Het doel van deze studie is de vermindering van de hoeveelheid bloed benodigd voor bloedgasanalyse (en dus de kans op bloedarmoede) door het introduceren van een 1 ml bloedgasspuit in plaats van de 3 ml bloedgasspuit. Het hoofddoel is om te testen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Verrichtingsgerelateerde letsels en complicaties NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De resultaten voor alle parameters gemeten op de bloedgasanalysator (pH, pCO2,
pO2, natrium, kalium, chloride, calcium, glucose, lactaat, hemoglobine,
O2-hemoglobine, CO-hemoglobine, methemoglobine en H-hemoglobine) uit de 1 ml
bloedgasspuiten zullen niet statistisch verschillen van de resultaten van de 3
ml bloedgasspuiten.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Iatrogene bloedarmoede is een belangrijk probleem voor patiënten op de
Intensive Care en in de neonatale zorg. Om de negatieve invloed van
bloedarmoede op het herstel van deze groep patiënten te verminderen, worden
vaak rode bloedceltransfusies of erytropoëse stimulerende middelen gebruikt.
Aangezien beide behandelingen extra risico's voor de patiënten met zich mee
brengen, is het belangrijk om te werken aan minder invasieve methoden om
latrogene anemie te voorkomen. Eén van de manieren die succesvol is gebleken,
is om de hoeveelheid af te nemen bloed voor diagnostiek te beperken.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is de vermindering van de hoeveelheid bloed benodigd
voor bloedgasanalyse (en dus de kans op bloedarmoede) door het introduceren van
een 1 ml bloedgasspuit in plaats van de 3 ml bloedgasspuit. Het hoofddoel is om
te testen of een 1 ml bloedgasspuit in een klinische omgeving kan worden
gebruikt in plaats van een regelmatig gebruikte 3 ml spuit. Secundaire
doelstelling is het minimale bloedvolume vast te stellen tot welke de 1 ml
bloedgasspuit moet worden gevuld en of het bloed in de 1 ml spuit goed gemengd
wordt.
Onderzoeksopzet
Van patiënten van de Intensive Care Volwassenen die een arteriële lijn hebben,
wordt 1500 *l arterieel bloed verzameld in een 3 ml bloedgasspuit voor de
reguliere bloedgasanalyse en een extra 3600 µl bloed voor de
bloedgasspuitstudie. Voor de bloedgasspuit studie wordt 1800 *l (200 + 300 +
500 + 800) bloed verzameld in 4 onafhankelijke 3 ml bloedgasspuiten en nog 1800
*l (200 + 300 + 500 + 800) in 4 onafhankelijke 1 ml bloedgasspuiten.
Bloedgasanalyse wordt uitgevoerd op een aangewezen Rapidlab 1265
bloedgasanalysator (Siemens, USA) volgens protocol van de firma. Resultaten van
de 3 ml en 1 ml bloedgasspuiten zullen worden vergeleken om te beoordelen of de
1 ml bloedgasspuiten even goed presteren als de 3 ml bloedgasspuiten. De
resultaten verkregen met verschillende vulhoeveelheden worden vergeleken om te
controleren of het vulvolume de resultaten beïnvloedt en om het minimale
vulvolume te bepalen dat nog steeds betrouwbare resultaten geeft. Als de
resultaten van de 1 ml bloedgasspuiten overeenkomen met de resultaten van de 3
ml bloedgasspuiten, zal de verificatie door middel van een
patiëntenvergelijking uitgevoerd worden bij 20 kinderen en 20 neonaten van de
afdeling Intensive Care Kinderen en Neonatologie. Deze verificatie bij
minderjarigen is nodig om mogelijke variaties in verband met verschillen in
hematologische en rheologische eigenschappen van het bloed tussen volwassenen
en kinderen / neonaten te elimineren. Van kinderen / neonaten wordt een extra
1 ml bloedgasspuit verzameld. Deze spuit wordt gevuld met het minimale
vulvolume dat in de studies bij de volwassenen werd vastgesteld. Resultaten van
de 1 ml bloedgasspuit zullen worden vergeleken met de resultaten van 3ml
bloedgasspuit van de reguliere bloedgasanalyse. Het extra afgenomen bloed zal
niet meer dan 3% van het totale circulerend bloedvolume zijn en geen bloed
wordt in de eerste levensmaand afgenomen.
Inschatting van belasting en risico
Bij patiënten zal extra bloed worden afgenomen uit de arteriële lijn (bij
kinderen en neonaten niet meer dan 3% van het totale circulerend bloedvolume)
dat tijdens de routine-monsterneming in de patiëntenzorg wordt uitgevoerd.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alleen patiënten, opgenomen op de relevante afdeling, die een arteriële lijn
hebben en voor wie de bloedgasanalyse een onderdeel van standaard patiëntenzorg
is.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten voor wie de bloedgasanalyse geen deel uitmaakt van standaard
patiëntenzorg. Patiënten met een verminderde lichaamstemperatuur door
therapeutische hypothermie behandeling. Pasgeborenen jonger dan 26 weken.
Pasgeborenen met een lichaamsgewicht <500 g. Pasgeborenen met circulatie of
hemostase problemen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62919.018.17 |