Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-503438-40-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelen: • Deel 1 (Dosisverhoging): Het identificeren van de aanbevolen Fase 2-dosis(sen) (RP2Ds) en het aanbevolen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hematopoëtische neoplasmata (excl. leukemieën en lymfomen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
VEILIGHEIDSEVALUATIE
De veiligheid van JNJ-64007957 zal worden beoordeeld door middel van
lichamelijke onderzoeken (waaronder basale neurologische beoordeling ),
ECOG-prestatiestatus, laboratoriumtesten, vitale functies,
elektrocardiogrammen, controle van bijwerkingen, en gebruik van gelijktijdig
gegeven medicatie. De ernst van bijwerkingen zal worden beoordeeld met behulp
van de gemeenschappelijke terminologie criteria voor bijwerkingen van het
Amerikaanse "National Cancer Institute" (CTCAE) (Versie 4.03), behalve als
volgt:
• In deel 1 en deel 2 wordt CRS beoordeeld volgens een herzien
CRS-beoordelingssysteem. In deel 3 wordt CRS beoordeeld volgens het
classificatiesysteem van de American Society for Transplantation and Cellular
Therapy (ASTCT).
• Neurologische bijwerkingen worden in alle delen van het onderzoek beoordeeld
op basis van NCI CTCAE versie 4.03. Bovendien zullen in Deel 3 ook een
ICE-score en ASTCT-graad worden verzameld voor immuun-effectorcel-geassocieerde
neurotoxiciteitssyndroom (ICANS) -gebeurtenissen.
CRS is geïdentificeerd als een bijwerking van bijzonder belang en vereist
verbeterde rapportage en gegevensverzameling voor alle delen van het onderzoek.
Neurotoxiciteitsgebeurtenissen Graad >=2 zijn geïdentificeerd als een bijwerking
die van bijzonder belang is voor deel 3.
EVALUATIES VAN FARMACOKINETIEK EN IMMUNOGENICITEIT
Van alle deelnemers worden bloedmonsters verzameld teneinde voor
farmacokinetische analyses serumconcentratie van teclistamab te meten.
Farmacokinetische parameters zullen na de eerste dosis in Cyclus 1 en na de
eerste dosis in Cyclus 3 voor deel 1 en deel 2 worden bepaald. Bij de
farmacokinetische analyse kan ook eventueel een verkennende, op
populatiefarmacokinetiek gebaseerde benadering worden toegepast. De detectie en
karakterisering van antilichamen tegen teclistamab zullen met behulp van een
gevalideerde assaymethode worden uitgevoerd teneinde interpretatie van de
gegevens over het anti-geneesmiddel-antilichaam mogelijk te maken.
In deel 3 wordt de serumconcentratie van teclistamab gebruikt in een
farmacokinetische populatie- en blootstellingsresponsanalyse.
FARMACODYNAMIEK EN BIOMARKEREVALUATIES
De biomarkerevaluaties zullen zich richten op 3 hoofddoelen:
1. het evalueren van de immuunresponsen die indicatief zijn voor T-celomleiding
voor mogelijke bijdragen aan de teclistamab-respons;
2. het bepalen van het vermogen van teclistamab om minimale residuele ziekte
(MRD) te bereiken bij proefpersonen met ten minste een CR; en
3. het bepalen van het klinische voordeel van teclistamab bij proefpersonen met
cytogenetische modificaties of andere risicovolle moleculaire subtypes.
Monsters worden verzameld om de bezetting van de receptor (RO) in deel 1 en 2
te evalueren, om de binding van therapeutica aan hun doelwitten op het
celoppervlak te kwantificeren.
Secundaire uitkomstmaten
NvT
Achtergrond van het onderzoek
Multipel myeloom is een kwaadaardige plasmacel-aandoening die wordt gekenmerkt
door de productie van monoklonale eiwitten (M-proteïnen) die bestaan uit
pathologische immunoglobulinen of fragmenten daarvan, en die hun functie hebben
verloren. De proliferatie van multipel myeloom-cellen leidt vervolgens tot
verdringing van de normale beenmergniche, terwijl overproductie van het
M-proteïne karakteristieke kenmerken van multipel myeloom veroorzaakt, zoals
osteolytische laesies, verhoogde gevoeligheid voor infecties, hypercalciëmie,
nierinsufficiëntie of -falen, en neurologische complicaties. Ondanks recente
belangrijke therapeutische verbeteringen komt de ziekte steeds terug en wordt
deze in verband gebracht met extra risicofactoren (bijv., comorbiditeiten), wat
de zoektocht naar nieuwe therapeutische benaderingen rechtvaardigt.
In dit opzicht is het B-cel (B-lymfocyt) maturatie-antigeen BCMA (ook bekend
als CD269 en TNFRSF17) een type I-membraaneiwit van 20 kilodalton dat lid is
van de tumornecrosereceptor-familie. BCMA wordt hoofdzakelijk tot expressie
gebracht in B afstammingscellen en selectief geïnduceerd tijdens differentiatie
van plasmacellen geassocieerd met het verlies van
B-cel-activerende-factor-receptor (BAFF-R). Bovendien wordt BCMA stabieler tot
expressie gebracht in multipel myeloom-cellijnen en monsters van patiënten
wanneer dat wordt vergeleken met CD138, een belangrijke marker van
plasmacellen, wat BCMA een ideaal therapeutisch doelwit maakt.
Recent zijn er verscheidene benaderingen ontwikkeld voor het heroriënteren van
T lymfocyten (T-cellen) naar tumoroppervlakantigenen leidend tot
antitumoractiviteit en klinisch voordeel voor patiënten. Dergelijke
benaderingen omvatten de ontwikkeling van geneesmiddelen die de tumortolerantie
door blokkade van het T-celuitputting-controlepunt, inclusief de remming van
cytotoxisch T-lymfocyt-geassocieerd antigeen-4 en geprogrammeerde dood
(programmed death)-1, afbrak. Deze resultaten suggereren dat het heroriënteren
van T-cellen naar tumoroppervlakantigenen door het gebruik van bispecifieke
benaderingen een effectieve manier zou kunnen zijn om het immuunsysteem aan te
wenden om celdood in kankercellen te veroorzaken om om betekenisvolle en
langdurige klinische responsen te creëren.
Dit is een fase 1/2 studie; Fase 1 omvat deel 1 en deel 2, en de fase
2-component is deel 3. Deze studie zal proefpersonen met recidief of refractair
multipel myeloom inschrijven. Deel 3 zal proefpersonen inschrijven in 3
cohorten die verschillen door eerdere therapieën. Cohorte A en C zullen eerst
rekruteren/
• Cohort A neemt proefpersonen op met multipel myeloom die zijn blootgesteld
aan drievoudige klassen (proteasoomremmer [PI], immunomodulerend geneesmiddel
[IMiD] en een monoklonaal antilichaam tegen CD38) en die eerder zijn behandeld
met >=3 eerdere therapielijnen
• Cohort C zal proefpersonen inschrijven die eerder >=3 eerdere therapielijnen
hebben ontvangen, waaronder een PI, een IMiD, een anti-CD38 monoklonaal
antilichaam en een anti-BCMA-behandeling (chimere antigeenreceptor [CAR]
-T-cellen of een antilichaam geneesmiddelconjugaat [ADC])
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-503438-40-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelen: • Deel 1 (Dosisverhoging): Het identificeren van de aanbevolen
Fase 2-dosis(sen) (RP2Ds) en het aanbevolen schema dat is beoordeeld als veilig
voor JNJ 64007957 • Deel 2 (Dosisuitbreiding): Het karakteriseren van de
veiligheid en verdraagbaarheid van teclistamab bij de RP2Ds • Deel 3 (fase 2):
om de werkzaamheid van teclistamab bij de RP2D te evalueren Secundaire doelen:
Deel 1 &2 • Het karakteriseren van de farmacokinetiek en farmacodynamiek van
teclistamab • Het beoordelen van de immunogeniciteit van teclistamab Deel 3 •
Om de werkzaamheid van teclistamab bij de RP2Dverder te beoordelen • Om MRD te
evalueren op de RP2D • Om de veiligheid en verdraagbaarheid van teclistamab bij
de RP2 verder te beoordelen
Onderzoeksopzet
Dit is een eerst-in-mens (First-In-Human; FIH), fase 1/2, open-label,
dosisverhogingsonderzoek in meerdere studiecentra met dosisuitbreiding om de
RP2D te identificeren en om de veiligheid, verdraagbaarheid, farmacokinetiek,
en voorlopige anti myeloom van teclistamab (JNJ 64007957) dat is toegediend aan
volwassen deelnemers met gerecidiveerde of refractaire multipel myeloom te
evalueren. De algehele veiligheid van het onderzoeksgeneesmiddel zal door het
veiligheidsevaluatieteam (Safety Evaluation Team; SET) worden beoordeeld in
deel 1 en 2.
De studie zal in 3 delen worden uitgevoerd: dosisverhoging (deel 1),
dosisverhoging bij voorgestelde RP2D's (deel 2) en fase 2 dosisverhoging bij
cohorten proefpersonen met recidief of refractair multipel myeloom met
onvervulde medische behoefte (deel 3).
De studie werd gestart met een tweewekelijks (dwz elke 2 weken [Q2W])
IV-doseringsschema. De sponsor begon met een wekelijks IV-doseringsschema,
nadat de opkomende veiligheids- en farmacokinetische gegevens van het Q2W
IV-doseringsschema hadden aangetoond dat proefpersonen na dag 8 na de eerste
dosis mogelijk niet voldoende blootstelling aan teclistamab hadden. Er werd ook
een wekelijks SC-doseringsschema gestart. Op basis van opkomende veiligheids-
en farmacokinetische gegevens kan de SET alternatieve dosering voorstellen; ook
schema's zoals maandelijkse dosering of geleidelijke verlenging van het
doseringsinterval van wekelijks tot tweewekelijks tot maandelijks kunnen worden
onderzocht. Variaties in dosering, inclusief bracketing op gewicht en fixed
dosering, zullen ook worden beoordeeld zijn in deel 1, deze proefpersonen
zullen overgaan op dosering op basis van gewicht na de invoering van amendement
14. Na amendement 13 zal een deel 1-cohort worden toegevoegd dat teclistamab
zal ontvangen dat is afgeleid van een nieuw productieproces van een
geneesmiddel.
Deel 1 (dosisverhoging):
Wekelijkse doseringscohort:
Dosis escalatie voor zowel IV- als SC-toediening zal beginnen met een
dosisniveau dat is goedgekeurd door het Safety Evaluation Team (SET), en de
daaropvolgende dosisniveaus zullen worden geselecteerd op basis van een
statistisch model en met behulp van alle beschikbare gegevens om veilige en
toelaatbare RP2D(s) te identificeren.
Het totale aantal proefpersonen dat in Deel 1 wordt behandeld, is afhankelijk
van het aantal onderzochte dosisniveaus en het aantal proefpersonen dat op elk
dosisniveau is geregistreerd. De steekproefomvang voor IV-toediening is
ongeveer 100 proefpersonen, en voor SC-dosering ongeveer 150 proefpersonen. Er
wordt een gespreide inschrijvingsstrategie toegepast. Voor elk dosisniveau is
een minimuminterval van 72 uur na de eerste dosis voor de eerste proefpersoon
vereist.
Experimentele cohorten kunnen worden toegevoegd aan Deel 1, om de inname van
tocilizumab als premedicatie en dagelijks lage doseringen van dexamethason te
onderzoeken tijdens de voorbereidingsdoseringen en begin van cyclus 1.
In deel 2 (dosisuitbreiding) worden de voorgestelde RP2D ('s) verder onderzocht
en kunnen tot 40 proefpersonen teclistamab ontvangen op de voorgestelde RP2D ('
s) bepaald in deel 1 om de voorlopige antitumoractiviteit en veiligheid verder
te karakteriseren bij andere proefpersonen relevante dosis (doses).
Deel 3
De inschrijving voor deel 3 begint nadat ten minste 20 proefpersonen gedurende
ten minste 1 cyclus zijn behandeld met SC teclistamab bij 1500 µg / kg. De
sponsor kan ook bepalen dat er aanvullende proefpersonen nodig zijn om de
veiligheid en dosis verder te evalueren voordat hij doorgaat naar deel 3.
Alle delen
Ziekte-evaluaties; inclusief perifeer bloed; 24-uurs urinecollecties,
beenmergmonsters en beeldvorming, indien van toepassing; wordt uitgevoerd per
IMWG. De ziektestatus zal worden geëvalueerd volgens de consensusaanbevelingen
van IMWG voor responscriteria op de behandeling van multipel myeloom.
Proefpersonen zullen het studiegeneesmiddel blijven ontvangen tot
ziekteprogressie, onaanvaardbare toxiciteit, intrekking van de toestemming,
overlijden of einde van het onderzoek, gedefinieerd als 2 jaar na de eerste
dosis van de laatste proefpersoon. De sponsor zal ervoor zorgen dat
proefpersonen die baat blijven hebben bij de behandeling met het
onderzoeksgeneesmiddel, de behandeling kunnen voortzetten na het einde van het
onderzoek volgens de lokale voorschriften.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Er zijn verschillende behandelingsschema's opgenomen in deze studie; het schema dat u volgt, is afhankelijk van wanneer u bent ingeschreven voor het onderzoek. Uw onderzoeksarts zal u uitleggen welk schema u ontvangt. Behandeling wordt gegeven op wat bekend staat als een "kuur". De duur vaneen kuur hangt af van het behandelingsschema. U kunt het onderzoeksgeneesmiddel via een intraveneuze infusie (via de ader) of via een subcutane injectie (onder de huid) krijgen. Doseringsschema's: - Het onderzoeksgeneesmiddel kan wekelijks, tweewekelijks of maandelijks worden gegeven. Subcutane (SC) toediening begint op een wekelijks schema, maar tweewekelijkse, of maandelijkse dosering kan worden verkend. Als u het onderzoeksgeneesmiddel op een wekelijks subcutaan schema krijgt, zal u worden geïnformeerd als uw subcutane doseringsschema zal veranderen. - Als u werkt volgens het wekelijkse IV of SC doseringsschema, wordt de behandeling driemaal toegediend in een kuur van 21 dagen. Dit betekent dat u op de dagen 1, 8 en 15 van elke kuur van 21 dagen een onderzoeksgeneesmiddel krijgt. - Als u het tweewekelijkse of maandelijkse IV of SC doseringsschema volgt, wordt de behandeling 2 keer gegeven in een kuur van 28 dagen. Dit betekent dat u een onderzoeksgeneesmiddel krijgt op dag 1 en 15 van elke kuur van 28 dagen. Bij maandelijkse dosering is dag 15 niet van toepassing Ziekenhuisopname en observatievereisten na toediening van het studiegeneesmiddel Wekelijks doseringsschema: - Kuur 1 dag 1; u wordt ten minste 36 uur (intraveneuze infusie) of 48 uur (subcutane injectie) vanaf het begin van de infusie / injectie in het ziekenhuis opgenomen. - Kuur 1 dag 8; u zult ten minste 24 uur na het begin van de infusie / injectie in het ziekenhuis worden opgenomen. - Voor kuur 1 dag 15 en Kuur 2 Dag 1, blijft u op de site ter observatie gedurende ten minste 2 uur (intraveneuze infusie) of voor ten minste 4 uur (subcutane injectie). Voor daaropvolgende infusies / injecties kunt u na beoordeling door het onderzoekspersoneel het ziekenhuis verlaten. Tweewekelijks/Maandelijks doseringsschema - Kuur 1 dag 1; u wordt ten minste 36 uur (intraveneuze infusie) of 48 uur (subcutane injectie) vanaf het begin van de infusie / injectie in het ziekenhuis opgenomen. - Kuur 1 dag 15; u zult ten minste 24 uur na het begin van de infusie / injectie in het ziekenhuis worden opgenomen. - Voor kuur 2 blijft u op de site gedurende ten minste 2 uur na de infusie / injectie voor observatie. Voor daaropvolgende infusies / injecties kunt u na beoordeling door het onderzoekspersoneel het ziekenhuis verlaten. Als u bijwerkingen heeft, moet u mogelijk worden opgenomen in het ziekenhuis na andere infusies / injecties. De opnameduur kan veranderen nadat alle beschikbare gegevens zijn beoordeeld. U wordt op de hoogte gebracht als de duur van de hospitalisatie zal veranderen. voorbereidende dosering: Mogelijk ontvangt u één of meer voorbereidende-doses voordat de eerste volledige dosis van het onderzoeksgeneesmiddel is gegeven op kuur 1 dag 1 van de wekelijkse, tweewekelijkse of maandelijkse schema's hierboven. voorbereidende-doses worden gegeven bij lagere doses (niet noodzakelijkerwijs dezelfde dosis) en de daaropvolgende doses worden op een hoger niveau gegeven. Als u het onderzoeksgeneesmiddel intraveneus krijgt, wordt u ten minste 36 uur vanaf het begin van elke voorbereidende infusie in het ziekenhuis opgenomen. Dit is een aanvulling op de ziekenhuisopname-eisen die zijn vereist voor kuur 1-infusies in de bovenstaande doseringsschema's. Als u het onderzoeksgeneesmiddel subcutaan krijgt toegediend, wordt u vanaf het begin van elke voorbereidende-injectie gedurende ten minste 48 uur in het ziekenhuis opgenomen. Dit is een aanvulling op de ziekenhuisopname-eisen die zijn vereist voor kuur 1-injecties in de bovenstaande doseringsschema's. Deel 3: Startdosis U krijgt 2 startdoses in de week voordat de eerste volledige dosis van het onderzoeksgeneesmiddel wordt gegeven. Startdoses worden gegeven in lagere doses dan de volledige behandelingsdosis om bijwerkingen te beheersen (zie rubriek Risico's hieronder). U wordt vanaf het begin van elke startdosis ten minste 48 uur in het ziekenhuis opgenomen. Volledige doses Nadat de startdoses zijn voltooid, wordt teclistamab 4 keer gegeven in een kuur van 28 dagen. Dit betekent dat u het onderzoeksgeneesmiddel krijgt op dag 1, 8, 15 en 22 van elke kuur. Het aantal teclistamab-doses dat u krijgt, is onbekend, omdat het afhangt van hoe u op de behandeling reageert. U wordt ten minste 48 uur in het ziekenhuis opgenomen vanaf het begin van de eerste volledige dosis op kuur 1 dag 1. Voor doses na kuur 1 dag 1 mag u het ziekenhuis verlaten nadat u bent gecontroleerd door het ziekenhuispersoneel. Als u bijwerkingen ervaart, moet u mogelijk ook na de andere doses in het ziekenhuis worden opgenomen. De duur van de ziekenhuisopname kan veranderen nadat alle beschikbare gegevens zijn beoordeeld. U wordt geïnformeerd als de duur van de ziekenhuisopname verandert. Voorbehandelingsmedicijnen U krijgt voorbehandelingsmedicijnen vóór elke startdosis en vóór de eerste volledige dosis op kuur 1 dag 1. Als u bepaalde bijwerkingen heeft of uw onderzoeker denkt dat dit nodig is, krijgt u vóór andere doses teclistamab voorbehandelingsmedicijnen.
Inschatting van belasting en risico
Multipel myeloom is een kwaadaardige plasmacelstoornis die wordt gekenmerkt
door de productie van monoklonale eiwitten (M-eiwitten) die bestaan **uit
pathologische immunoglobulinen of fragmenten daarvan, die hun functie hebben
verloren. De proliferatie van multipel myeloomcellen leidt tot verplaatsing van
het beenmerg, terwijl overproductie van M-proteïne kenmerkende kenmerken van
multipel myeloom veroorzaakt, zoals osteolytische laesies, verhoogde
vatbaarheid voor infecties, hypercalciëmie, nierinsufficiëntie of falen, en
neurologische complicaties. Ondanks recente grote therapeutische verbeteringen,
keert de ziekte terug en wordt geassocieerd met aanvullende risicofactoren
(bijv. Comorbiditeiten of toenemende leeftijd), wat de noodzaak van nieuwe
therapeutische benaderingen rechtvaardigt.
Publiek
Antwerpseweg 15-17
Beerse B-2340
BE
Wetenschappelijk
Antwerpseweg 15-17
Beerse B-2340
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. >=18 jaar oud., 2. Gedocumenteerde diagnose van multipel myeloom volgens
diagnosecriteria van de IMWG., 3. Deel 1 en Deel 2: Meetbaar multipel myeloom
dat is gerecidiveerd na, of refractair is voor, erkende therapiee*n met bekende
klinische voordelen bij gerecidiveerd/refractair multipel myeloom, of dat
intolerant is voor die erkende multipel myeloom-therapiee*n, en naar het
oordeel van de behandelende arts een kandidaat is voor behandeling met
teclistamab. Voorgaande therapielijnen moeten tijdens het verloop van de
behandeling een PI, een IMiD en een anti-CD38 monoclonaal antilichaam, in elke
willekeurige volgorde, omvatten. Deelnemers die geen PI, IMiD of anti-CD38
monoclonal antilichaam konden verdragen, zijn toegestaan. Zie rubriek 8.1 van
het protocol met betrekking tot voorgaande behandeling met
anti-CD38-therapiee*n. In deel 2 (dosisexpansie), moet naast de bovenstaande
criteria, de multipel myeloom meetbaar zijn volgens de huidige
IMWG-gepubliceerde richtlijnen door middel van een centrale
laboratoriumbeoordeling. Als er geen centrale laboratoriumbeoordeling
beschikbaar is, moet de relevante lokale meting minimaal 25% groter zijn dan
het minimaal vereiste niveau. Part 3 Meetbare ziekte Cohort A, Cohort C:
Multipel myelomom moet meetbaar zijn volgens central laboratorium beoordeling:
• Serum monoklonaal paraprotei*ne (M-eiwit) niveau >= 1,0 g / dL of urine
M-eiwit niveau >= 200 mg / 24 uur; of • Multipel myeloom met lichte keten zonder
meetbare ziekte in het serum of de urine: serumimmunoglobulinevrije lichte
keten (FLC) >=10 mg / dL en abnormale serumapplicoglobuline kappa lambda
FLC-ratio. Voorafhaande behandeling * Cohort A : proefpersonen moeten 1) >=3
eerdere therapielijnen hebben gehad en 2) eerder een PI, een IMiD en een
anti-CD38 monoklonaal antilichaam ontvangen. * Cohort C: kreeg >=3 eerdere
therapielijnen met een PI, een IMiD, een anti-CD38 monoklonaal antilichaam en
een anti-BCMA-behandeling (met CAR-T-cellen of een ADC). 4. Eastern Cooperative
Oncology Group (ECOG) prestatiestatusscore van 0 of 1., 5. Klinische
laboratoriumwaarden van de voorbehandeling voldoen tijdens de selectiefase aan
de vooraf gedefinieerde criteria (zie tabel op pagina 49 van het protocol), 6.
Een vrouwelijke deelnemerster die zwanger kan worden moettijdens de selectie en
voorafgaand aan de eerste dosis van het studiegeneesmiddel een negatieve
zwangerschapstest hebben, waarbij gebruik wordt gemaakt van een zeer gevoelige
zwangerschapstest met ofwel serum (β humaan choriongonadotrofine [β-hCG]) ofwel
urine., 7. Vrouwelijke proefpersonen in de vruchtbare leeftijd en vruchtbare
mannelijke proefpersonen die seksueel actief zijn, moeten ermee instemmen een
zeer effectieve anticonceptiemethode te gebruiken (<1%/jaar
mislukkingspercentage). Anticonceptie moet beginnen op het moment van
ondertekening van de ICF, doorgaan tijdens de studiebehandeling, inclusief
tijdens dosisonderbrekingen, en tot 6 maanden en 3 maanden na de laatste dosis
studiegeneesmiddel, respectievelijk voor vrouwelijke en mannelijke
proefpersonen. De anticonceptiemethode moet overeenkomen met de lokale
regelgeving met betrekking tot het gebruik van anticonceptiemethoden voor
deelnemers aan klinische studies. , 8. Deelnemer moet een toestemmingsformulier
(informed consent form; ICF) ondertekenen, waarin wordt aangegeven dat hij of
zij het doel van, en de procedures die zijn vereist voor, de studie begrijpt en
bereid is om aan de studie deel te nemen. Er moet toestemming worden verkregen
voorafgaand aan initiatie van enige studiegerelateerde test of procedure die
geen onderdeel vormt van standaard zorg voor de ziekte van de deelnemer., 9.
Bereid en in staat om te voldoen aan de verbodsbepalingen en beperkingen die in
dit protocol zijn gespecificeerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Voorgaande behandeling met enige therapie die is gericht op BCMA, met
uitzondering van Cohort C in Part 3., 2. Voorgaande antitumortherapie zoals
hieronder aangegeven, voorafgaand aan de eerste dosis van het
studiegeneesmiddel: • Doelgerichte (targeted) therapie, epigenetische therapie,
of behandeling met een experimenteel geneesmiddel of het gebruik van een
invasief experimenteel medisch hulpmiddel/apparaat binnen 21 dagen of ten
minste 5 keer een halfwaardetijd, welke korter is. • Multipel
myeloom-behandeling met een monoklonaal antilichaam binnen 21 dagen •
Cytotoxische therapie binnen 21 dagen • Therapie met proteasoomremmer binnen 14
dagen • Therapie met immuunmodulerend middel binnen 7 dagen •
Gen-gemodificeerde adoptieve celtherapie (bijv. Chimere
antigeenreceptor-gemodificeerde T-cellen, natural killer [NK] -cellen) binnen 3
maanden • Radiotherapie binnen 14 dagen of focale straling binnen 7 dagen 3.
Toxiciteiten van voorgaande antikankertherapiee*n welke niet tot
basislijnniveaus of tot Graad 1 of lager zijn verdwenen behalve bij alopecie of
perifere neuropathie., 4. Een cumulatieve dosis corticosteroi*den equivalent
aan >= 140 mg prednison hebben ontvangen binnen de periode van 14 dagen
voorafgaand aan de eerste dosis van het studiegeneesmiddel. (omvat geen
voorbehandelingsmedicijnen), 5. Stamceltransplantatie: • Een allogene
stamceltransplantatie binnen 6 maanden. Personen die een allogene
transplantatie ontvingen, moeten gedurende 6 weken afwezig zijn van alle
immunosuppressieve medicatie zonder tekenen van graft-versus-host-ziekte. • Een
autologe stamceltransplantie <=12 weken voorafgaand aan de eerste dosis van het
studiegeneesmiddel hebben ondergaan., 6. Bekende actieve betrokkenheid van het
centraal zenuwstelsel of vertoning van klinische tekenen van meningeale
betrokkenheid bij multipel myeloom., 7. Plasmacelleukemie (>2,0 x 10 tot de
9de/L plasmacellen met standaard differentiaal), Waldenstro*mse
macroglobulinemie, POEMS-syndroom (polyneuropathie, organomegalie,
endocrinopathie, monoklonaal eiwit, en huidveranderingen), of primaire
amyloi*de lichte keten amyloi*dose., 8. Bekend als zijnde seropositief voor
humaan immunodeficie*ntievirus of verworven immuundeficie*ntiesyndroom., 9.
Hepatitis B-infectie of een risico op reactivering van het hepatitis B-virus
zoals gedefinieerd volgens de richtlijnen van de American Society of Clinical
Oncology. Eligibiliteit wordt bepaald door de onderzoeker zoals beschreven in
het protocol. In het geval de infectiestatus onduidelijk is, zijn kwantitatieve
niveaus nodig teneinde deze te bepalen. Actieve Hepatitis C-infectie (zoals
gemeten door middel van positieve hepatitis C-virus (HCV)-RNA testen), in
deelnemers met positieve anti-HCV antibody of deelnemers met een geschiedenis
van HCV-antilichaam-positiviteit., 10. Pulmonaal gecompromitteerd waarbij
gebruik van extra zuurstof is vereist om voldoende oxygenatie te behouden., 11.
Bekende allergiee*n, overgevoeligheid, of intolerantie voor het
onderzoeksgeneesmiddel (teclistamab) of voor de hulpstoffen daarvan., 12. Enige
ernstige onderliggende medische aandoening, zoals: • Bewijs van ernstige
actieve virale infectie, bacterie*le infectie, of ongecontroleerde systemische
schimmelinfectie; • Actieve auto-immuunziekte of een gedocumenteerde
geschiedenis van auto-immuunziekte met uitzondering van vitiligo, diabetes type
I en eerdere auto-immune thyroi*ditis die momenteel euthyroid is op basis van
klinische symptomen en laboratoriumtests; • Psychiatrische aandoeningen (bijv.,
alcohol- of drugsgebruik), dementie, of veranderde mentale toestand; •
Beroerte, aanval of of voorbijgaande ischemische aanval binnen 6 maanden na
ondertekening van ICF. • Elk ander probleem dat het vermogen van de deelnemer
om de geplande behandeling in het studiecentrum te ontvangen of te verdragen of
het vermogen om het toestemmingsformulier te begrijpen zou kunnen verhinderen
of elke andere aandoening waarbij deelname, naar het oordeel van de
onderzoeker, niet in het belang van de deelnemer zou kunnen zijn (bijv. het
welzijn zou kunnen aantasten) of die de in het protocol gespecificeerde
testen/procedures zou kunnen belemmeren, beperken, of de resultaten ervan zou
kunnen verdraaien., 13. Zwanger of borstvoeding gevend, of van plan zijn
zwanger te worden tijdens de deelname aan deze studie of binnen 6 maanden na
ontvangst van de laatste dosis van het studiegeneesmiddel., 14. Van plan zijn
om een vrouw zwanger te maken tijdens de deelname aan deze studie of binnen 3
maanden na ontvangst van de laatste dosis van het studiegeneesmiddel., 15.
Zware operatie binnen 2 weken tot de eerste dosis, of nog niet volledig zijn
hersteld van een operatie, of geplande operatie in de periode dat de deelnemer
naar verwachting aan de studie gaat deelnemen of binnen 2 weken na de laatste
dosis van het studiegeneesmiddel. 16. De volgende hartaandoeningen: • New York
Heart Association stadium III of IV congestief hartfalen • Myocardinfarct of
coronaire bypass-transplantaat (CABG) <=6 maanden voorafgaand aan de
inschrijving • Geschiedenis van klinisch significante ventriculaire aritmie of
onverklaarde syncope, waarvan wordt aangenomen dat ze niet vasovagaal van aard
zijn of als gevolg van uitdroging • Geschiedenis van ernstige niet-ischemische
cardiomyopathie 17. Actieve maligniteiten (dwz voortschrijdend of verandering
van behandeling nodig in de afgelopen 24 maanden) anders dan de ziekte die
wordt onderzocht. De enige toegestane uitzonderingen zijn: •
Niet-spierinvasieve blaaskanker. • Huidkanker (niet-melanoom of melanoom) die
de afgelopen 24 maanden is behandeld en die als volledig genezen wordt
beschouwd. • Niet-invasieve baarmoederhalskanker die de afgelopen 24 maanden is
behandeld en die als volledig genezen wordt beschouwd. • Gelokaliseerde
prostaatkanker (N0M0): o Met een Gleason-score van 6, behandeld in de afgelopen
24 maanden of onbehandeld en onder toezicht. o Met een Gleason-score van 3 + 4
die meer dan 6 maanden voorafgaand aan de volledige onderzoeksscreening is
behandeld en waarvan wordt aangenomen dat ze een zeer laag risico op herhaling
hebben, o Of een voorgeschiedenis van gelokaliseerde prostaatkanker en het
ontvangen van therapie met androgeendeprivatie en waarvan wordt aangenomen dat
ze een zeer laag risico op recidief hebben. • Borstkanker: o Adequaat behandeld
lobulair carcinoom in situ of ductaal carcinoom in situ, o Of een
voorgeschiedenis van gelokaliseerde borstkanker en het ontvangen van
antihormonale middelen waarvan wordt aangenomen dat ze een zeer laag risico op
herhaling hebben. • Maligniteit die als genezen wordt beschouwd met een
minimaal risico op herhaling. 18. Levend, verzwakt vaccin binnen 4 weken
voorafgaand aan de eerste dosis teclistamab.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 03145181 |
CTIS | CTIS2023-503438-40-00 |
EudraCT | EUCTR2016-002122-36-NL |
CCMO | NL66216.029.18 |