Het bestuderen van de effectiviteit en exploratief de veronderstelde werkingsmechanisme van de nieuwe interventie MBT-early. Gezien MBT-early specifiek gericht is op jongeren met vroege kenmerken van borderline persoonlijkheidsproblematiek is de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomst is het verbeteren van persoonlijkheidsfunctioneren, zoals
gemeten door de LPFS-BF 2.0 en verbeteren van depressieve symptomen, zoals
gemeten door PHQ-2.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn het mentaliseren en epistemisch vertrouwen, zoals
gemeten door de RFQY-5 en enkele items van de QET.
Andere variabelen
o Bij de eerste onderzoeksmeting, zal aan de participanten gevraagd worden om
zes vragen betreffende demografische variabelen zoals de
huidige leefsituatie, nationaliteit, onderwijsniveau, huidige opleiding
situatie. Demografische variabelen worden gebruikt om de populatie te
beschrijven.
o Logboek gegevens door de behandelaren ingevuld
o Interviewdata van patiënt, diens ouder(s) en behandelaar omtrent het verloop
van de MBT-early behandeling
Achtergrond van het onderzoek
Een borderline persoonlijkheidsstoornis wordt gekarakteriseerd door
emotieregulatieproblemen, een inconsistent zelfbeeld en verstoord
interpersoonlijk functioneren. Omdat de stoornis veel negatieve gevolgen heeft
op lange termijn is het belangrijk dat er aandacht komt voor vroegdetectie en
vroege interventie van deze problematiek om erger te voorkomen. In dit
onderzoek wordt de werkzaamheid van een nieuwe interventie, MBT-early,
onderzocht bij jongeren met kenmerken van een borderline
persoonlijkheidsstoornis door middel van een single case experimental design.
Bestaande studies naar de werkzaamheid van psychoptherapeutische interventies
voor jongeren met een (subklinische) borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS)
laten gemengde resultaten zien. Een voor de hand liggende verklaring daarvoor
ligt in de heterogeniteit van de onderzochte steekproeven, waarbij eenzelfde
interventie wordt onderzocht bij zowel jongeren met enkele kenmerken van
borderline persoonlijkheidsproblematiek in een vroeg stadium als bij jongeren
met forse borderline persoonlijkheidsproblematiek in een later stadium. Er
bestaat echter evidentie dat interventies specifiek gericht moeten zijn op de
fase van de progressie van de stoornis (*staged care*). Interventies zijn
wellicht effectiever wanneer ze afgestemd zijn op het stadium van progressie
van de aandoening.
MBT-early is een interventie bedoeld voor jongeren in een vroeg stadium van
BPS. De interventie behandelt niet alleen de kenmerken van BPS, ze is er meer
algemeen op gericht om het persoonlijkheidsfunctioneren te verbeteren, zodat er
geen ontwikkelingsstagnatie ontstaat en chronische gevolgen voorkomen kunnen
worden.
De verwachte werkingsmechanismen van MBT-early zijn tweeledig. MBT-early doet
een beroep op het mentaliserend vermogen van de jongere. Het mentaliserend
vermogen lijkt een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van borderline
persoonlijkheidsproblematiek en het verbeteren van mentaliseren is een
verondersteld werkingsmechanisme achter elke MBT-behandeling. Recentere
theorieën hebben echter daarnaast nog een tweede werkingsmechanisme van MBT
geïdentificeerd, namelijk het vergroten van het epistemisch vertrouwen (de
openheid om te leren van anderen).
Onderzoeksvragen:
1. Wat is de effectiviteit van MBT-early bij jongeren met kenmerken van BPS?
o Welk effect heeft MBT-early op de verbetering van
persoonlijkheidsfunctioneren?
o Welk effect heeft MBT-early op de mate van depressieve stemming?
2. Wat zijn de mogelijke werkingsmechanismen van MBT-early?
o In hoeverre is het mentaliserend vermogen van de jongere van invloed op de
verbetering van persoonlijkheidsfunctioneren?
o In hoeverre is epistemisch vertrouwen van invloed op de verbetering van
persoonlijkheidsfunctioneren?
o Wat zijn de perspectieven van patiënten, ouders en therapeuten op het verloop
van de behandeling zoals geïllustreerd door de kwantitatieve
data?
o Wat zijn de ervaringen van patiënten, ouders en therapeuten met betrekking
tot helpende en belemmerende factoren tijdens het verloop van
de MBT-early behandeling?
Doel van het onderzoek
Het bestuderen van de effectiviteit en exploratief de veronderstelde
werkingsmechanisme van de nieuwe interventie MBT-early.
Gezien MBT-early specifiek gericht is op jongeren met vroege kenmerken van
borderline persoonlijkheidsproblematiek is de verwachting dat het zorgt voor
vermindering van kenmerken van borderline persoonlijkheidsproblematiek.
Daarnaast verwachten we dat ook de algemene symptoomlast - in het bijzonder de
depressieve stemming die vaak de reden voor aanmelding is - vermindert.
Onderzoeksopzet
Single Case Experimental Design (SCED). Kenmerkend aan dit design is dat de
*toestand* van een proefpersoon op verschillende momenten wordt gemonitord
middels frequent herhaalde metingen, zodat goed gemonitord kan worden wat het
verloop van veranderingen is als gevolg van de interventie. Er wordt uitgegaan
van een ABC-design, waarin drie fasen (A, B en C) worden onderscheiden. Fase A
betreft een baselineperiode voorafgaand aan start behandeling waarin er geen
sprake is van actieve interventie. Fase B betreft de intensieve interventiefase
waarin er in een periode van 16 weken wekelijkse behandelsessies plaatsvinden.
Fase C betreft de boosterfase, waarin 4 laagfrequente behandelsessies
plaatsvinden, verspreid over een duur van 6 maanden.
Structurele afname van voortgangsvragenlijsten (regulier PHQ-9 en GAD-7, samen
16 items) is integraal onderdeel van de reguliere behandelinterventie
MBT-early. Deze vragenlijsten worden wekelijks afgenomen bij het begin van de
sessie. In de huidige studie zullen de metingen net als in de reguliere
behandeling plaatsvinden bij aanvang van elke (individuele) behandelsessie
gedurende de behandelinterventie (in casu 16 maal wekelijks in Fase B en in 4
boostersessies tijdens Fase C). In deze studie zijn er enkele aanpassingen
gebeurd ten aanzien van de vragenlijsten om ze beter te laten aansluiten bij de
hypothesen van de studie. Zo wordt gebruik gemaakt van een kortere versie van
de PHQ en worden enkele (items van) extra vragenlijsten t.b.v. beantwoording
van de onderzoeksvragen, toegevoegd. Het instrumentarium omvat hiermee 23 items
voortkomend uit de volgende vragenlijsten:
1. Patient Health Questionnaire-2 (PHQ-2, 2 items) voor het meten van
depressieve stemming
2. Level of Personality Functioning Scale-Brief form, versie 2.0 (LPFS-BF-2.0,
12 items) voor het meten van persoonlijkheidsfunctioneren
3. Reflective Function Questionnaire for Youth-5 (RFQY-5) voor het meten van
mentaliserend vermogen
4. 4 items uit de eerste factor *Openheid voor hulp/behandeling* uit de
Questionnaire Epistemic Trust (QET) voor het meten van epistemisch vertrouwen
Zie bijlage *E1 Vragenlijst SCED - V1 - 20230913* voor de vragenlijst.
Ten behoeve van de studie wordt voorts een structurele baselineperiode van 6
weken aangehouden, waarbij ook in deze periode tot start behandeling wekelijks
telefonisch (dus 6 maal) dezelfde vragenlijst (23 items) wordt afgenomen,
t.b.v. voldoende metingen per fase voor een valide SCED design.
Na afronding van de interventie worden patiënten, hun ouder(s) en de betrokken
behandelaar geïnterviewd middels een semi-gestructureerd, waarin wordt in
gegaan op het verloop van de behandeling (gebaseerd op de verzamelde SCED-data)
vanuit de perspectieven van de participant, de ouder(s)/verzorger(s), en de
therapeut. Enkele onderwerpen zijn bijvoorbeeld: momenten waarop verbetering
zichtbaar was in de vragenlijsten, hoe deze verbetering wordt verklaard, of
verklaringen voor eventuele stagnatie. Ook worden meer algemene ervaringen met
de behandeling besproken, zoals tevredenheid, eventuele belemmeringen tijdens
het proces en inzichten die patiënten hebben opgedaan.
Onderzoeksproduct en/of interventie
MBT-early is een vroege interventieprogramma voor BPS, een aanpassing van MBT, een evidence-based behandeling voor BPS. MBT-early bouwt voort op de theorie en methoden van MBT, maar integreert de principes van vroege interventiebenaderingen zoals Helping Young People Early (HYPE). MBT-early is een kortdurende interventie, ontwikkeld voor BPS in een vroeg stadium en is gericht op het verbeteren van het persoonlijkheidsfunctioneren. MBT-early is een twee-fase behandeling die interventies op individueel, gezins- en contextniveau samenvoegt.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek is geheel vrijwillig. Informed consent vindt op voorhand plaats
na de screening van de reguliere intakeprocedure. De jongere heeft een week de
tijd om de informatie tot zich te nemen en krijgt een informatiebrief mee. De
jongere (en ouders als de jongere nog geen 16 jaar is) geeft toestemming. Het
verschil ten opzichte van de standaardprocedure van MBT-early is de toevoeging
van een baselineperiode van 6 weken met 6 (telefonisch afgenomen) herhaalde
metingen en een lichte aanpassing van de oorspronkelijke ROM (23 i.p.v. 16
items). De bijgekomen tijdsinvestering voor het invullen van 23 versus 16 items
is verwaarloosbaar. De standaardwachttijd bedraagt ongeveer 3-6 weken, dus de
baselineperiode die nodig is voor de extra metingen voegt daar nauwelijks iets
aan toe.
De structurele baselineperiode van 6 weken is een (lichte) afwijking op de
reguliere route en kan een beperkte vertraging (0-3 weken) opleveren ten
aanzien van het opstarten van een reguliere behandeling. Deze baselineperiode
van zes weken is noodzakelijk voor een valide SCED design met afdoende metingen
in de eerste fase. De verwachte vertraging minimaliseren we tot verwaarloosbaar
niveau doordat de voorbereiding voor het behandeltraject (afstemming
jeugdprofessional, afspraken plannen, arrangement opmaken) die regulier ook een
aantal weken in beslag neemt, al wel aanvangt, wanneer de face-to-face
behandelsessies na deze 6 weken direct kunnen starten. De vraagstelling van de
aanvullend opgenomen items is inhoudelijk niet verschillend van de reguliere
lijsten en er zijn geen bijkomende kritieke items ten aanzien van het reguliere
pakket. We verwachten hiervan dan ook geen toegenomen risico*s noch bijkomende
belasting.
De interviews geven een maximale tijdsbelasting van 60 minuten. Er worden geen
toegenomen risico's of toegenomen belasting verwacht als gevolg van de inhoud
van gestelde vragen in de interviews.
Publiek
De Beeklaan 2 Halsteren 2
Halsteren 4661 EP
NL
Wetenschappelijk
De Beeklaan 2 Halsteren 2
Halsteren 4661 EP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
a) Leeftijd tussen 12 en 18 jaar
b) Er is sprake van drie tot zes kenmerken van een borderline
persoonlijkheidsstoornis, gemeten met de SCID-5-PD
c) Er is sprake van mild tot matig disfunctioneren op school, thuis en met
vrienden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
a) Een primaire diagnose die eerst andere behandeling behoeft.
b) Meer dan één comorbide classificatie.
c) IQ<75
d) Ernstig disfunctioneren passend bij een al verder ontwikkelde borderline
persoonlijkheidsstoornis.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL85140.028.23 |