4 resultaten
Aantonen van superioriteit van ranibizumab 0.5 mg als adjunctieve of mono-therapie aan laser behandeling in de gemiddelde verandering van gezichtsscherpte (BCVA) op baseline over een behandelperiode van 12 maanden.
Het onderzoeken van de effectiviteit van intravitreaal toedienen van VEGF trap-eye in vergelijking met ranibizumab (in een non-inferieure paradigma) bij de voorkoming van matig gezichtsverlies bij patienten met alle subtypen van neovasculaire AMD.
Een vergelijking van visus en fovea functie na (aanvang van) de behandeling tussen patienten die een RPE-choroidea transplantatie ondergaan en patienten met anti-VEGF medicatie.
De noodzaak vaststellen van tromboseprofylaxe bij patiënten die na het doormaken van een trauma behandeld worden met een onderbeensgips en, als deze er is, onderzoeken of beide onderzochte middelen geschikt zijn hiervoor.