Er zullen 4 hypothesen worden onderzocht. Ten eerste en ten tweede zullen we onderzoeken of behandeling met hv-HDF in vergelijking met standaard HD een ander effect heeft op de SSC (gesekwestreerde zoutopslag) en de functie van de microcirculatie.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
- Verlaagde en niet-specifieke bloeddrukafwijkingen en shock
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De SSC (gesekwestreerde zoutopslag) in spierweefsel, beoordeeld m.b.v. de
23-Natrium MRI scan (na 4 weken behandeling)
Secundaire uitkomstmaten
- De SSC in de huid, beoordeeld m.b.v. de 23-Natrium MRI scan (na 4 weken
behandeling)
- Microcirculatie d.m.v. het meten van de huidperfusie/vaatreactiviteit m.b.v.
de LASCA (na 4 weken behandeling)
- Hemodynamiek: peri- en intradialytische bloeddruk, bloeddrukvariabiliteit en
intradialytische hypotensie (IDH) zal worden gemeten m.b.v. een automatische
bloeddrukmeter, die bevestigd is aan de dialysemachine (4 bloeddrukmetingen per
uur). Tevens wordt er gekeken naar de interdialytische bloeddruk d.m.v.
thuisbloeddrukmetingen tussen de een-na-laatste en laatste dialysesessie
tijdens iedere behandelperiode.
- Patiëntervaring: patiënt gerapporteerde uitkomstmaten worden gemeten m.b.v.
de Dialysis Symptom Index vragenlijst en de EQ-5D-5L visuele analoge schaal,
het dorstgevoel wordt geëvalueerd m.b.v. de Thirst Distress Scale.
- Markers van schade van het hart zullen voor en na behandeling worden gemeten
in het bloed dat uit de arteriële lijn van het extracorporele circuit is
afgenomen
- Markers van endotheelschade zullen voor en na behandeling worden gemeten in
het bloed dat uit de arteriële lijn van het extracorporele circuit is afgenomen
- Markers van inflammatie: high sensitive C-reactive protein (hsCRP),
interleukin-6 receptor (IL-6R), soluble CD 163 and soluble intercellular
adhesion molecule-1 (sICAM-1) zullen voor en na behandeling worden gemeten in
het bloed dat uit de arteriële lijn van het extracorporele circuit is afgenomen
- Markers gerelateerd aan SSC (gesekwestreerde zoutopslag): serum
glycosaminoglycanen, syndecan-1 and vascular endothelial growth factor C
(VEGF-C) zullen voor en na behandeling worden gemeten in het bloed dat uit de
arteriële lijn van het extracorporele circuit is afgenomen
- Extracellulaire vesicles als markers van orgaanschade zullen voor en na
behandeling worden gemeten in het bloed dat uit de arteriële lijn van het
extracorporele circuit is afgenomen. Of extracellulaire vesicles als
uitkomstmaat worden geïncludeerd in de studie is nog afhankelijk van een pilot
studie.
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met eindstadium nierfalen hebben een zeer slechte levensverwachting.
In vergelijking met standaard hemodialyse (HD) is post-dilutie online
hemodiafiltratie (HDF) geassocieerd met een verlaagde mortaliteit. Dit
overlevingsvoordeel is het meest uitgesproken als er hoge convectievolumes
worden bereikt (high volume-HDF (hv-HDF)). Tot op heden is het echter
onduidelijk waarom hv-HDF een gunstig effect heeft op de levensverwachting.
Noch een toegenomen klaring van uremische toxinen met een middel-moleculair
gewicht, noch een verbeterde bio-incompatibiliteit lijkt de verklaring te zijn.
Aangezien de verbeterde levensverwachting al binnen 2,5 jaar na start van de
behandeling wordt waargenomen, lijkt verbetering van een functionele stoornis
aannemelijker dan het herstel van structurele veranderingen. Mogelijk is
verbetering van vasculaire dysfunctie de ontbrekende schakel. Eerder onderzoek
heeft aangetoond dat (1) de microcirculatie (MC) ernstig verstoord is bij
dialysepatiënten, (2) natrium een **potentieel schadelijke uremische toxine is,
die kan binden aan glycosaminoglycanen zonder evenredige waterretentie
(gesekwestreerd natriumgehalte [SSC]) en (3) bij patiënten met
niet-dialyse-afhankelijke chronische nierziekte een verstoord SSC gerelateerd
is aan capillaire rarefractie (oftewel afgenomen capillaire vaatdichtheid). De
hypothesen die wij gaan onderzoeken zijn: (1 en 2) hv-HDF heeft een gunstig
effect op de SSC en de microcirculatie in vergelijking met HD, (3) een lager
natriumgehalte van het dialysaat leidt tot een verminderde natriumbelasting van
de SSC en (4) de SSC en de microcirculatie zijn aan elkaar gerelateerd.
Doel van het onderzoek
Er zullen 4 hypothesen worden onderzocht. Ten eerste en ten tweede zullen we
onderzoeken of behandeling met hv-HDF in vergelijking met standaard HD een
ander effect heeft op de SSC (gesekwestreerde zoutopslag) en de functie van de
microcirculatie. Vervolgens zullen we evalueren of stoornissen van de SSC of de
microcirculatie beïnvloed worden door de natriumbalans, welke geschat wordt
door 'natriumgehalte van het dialysaat [NaD] minus plasma natriumgehalte
[NaP]'. Ten slotte onderzoeken we of SSC en de microcirculatie bij deze
patiëntengroep aan elkaar gerelateerd zijn.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd cross-over interventieonderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers zullen in een gerandomiseerde volgorde de volgende 5 dialysebehandelingen ondergaan: 1. Hemodialyse (HD) met een netto natriumbalans (natriumgehalte van het dialysaat (DNa)= plasma natriumgehalte (PNa)); 2. HD met een netto natrium uitstroom (DNa < PNa, verschil -3 mmol/L); 3. HD na geïsoleerde ultrafiltratie (DNa = PNa); 4. Hoog-volume hemodiafiltratie (hvHDF) met een netto natriumbalans (DNa = PNa); 5. hvHDF met een netto natrium uitstroom (DNa < PNa, verschil -3 mmol/L).
Inschatting van belasting en risico
Reguliere dialysebehandelingen worden vervangen door studiebehandelingen. De
studiebehandelingen zijn gangbare behandelingen, die routinematig worden
toegepast in de klinische praktijk. Een lager natriumgehalte van het dialysaat
is echter wel geassocieerd met meer intradialytische hypotensieve episodes.
Daarentegen is een hogere natriumgehalte van het dialysaat geassocieerd met een
verhoogde behoefte aan ultrafiltratie (UF). De extra belasting voor patiënten
betreft: 5 MRI scans om de SSC te beoordelen voorafgaand aan dialyse (waarvoor
zij naar het Spinoza Centrum in Amsterdam Zuidoost moeten) en bij 5 patiënten
wordt zowel voor als na dialyse een MRI-scan verricht (in totaal 10 MRI's); de
functie van de microcirculatie wordt op dezelfde momenten geëvalueerd, voor
deze metingen zullen acetylcholine (Ach) en natriumnitroprusside (SNP) worden
toegediend via iontoferese (wat beschouwd wordt als een niet-invasieve
methode); bij aanvang van de studie wordt eenmaal bloed afgenomen voor dialyse
en op 5 tijdstippen zal zowel voor als na de dialyse bloed worden afgenomen uit
het extracorporale circuit (er is dus geen venapunctie nodig, totaal benodigde
bloedvolume=181 ml); de bloeddruk wordt gedurende dialyse 4x per uur gemeten en
deelnemers worden verzocht om 1 dag per behandelperiode de bloeddruk thuis
driemaal daags te meten; ten slotte worden de deelnemers op 5 tijdstippen
gevraagd om 3 vragenlijsten in te vullen.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd >=18 years
- Behandeling met hemodialyse of hemodiafiltratie 3x per week gedurende 4 uur
voor ten minste 3 maanden
- Bloedflow haalbaarheid >=350 ml/min
- Restdiurese < 200 ml/dag
- Plasma natrium voor dialyse 137-145 mmol/l op baseline
- spKt/Vurea >= 1.2
- In staat om de studie procedures te begrijpen en de bereidheid om informed
consent te geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Niet kunnen naleven van de dialyseprocedure en bijbehorende voorschriften,
met name de frequentie en duur van de dialysebehandeling
- Levensverwachting < 3 maanden vanwege aandoeningen die niet gerelateerd zijn
aan de nierziekte
- Verwachte niertransplantatie binnen 6 maanden
- Recirculatie van bloed bij de vaattoegang > 10%
- Deelname aan een ander klinisch interventieonderzoek
- Metalen implantaten (bijv. Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD))
- Ernstige obesitas (buikomvang >=188 cm)
- Claustrofobie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT06327750 |
CCMO | NL83566.018.24 |