Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-516738-36-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het primaire doel van deze studie is om de maximum tolereerbare dosis (MTD) van IP paclitaxel monotherapie voor patiënten met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Mesotheliomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt van deze studie is het bepalen van de maximum
tolereerbare dosis (MTD) van intraperitoneaal (IP) paclitaxel monotherapie,
voor patiënten met maligne peritoneaal mesothelioom (MPM), die niet in
aanmerking komen voor CRS-HIPEC.
Secundaire uitkomstmaten
- Veiligheid: toxiciteitsbeoordeling volgens de CTCAE versie 5.0
- Haalbaarheid: de behandeling wordt haalbaar geacht als minstens 50% van de
patiënten 75% (d.w.z. 6) van de totaal geplande cycli (d.w.z. 8) kunnen
afronden.
- Farmacokinetisch profiel: intraperitoneale en systemische metingen zullen
verkregen worden tijdens de eerste en vierde behandelcyclus, op tijdspunten
voorafgaand aan en aan het eind van peritoneale infusie, en tijdens elk uur tot
ontslag.
Achtergrond van het onderzoek
Maligne peritoneaal mesothelioom (MPM) is een zeldzame, maar agressieve
maligniteit net een slechte prognose. Momenteel is de enige mogelijk curatieve
behandeling cytoreductieve chirurgie (CRS) met hypertherme intraperitoneale
chemotherapie (HIPEC). Helaas komt een groot deel van de patiënten hier niet
voor in aanmerking, meestal door uitgebreide lokale ziekte. Een palliatieve
behandeling met weinig morbiditeit is momenteel niet voorhanden. De
effectiviteit van systemische chemotherapie is beperkt, terwijl dit gepaard
gaat met aanzienlijke morbiditeit. Immunotherapie heeft dezelfde beperkingen:
de morbiditeit is vergelijkbaar met die van systemische chemotherapie, terwijl
het voordeel voor MPM patiënten niet bewezen is. Door de combinatie van hoge
morbiditeit en beperkte effectiviteit van systemische behandeling is er een
tekort aan geschikte palliatieve behandelingen voor MPM patiënten. Zo krijgt
een groot deel van de MPM patiënten momenteel dan ook geen anti-tumor
behandeling.
Omdat MPM zich zelden buiten de buikholte verspreid lijkt het gebruik van
intraperitoneale (IP) chemotherapie een logische en veelbelovende stap. Deze
behandeling kan gegeven worden via een intraperitoneale port-a-cath (PAC) en
heeft mogelijk veel voordelen ten opzichte van systemische therapie. Een
hogere, effectievere dosis van chemotherapie kan direct op de locatie van de
ziekte gegeven worden. Omdat systemische opname beperkt blijft, is de
verwachting dat er minder toxiciteit optreedt. In zeldzame gevallen waarbij er
toch metastasen optreden, kan geswitcht worden naar systemische behandeling.
Door te starten met lokale behandeling zal de meeste patiënten een toxische, en
vaak ineffectieve systemische behandeling, gespaard blijven. Een ander groot
voordeel van de gesuggereerde behandeling is dat ascites, een veel voorkomend
symptoom van MPM, gedraineerd kan worden door het IP PAC-systeem. Paclitaxel is
een bekend chemotherapeuticum en wordt buitengewoon geschikt beschouwd voor IP
gebruik. Tot op heden zijn er geen studies die IP chemotherapie bij MPM
patiënten onderzoeken.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-516738-36-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het primaire doel van deze studie is om de maximum tolereerbare dosis (MTD) van
IP paclitaxel monotherapie voor patiënten met MPM te bepalen. Secundair hieraan
is het bepalen van de veiligheid en haalbaarheid van deze strategie, en het
onderzoeken van de farmacokinetiek van paclitaxel in deze setting. Het bredere,
lange termijn doel van deze studie is het bieden van een betere palliatieve
behandeling voor MPM-patiënten, resulterend in minder bijwerkingen, verbeterde
kwaliteit, en mogelijk verlenging van leven.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een klassieke fase I *drie-plus-drie* dosisescalatie studie met
drie dosis levels. In het kort: Drie patiënten worden in het betreffende
dosiscohort geïncludeerd. Als er geen dosis limiterende toxiciteit (DLT)
optreedt in een van deze patiënten, zullen drie extra patiënten in een volgende
dosis cohort geïncludeerd worden. Als één patiënt een DLT op een specifiek
dosis level ontwikkelt worden er drie extra patiënten in het betreffende
dosiscohort geïncludeerd. Ontwikkeling van DLT in meer dan 1 patiënt in een
specifiek dosiscohort suggereert dat de MTD overschreden is, en dosis escalatie
wordt niet voortgezet. De voorgaande dosis wordt dan de MTD. Als de MTD
gevonden is wordt dit dosiscohort uitgebreid met 3 tot 6 extra patiënten, om
een totaal aantal van 9 patiënten behandeld op het MTD-niveau te bereiken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten ondergaan een diagnostische laparoscopie (DLS) als onderdeel van de standaardzorg (standaard work-up) voor CRS-HIPEC. Als de ziekte niet resectabel geacht wordt, wordt tijdens de DLS een peritoneale poort geplaatst. Deze poort zal vervolgens bij wekelijks aangeprikt worden voor de toediening van intraperitoneale paclitaxel (dosis volgens dosisescalatie schema). Het aantal kuren is afhankelijk van de toxiciteit en respons op de behandeling. De eerste responsevaluatie vindt na 8 kuren plaats. Er is geen limiet aan het aantal cycli indien er sprake is van continuerende respons op de behandeling. Gedurende de eerste en vierde cyclus zal er aanvullend bloed en ascites worden afgenomen voor farmacokinetiek analyses.
Inschatting van belasting en risico
De interventie is een alternatief voor de gebruikelijke behandeling met
systemische chemotherapie. Patiënten die deelnemen krijgen een peritoneale
toegangspoort die onderhuis geïmplanteerd wordt. Dit gebeurt tijdens een
diagnostische laparoscopie, welke onderdeel is van de standaardzorg. Patiënten
hoeven dus geen extra operatie te ondergaan. Er is een kleine kans op
complicaties van de peritoneale poort, zoals (wond)infectie of verstopping.
Echter, uit ervaring vanuit een lopende studie met een dezelfde soort
peritoneale poort (INTERACT studie) blijkt dat er geen tot weinig complicaties
van de peritoneale poort optreden. Het belangrijkste risico bij deelname is het
optreden van toxiciteit door het geven van de intraperitoneale chemotherapie.
Echter, de verwachting is dat toediening van intraperitoneale chemotherapie tot
minder bijwerkingen leidt dat de huidige systemische chemotherapie. De huidige
systemische behandeling bestaat uit cycli van 3 weken, met een maximum van 6
cycli. Patiënten die deelnemen aan de studie moeten dus extra
ziekenhuisbezoeken afleggen. Ook moeten zij een aantal extra invasieve
procedures ondergaan, zoals venapunctie en een intraveneus infuus. De risico*s
van deze handelingen zijn beperkt.
Publiek
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Histologisch bevestigde diagnose van maligne peritoneaal mesothelioom •
Patie*nten die niet in aanmerking komen voor cytroreductieve chirurgie (CRS)
met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) (of dit niet willen) •
Leeftijd >= 18 jaar • Geschreven toestemming volgens de ICH-GCP en
nationale/lokale regelementen • Patie*nten moeten ambulant zijn (WHO-ECOG
performance status 0 of 1) • Mogelijkheid om naar het Erasmus MC terug te keren
voor adequate follow-up zoals beschreven in dit protocol • Patie*nten moeten
een normale orgaanfunctie en adequate beenmerg reserves hebben, zoals
beoordeeld wordt aan de hand van de volgende laboratoriumwaarden: absolute
neutrofiel telling >1.5 * 10^9/l, bloedplaatjes telling >100*10^9/l,
hemoglobine >6.0mmol /l, bilirubine < 1* x bovengrens van normaal (ULN), Serum
AST en ALT < 2.5 x ULN.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Extra-abdominale ziekte/ gemetastaseerde ziekte, bevestigd op preoperatieve
CT-scan van thorax-abdomen en/of PET-scan. Beeldvorming niet ouder dan twee
maanden op het moment van opereren
• Medische of psychologische belemmering voor de (waarschijnlijke) naleving van
het protocol
• Ernstige gelijktijdige ziekte of actieve infecties
• Geschiedenis van auto-immuunziekten of orgaanallograften, met actieve of
chronische infectie, waaronder HIV en virale hepatitis
• Ernstige chronische of acute ziekten zoals pulmonale (COPD of astma) of
cardiale (NYHA klasse III of IV) of hepatische ziekte of andere ziekten die
door de studiecoördinator worden beschouwd als een ongerechtvaardigd hoog
risico voor deelname aan deze studie
• Zwangere of vrouwen die borstvoeding geven; voor alle vrouwen met
vruchtbaarheidspotentieel is een negatieve urine zwangerschapstest verplicht,
zo ook de bereidheid om adequate anticonceptie te gebruiken tijdens de studie
tot 4 weken na de beëindiging van de studie
• Twijfels over het goed naleven van het protocol
• Een organisch hersensyndroom of een andere psychiatrische afwijking die de
mogelijkheid tot het geven van informed consent belemmerd en deelname aan het
volledige protocol en de follow-up uitsluit
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-516738-36-00 |
EudraCT | EUCTR2021-003637-11-NL |
CCMO | NL78373.078.21 |
Ander register | NL9718 |