Om de objectieve responsfrequentie (ORR) te berekenen met RECIST 1.1 in proefpersonen met meetbare ziekte, beoordeeld door de centrale radioloog in Cohorten 1 en 2 gecombineerd, Cohort 1, Cohort 2 en Cohort 4.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Cohorten 1, 2 en 4 - Objective Response Rate (ORR) - per RECIST 1.1 beoordeeld
door centrale radioloog: Verhouding van proefpersonen in de analyse populatie
die volledige respons (CR) of gedeeltelijke respons (PR) tonen, waarbij
reacties door RECIST 1.1 worden bepaald beoordeeld door centrale radioloog.
Secundaire uitkomstmaten
1.Duration of Response (DOR) per PCWG3-gemodificeerd RECIST 1.1 beoordeeld door
centrale radioloog.
Voor proefpersonen die CR of PR aangetoond hebben, wordt DOR gedefinieerd als
de tijd van het eerste gedocumenteerde bewijs van CR van PR tot
ziekteprogressie beoordeeld door centrale radioloog waar progressieve ziekte
(PD) bij bot tumoren wordt bepaald door middel van radionuclide botscanning met
behulp van RECIST 1.1 / PCWG3 criteria en PD voor alle andere tumoren zullen
worden bepaald met behulp van RECIST 1.1 of de dood vanwege een andere oorzaak,
welke als eerste voorkomt
2.Duration of Response (DOR) - per RECIST 1.1 beoordeeld door centrale
radioloog.
Voor patiënten die CR of PR aangetoond hebben, wordt DOR gedefinieerd als de
tijd van het eerste gedocumenteerde bewijs van CR van PR tot progressieve
ziekte (PD), beoordeeld door middel van centrale beeldvorming, met behulp van
RECIST 1.1 of de dood door welke oorzaak dan ook, welke als eerste voorkomt.
3. Disease Control Rate (DCR) - beoordeeld door centrale radioloog
Verhouding van proefpersonen in de analyse populatie die gedurende minstens 6
maanden CR of PR of stabiele ziekte (SD) hebben, door een centrale radioloog
waar progressieve ziekte (PD) bij bot tumoren wordt bepaald door middel van
radionuclide botscanning met behulp van PCWG3 criteria en PD voor alle andere
tumoren wordt bepaald met behulp van RECIST 1.1
4. PSA Response Rate
Verhouding van proefpersonen in de analyse populatie die PSA-respons hebben
gedefinieerd als meer dan 50% daling van de basiswaarde, gemeten tweemaal ten
minste 3 weken uit elkaar.
5. Tijd tot PSA Progressie, gedefinieerd als de tijd van de eerste dag van de
studiebehandeling tot de datum van PSA-progressie. Onderwerpen zonder
PSA-progressie worden gecensureerd op de laatste PSA-beoordelingsdatum. PSA
progressie wordt gedefinieerd als de datum dat een stijging van 25% of meer en
een absolute toename van 2 ng / ml of meer van de nadir gedocumenteerd zijn.
Bij patiënten die een initiële PSA-afname hadden tijdens de behandeling, moet
dit worden bevestigd met een tweede waarde 3 of meer weken later.
6. Radiografische progressievrije overleving (rPFS) - per PCWG3-gemodificeerd
RECIST 1.1 beoordeeld door centrale radioloog. Het wordt gedefinieerd als de
tijd van de eerste dag van de studiebehandeling tot de gedocumenteerde
ziekteprogressie door de centrale radioloog waar progressieve ziekte (PD) bij
bot tumoren wordt bepaald door radionuclide botscanning met behulp van PCWG3
criteria en PD voor alle andere tumoren zal zijn bepaald met behulp van RECIST
1.1 of de dood door welke oorzaak dan ook, welke als eerste voorkomt.
7. Overall Survival (OS)
Algehele overleving (OS) wordt gedefinieerd als de tijd van de eerste dag van
de studiebehandeling tot het moment van de dood.
8. Duur van PSA-reactie (alleen Cohorten 4 en 5)
De duur van de PSA respons wordt gedefinieerd als de tijd van de PSA respons,
wanneer de PSA-waarde eerst met ten minste 50% van de basislijn afneemt (moet
bevestigd worden door een tweede waarde) tot de datum van PSA-progressie
waarbij er een toename van 25 % Of meer van de nadir PSA, mits de absolute
toename van de nadir PDA tenminste 2 ng / ml bedraagt.
9. Tijd tot initiatie van cytotoxische chemotherapie (alleen Cohorten 4 en 5)
De tijd tot initiatie van cytotoxische chemotherapie is gedefinieerd als de
tijd van de eerste dag van de studiebehandeling tot het moment van de aanvang
van cytotoxische chemotherapie voor prostaatkanker.
10. Tijd voor nieuwe antikankertherapie (alleen Cohorten 4 en 5)
Tijd voor nieuwe antikankertherapie is gedefinieerd als de tijd van de eerste
dag van de studiebehandeling tot de tijd van nieuwe antikanker therapie voor
prostaatkanker
11. Tijd tot eerste skelet relevante gebeurtenis (alleen Cohorten 4 en 5)
Tijd tot inleiding van het eerste skelet relevante evenement wordt gedefinieerd
als de tijd van de eerste dag van de studiebehandeling naar het eerste skelet
relaterende gebeurtenis, dat wordt gedefinieerd als stralingstherapie of
operatie van bot, pathologische botbreuk, compressie van het ruggenmerg of
verandering of Antineoplastische therapie om botpijn te behandelen. Zie sectie
8.6.1 voor censureregels.
12. Veiligheidspunten: Veiligheid wordt beoordeeld door kwantificering van de
toxiciteiten en waarden die worden ervaren door patiënten die pembrolizumab
hebben ontvangen, waaronder ernstige bijwerkingen (SAE's) en gebeurtenissen van
klinische belangen (ECI's). Veiligheid wordt beoordeeld door gerapporteerde
bijwerkingen die gebruik maken van CTCAE, Versie 4.0.
Achtergrond van het onderzoek
Prostaatkanker is de op een na vaakst voorkomende maligniteit die wereldwijd
bij mannen wordt gediagnosticeerd, waarbij de jaarlijkse incidentie naar
schatting hoger is dan 1 miljoen en er jaarlijks meer dan 300.000 sterfgevallen
worden verwacht. In de VS krijgt ongeveer een op de zes mannen op enig moment
in zijn leven de diagnose prostaatkanker.
Bij veel mannen wordt lokaal beperkte ziekte vastgesteld en zij kunnen mogelijk
afdoende behandeld worden met bestraling of een operatie. Mannen bij wie de
kanker echter vervolgens metastaseert of bij wie de diagnose gemetastaseerde
prostaatkanker wordt gesteld, wat ongeneeslijk is, worden doorgaans eerst
behandeld met androgeendeprivatietherapie (ADT), gewoonlijk met een
GnRH-agonist of -antagonist die leidt tot suppressie van de
testosteronproductie in de testes. Dit volstaat vaak om de ziekte enige tijd,
in veel gevallen jaren, onder controle te houden. Prostaatkanker vertoont
echter onveranderlijk progressie en vereist aanvullende systemische therapieën
om de ziekte opnieuw onder controle te krijgen. Het punt waarop prostaatkanker
progressie vertoont, ondanks behandeling met uitsluitend ADT, wordt
castratieresistentie genoemd en de ziekte heet vanaf dit punt (gemetastaseerde)
castratieresistente prostaatkanker (mCRPC).
Er is een aantal belangrijke systemische therapieën ontwikkeld om mCRPC te
behandelen die zijn goedgekeurd door de regelgevende instanties en nu het
huidige behandellandschap uitmaken. Docetaxel werd de eerste systemische
behandeling die de overleving van mannen met mCRPC verbeterde, in een
gerandomiseerd onderzoek waarin werd aangetoond dat de mediane overleving met
docetaxel 18,9 maanden was vergeleken met 16,5 maanden bij behandeling met
mitoxantron. Cabazitaxel, een ander taxaan, dat na docetaxel werd vergeleken
met mitoxantron in een onderzoek onder patiënten, bleek eveneens in verband te
kunnen worden gebracht met een betere mediane overleving * 15,1 maanden
vergeleken met 12,7 bij behandeling met mitoxantron. Tot slot werden
enzalutamide en abirateron, gerichte endocriene behandelingen, in
gerandomiseerde klinische onderzoeken voorafgaand aan behandeling met
chemotherapie bestudeerd bij patiënten met mCRPC. Aangetoond werd dat de totale
overleving beter was vergeleken met de controlebehandeling (respectievelijk
placebo en prednison).
Cabazitaxel kan een toxische behandeling zijn. Er zijn tijdens het onderzoek
patiënten overleden als gevolg van behandelingsgerelateerde neutropenie en er
zijn sterfgevallen als gevolg van behandelingsgerelateerde diarree gemeld. Het
etiket van cabazitaxel bevat een zwart kader met waarschuwingen betreffende het
risico op neutropenie en ernstige overgevoeligheid, en andere waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen op het etiket hebben betrekking op diarree, nierfalen,
onaanvaardbaar risico bij patiënten in de leeftijd van 65 jaar en ouder, en
verminderde leverfunctie. Bijgevolg wordt cabazitaxel niet algemeen gebruikt en
in consensusrichtlijnen zoals die van het National Comprehensive Cancer Network
(NCCN) wordt aanbevolen mannen met mCRPC na behandeling met docetaxel aan te
moedigen deel te nemen aan klinische onderzoeken. Er blijft derhalve een
onvervulde medische behoefte bestaan voor patiënten na behandeling tegen mCRPC
met gerichte endocriene behandeling en docetaxel.
Doel van het onderzoek
Om de objectieve responsfrequentie (ORR) te berekenen met RECIST 1.1 in
proefpersonen met meetbare ziekte, beoordeeld door de centrale radioloog in
Cohorten 1 en 2 gecombineerd, Cohort 1, Cohort 2 en Cohort 4.
Onderzoeksopzet
Dit is een niet-gerandomiseerd, open-label onderzoek in meerdere landen naar
pembrolizumab (MK-3475) bij proefpersonen met gemetastaseerde
castratieresistente prostaatkanker (mCRPC) die eerder zijn behandeld met op
docetaxel gebaseerde chemotherapie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie met geneesmiddelen, voor een beschrijving van de betrokken geneesmiddelen, zie C16
Inschatting van belasting en risico
Behandelingscycli zullen drie weken duren, waarvan op dag 1 pembrolizumab wordt
toegediend. Op elke visite zal een lichamelijk onderzoek worden gedaan, vitale
functies worden gemeten, ECG worden gemaakt, en bloed worden afgenomen.
Hiernaast zullen de proefpersonen worden gevraagd om vragenlijsten in te vullen
over de gezondheid en de symptomen.
Aan het begin van de studie wordt een biopt afgenomen (dit kan eventueel
achterwege worden gelaten als er geschikt tumormateriaal beschikbaar is).
De proefpersonen kunnen mogelijk lichamelijk en/of psychisch ongemak ervaren
bij de handelingen die tijdens het onderzoek worden uitgevoerd, zoals
venapunctie, aanleggen van een infuus, ECG, CT/MRI/bot scans, en tumorbiopsie.
De belangrijkste gemelde bijwerkingen van de onderzoeksmedicatie zijn
vermoeidheid, jeuk, huiduitslag, frequente of onregelmatige ontlasting, pijn in
de gewrichten, spieren, botten, buikpijn, en misselijkheid.
Publiek
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappelijk
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bereid en in staat zijn om schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven
voor het onderzoek. De proefpersoon kan ook toestemming geven voor toekomstig
biomedisch onderzoek. De proefpersoon mag evenwel deelnemen aan het
hoofdonderzoek zonder deel te nemen aan toekomstig biomedisch onderzoek.
2. * 18 jaar oud zijn op de dag dat hij het informatie- en
toestemmingsformulier ondertekent.
3. Histologisch of cytologisch bevestigd adenocarcinoom van de prostaat hebben,
met niet-kleincellige histologie. De diagnose moet zijn vermeld in een
pathologierapport en zijn bevestigd door de onderzoeker.
4. Volgens RECIST 1.1 op CT- of MRI-scans meetbare prostaatkanker hebben
(cohorten 1, 2 en 4), of door volledige skeletscintigrafie detecteerbare
botmetastasen en geen volgens RECIST 1.1 meetbare tumoren hebben (cohorten 3 en
5), zoals vastgesteld door centrale beoordeling. De ziekte moet ofwel
gemetastaseerd ofwel lokaal beperkt en inoperabel zijn en niet behandelbaar met
definitieve opzet.
5. Tumorweefsel hebben verschaft dat afkomstig is van een nieuw verkregen biopt
of een tumor tissue monster *12 maanden voor de screeningsdatum hebben
afgestaan en een gearchiveerd monster, indien beschikbaar, van een plaats die
niet eerder is bestraald (tumoren die zich ontwikkelen op een eerdere
bestralingsplek zijn toegestaan voor PD-L1-karakterisering; andere
uitzonderingen kunnen worden overwogen na overleg met de sponsor). Voorafgaand
aan de inschrijving is de beoordeling door een centraal laboratorium of deze
monsters geschikt zijn voor PD-L1-biomarkeranalyse verplicht. Proefpersonen in
de cohorten 1, 2 en 4 met viscerale / meetbare laesies moeten een nieuw
verkregen biopt dat is afgenomen na de laatste systemische behandellijn waar
veilig beschikbaar of een monster *12 maanden geleden afgestaan voor de
screeningsdatum en een gearchiveerd monster verschaffen, indien beschikbaar.
Proefpersonen in cohort 3 en 5 moeten minstens een gearchiveerd monster
verschaffen.
Voor cohorten 1, 2, en 3 enkel:
6. Behandeld zijn met:
a. Ten minste één gerichte endocriene behandeling (gedefinieerd als
tweedegeneratie-antiandrogeen-behandelingen, met inbegrip van, maar niet
beperkt tot, abirateronacetaat met prednison, enzalutamide en gerichte nieuwe
middelen zoals ARN-509). [Opmerking: Eerstegeneratie-antiandrogenen zoals
flutamide, nilutamide en bicalutamide vallen niet onder deze groep.]
b. Ten minste één regime/behandellijn van docetaxel bevattende chemotherapie.
c. Niet meer dan twee chemotherapiekuren.
d. Niet meer dan drie regimes/behandellijnen van de bovengenoemde behandelingen
(die hebben gefaald / progressie hebben gehad op chemotherapie en gerichte
endocriene behandeling).
Voor cohorten 4 en 5 enkel:
7. Bij chemotherpaie-naive proefpersonen met mCRPC die hebben gefaald of die
tekenen van vroegtijdig falen op enzalutamide behandeling zoals gedefinieerd
door PCWG3 richtlijnen vertonen (bijv. tekenen van klinische progressie,
verhoogde alkalische fosfatase, PSA-toename of positieve beoordeling van
scans). Proefpersonen kunnen eerder gefaald hebben op abiraterone behandeling
vóór de huidige behandeling met enzalutamide. Proefpersonen moeten klinisch
zinvol reageren op behandeling met enzalutamide. Enzalutamide moet zijn
geïnitieerd niet minder dan 4 weken voorafgaand aan de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling en moet gedurende het onderzoek worden voortgezet.
Voor alle cohorten:
8. Gedocumenteerde progressie van de prostaatkanker hebben in de 6 maanden
voorafgaand aan de screening, zoals bepaald door de onderzoeker aan de hand van
een van de volgende criteria:
a. PSA-progressie, gedefinieerd door ten minste 3 stijgende PSA-niveaus met een
interval van * 1 week tussen elke beoordeling, waarbij de PSA-waarde bij de
screening * 2 ng/ml moet zijn.
b. Radiografische ziekteprogressie in weke delen of bot met of zonder
PSA-progressie.
9. Aanhoudende androgeendeprivatie hebben met een totaal serumtestosteron van <
50 ng/dl (< 2,0 nM). Als de proefpersoon (die geen orchiëctomie heeft
ondergaan) op dit moment behandeld wordt met LHRH-agonisten, moet deze
behandeling minimaal 4 weken voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksbehandeling zijn gestart. Deze behandeling moet gedurende het gehele
onderzoek worden voortgezet.
10. Proefpersonen die botresorptietherapie krijgen (met inbegrip van, maar niet
beperkt tot, bisfosfonaat of RANKL-remmer) moeten gedurende * 4 weken
voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksbehandeling stabiele doses hebben
ontvangen.
11. Een performancestatus van 0, 1 of 2 op de Eastern Cooperative Oncology
Group (ECOG) Performance Scale hebben
12. Proefpersonen zijn geschikt voor deelname als ze instemmen met het
volgende, gedurende de interventie periode en voor zolang als nodig om de
laatste dosis onderzoekmiddel uit het lichaam te elimineren, na de laatste
studiedosis. De tijd waarbij anticonceptie nodig blijft na de laatste dosis
enzalutamide is 30 dagen.
- Wees geheelonthoudend van heterosexuele geslachtsgemeenschap als voorkeurs
levensstijl en stem er mee in om te blijven onthouden van seks.
OF
- Stemt in met het gebruik van anticonceptie, tenzij is vastgesteld dat de
proefpersoon azoospermisch is, zoals hieronder beschreven:
- Gaat akkoord met het gebruik van een condoom en daarnaast gebruikt de partner
aanvullende anticonceptiemiddelen wanneer er geslachtsgemeenschap plaatsvindt
met een vrouw die kinderen kan krijgen die momenteel niet zwanger is.
- Gebruik van anticonceptie door mannen moet consistent zijn met lokale
voorschriften. Als de anticonceptie vereisten lokaal strenger zijn dan die van
de studie interventies.
13. Adequate orgaanfunctie vertonen zoals gedefinieerd in Tabel 1 van het
protocol
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Neemt momenteel deel aan een onderzoek en krijgt een onderzoeksbehandeling,
of heeft deelgenomen aan een onderzoek naar een experimenteel middel en heeft
een onderzoeksbehandeling gekregen, of heeft een experimenteel hulpmiddel
gebruikt binnen 4 weken vóór toediening van de eerste dosis
onderzoeksbehandeling.
2. Heeft een diagnose van immunodeficiëntie of krijgt systemische therapie met
steroïden of een andere vorm van immunosuppressieve therapie binnen 7 dagen
vóór toediening van de eerste dosis onderzoeksmedicatie. Het gebruik van
fysiologische doses corticosteroïden kan worden goedgekeurd na overleg met de
sponsor (vervangingstherapie voor bijnierinsufficiëntie is toegestaan).
3. Heeft een eerder mAb tegen kanker gehad binnen 4 weken vóór de eerste dosis
onderzoeksbehandeling of is niet hersteld (d.w.z. * graad 1 of op
baselineniveau) van bijwerkingen als gevolg van mAb's die meer dan 4 weken
eerder zijn toegediend.
4. Heeft eerdere chemotherapie, gerichte therapie met kleine moleculen of
uitwendige bestralingstherapie gehad binnen 4 weken vóór de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel of is niet hersteld (d.w.z. * graad 1 of op
baselineniveau) van bijwerkingen als gevolg van een eerder toegediend middel.
Behandeling met Radium-223 is toegestaan **zolang de laatste dosis niet minder
dan 4 weken vóór de eerste dosis is toegediend.
5. Heeft een bekende bijkomende maligniteit die progressie heeft vertoond of
actieve behandeling vereiste binnen de afgelopen 3 jaar. Uitzonderingen zijn
onder meer basaalcelcarcinoom van de huid, en plaveiselcelcarcinoom van de huid
dat een mogelijk curatieve therapie heeft ondergaan, of in situ
baarmoederhalskanker.
6. Heeft bekende actieve metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS) en/of
carcinomateuze meningitis. Proefpersonen met eerder behandelde hersenmetastasen
kunnen deelnemen, op voorwaarde dat ze stabiel zijn (zonder aanwijzingen voor
door middel van beeldvorming vastgestelde progressie gedurende ten minste 4
weken vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling, en een terugkeer naar de
baseline van eventuele neurologische symptomen), geen aanwijzingen hebben voor
nieuwe of zich uitbreidende hersenmetastasen en geen steroïden gebruiken
gedurende ten minste 7 dagen vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling.
Carcinomateuze meningitis valt niet onder deze uitzondering en wordt
uitgesloten, ongeacht de klinische stabiliteit.
7. Heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor in de afgelopen 2 jaar
systemische behandeling nodig is geweest (d.w.z. met gebruik van
ziekteverloopbeïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressieve
geneesmiddelen). Vervangingstherapie (bv. thyroxine, insuline of fysiologische
corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of hypofyse-insufficiëntie,
enz.) wordt niet beschouwd als een vorm van systemische behandeling.
8. Heeft aanwijzingen voor interstitiële longziekte en / of een
voorgeschiedenis van (niet-infectieuze) pneumonitis waarvoor steroïden nodig
waren, of huidige pneumonitis.
9. Heeft een actieve infectie die systemische behandeling vereist.
10. Heeft een voorgeschiedenis van, of huidige aanwijzingen voor, een
aandoening, behandeling of afwijkende laboratoriumwaarde die de interpretatie
van de resultaten van het onderzoek zou kunnen bemoeilijken, van invloed zou
kunnen zijn op de deelname van de proefpersoon aan het volledige onderzoek, of
die, naar de mening van de behandelend onderzoeker, maakt dat deelname niet in
het belang van de proefpersoon is.
11. Heeft bekende psychiatrische of aan middelenmisbruik gerelateerde
stoornissen die het naleven van de onderzoeksvereisten zouden bemoeilijken.
12. Heeft eerder deelgenomen aan ander onderzoek naar pembrolizumab (MK-3475)
of heeft eerdere therapie gekregen met een anti-PD-1-, anti-PD-L1- en
anti-PD-L2-middel (waaronder ipilimumab of een ander antilichaam of
geneesmiddel dat zich specifiek richt op T-celcostimulatie- of
'controlepost'-routes).
13. Heeft een bekende voorgeschiedenis van het humane immunodeficiëntievirus
(hiv) (hiv-1-/-2-antilichamen).
14. Heeft bekende actieve hepatitis B (is bijvoorbeeld HBsAg-reactief) of
hepatitis C (HCV-RNA [kwalitatief] wordt bijvoorbeeld gedetecteerd).
15. Heeft een levend vaccin toegediend gekregen binnen 30 dagen vóór de
geplande aanvang van de onderzoeksbehandeling. Een gelicenseerd COVID-19 vaccin
(inclusief vaccines voor noodgebruik) in een land is toegestaan zolang deze
mRNA vaccins, of adenovirale vaccins, of gedeactiveerde vaccins zijn.
Onderzoeks vaccins (vaccins die niet gelicenseerd zijn of goedgekeurd voor
noodgebruik) zijn niet toegestaan.
Daarbij geldt het volgende alleen voor Cohorten 4 en 5:
16. Heeft voorafgaande chemotherapie (bijvoorbeeld docetaxel) voor mCRPC
ontvangen.
17. Heeft een aandoening (cardiaal, neurologisch, absorptie) anders dan
klinisch falen of tekenen van vroegtijdig falen op behandeling met enzalutamide
die een onmiddellijke beëindiging van de behandeling met enzalutamide zouden
vereisen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-003644-40-NL |
CCMO | NL57447.056.16 |