1-malige dosis in HIV-negatieve, gezonde personen en dit te vergelijken met het merkpreparaatSecundair:Evalueren van de veiligheid van…
Primair: Periode II (week 8 tot week 16)1. Het aantonen van de aanvullende antihypertensieve werkzaamheid op de zittend gemeten diastolische bloeddruk (ziDBD), die wordt verkregen door toevoeging van HCTZ 12,5 of 25 mg aan het behandelingsschema van…
Primaire doel:De evaluatie van dosisaanpassingen van de nieuwe Kaletra tabletten (lopi-navir/ritonavir 200/50 mg) wanneer deze gecombineerd worden met rifampicine in gezonde vrijwilligers. Secundaire doelen:Het onderzoeken van de veiligheid van…
Het doel van het onderzoek is tweeledig:Op de eerste plaats wordt het effect onderzocht van telaprevir op de hoeveelheid LPV/rtv en ATV/rtv in het bloed en het effect van LPV/rtv en ATV/rtv op de hoeveelheid telaprevir in het bloed.Op de tweede…
Het doel van het onderzoek is het evalueren van de dosering en de veiligheid van nintedanib bij kinderen en adolescenten met ILD met longfibrose.Daarnaast worden ook de mogelijke langetermijneffecten onderzocht op basis van de werkzaamheid en…
Het doel van het onderzoek is om de veiligheid en verdraagbaarheid van de gecombineerde behandeling van nintedanib met pirfenidone te onderzoeken. Een ander doel is, om de impact van het toevoegen van pirfenidone aan de behandeling van nintedanib op…
Primaire veiligheidsdoel:* Deel van patiënten die 24 weken met de combinatie behandeling van pirfenidone met een dosis van 1602*2403 mg/d en nintedanib met een dosis van 200-300 mg/d afmaken.Secundaire veilligheidsdoel:* Deel van patiënten die voor…
Het doel van dit onderzoek is uitzoeken hoe veilig en werkzaam het nieuwe middel nintedanib is bij de behandeling van longfibrose door sclerodermie. .
Het hoofddoel van het onderzoek is het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van langdurige behandeling met nintedanib bij kinderen en jongeren met klinisch significante fibroserende ILD.Zie sectie 2.1 en 2.2 van het protocol.