Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510054-16-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Hoofddoelstelling: Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie (hydroxychloroquine + leflunomide…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Elke cohort wordt afzonderlijk geanalyseerd
• Cohort 1: Het gedeelte patiënten dat in week 24 een reactie heeft gehad
volgens voorlopige STAR-score, bij elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Cohort 2: Het gedeelte patiënten dat in week 24 een reactie heeft gehad
volgens de voorlopige STAR-score, bij elke actieve behandelings- en placeboarm.
Secundaire uitkomstmaten
Cohorten 1 en 2 samen
• Cohorten 1 en 2: Het gedeelte patiënten dat in week 24 een reactie heeft
gehad volgens de voorlopige STAR-score, bij elke actieve behandelings- en
placeboarm.
Cohorten 1 en 2 (de twee cohorten worden afzonderlijk geanalyseerd):
• Het gedeelte patiënten dat in week 12 en 36 een reactie heeft gehad, ten
opzichte van de basislijnmeting, volgens de voorlopige STAR-score, tussen elke
actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in ESSPRI ten opzichte van de basislijnmeting, in week 12, 24 en
36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm. Het verschil in de
ESSPRI-scores bij week 12, 24 en 36 (aangepast voor de basislijnwaarde) wordt
ook vergeleken tussen elke actieve behandelingsarm en de placeboarm.
• Het gedeelte patiënten dat in week 12, 24 en 36 een reactie in ESSPRI heeft
gehad (gedefinieerd als een daling in de ESSPRI-score van > 1 of > 15%) ten
opzichte van de basislijnmeting, tussen elke actieve behandelings- en
placeboarm.
• Verandering in ESSDAI/clinESSDAI ten opzichte van de basislijnmeting, in week
12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm. Het verschil
tussen de ESSDAI/clinESSDAI-scores bij week 12, 24 en 36 (aangepast voor
basislijnwaarde) wordt ook vergeleken tussen elke actieve behandelingsarm en de
placeboarm.
Cohort 1: Deze analyse zal alleen worden uitgevoerd als het aantal patiënten
met ESSDAI/clinESSDAI > 0 voldoende is.
• Het gedeelte patiënten dat in week 12, 24 en 36 een reactie in
ESSDAI/clinESSDAI heeft gehad (gedefinieerd als een daling in de
ESSDAI/clinESSDAI-score van > 3 punten) ten opzichte van de basislijnmeting,
tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Onderscheidende capaciteit van STAR (voorlopige STAR-score en alternatieve
opties) ten opzichte van ESSDAI (clinESSDAI)/ESSPRI in week 24 en 36 om
veranderingen in de placeboarm waar te nemen, versus in elke actieve
behandelingsarm in elke cohort en in het algemeen
• Verandering in niet-gestimuleerde speekselproductie ten opzichte van de
basislijnmeting, in week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en
placeboarm.
• Verandering in schirmerscore ten opzichte van de basislijnmeting, in week 12,
24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in traan-BUT ten opzichte van de basislijnmeting, in week 24 en
36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in oculaire verkleuringsscore ten opzichte van de
basislijnmeting, in week 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en
placeboarm.
• Verandering in HADS-vragenlijstscore ten opzichte van de basislijnmeting, in
week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in EQ-5D-5L-vragenlijstscore ten opzichte van de basislijnmeting,
in week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in symptomen die met de PEPSS WebApp worden verzameld van de
basislijnmeting tot week 24 tussen elke actieve behandelingsarm en placeboarm.
Verkennende eindpunten:
Cohorten 1 en 2 (de twee cohorten worden afzonderlijk geanalyseerd):
• Het gedeelte patiënten dat een reactie heeft gehad in de STAR alternatieve
opties 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 ten opzichte van de
basislijnmeting in week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelingsarm en
placeboarm.
• Verandering in STAR alternatieve opties 6, 11, 18 en 19 ten opzichte van de
basislijnmeting, in week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en
placeboarm. Het verschil in de STAR-scores bij week 12, 24 en 36 (aangepast
voor de basislijnwaarde) wordt ook vergeleken tussen elke actieve
behandelingsarm en de placeboarm.
• Validatie van de definitieve STAR-score
• Verandering in mond- en oogdroogte (VAS, visual analog scale) ten opzichte
van de basislijnmeting, in week 12, 24 en 36 tussen elke actieve behandelings-
en placeboarm.
• Verandering in PhGA ten opzichte van de basislijnmeting, in week 12, 24 en 36
tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in PatGA ten opzichte van de basislijnmeting, in week 12, 24 en
36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in SSSD ten opzichte van de basislijnmeting, in week 24 en 36
tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Het percentage patiënten dat wordt beschouwd als verbeterd volgens de mening
van de patiënt en de evaluatie van de veranderingen door de arts in week 24 en
week 36
• Verandering in meibografische metingen ten opzichte van de basislijnmeting,
in week 24 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in non-invasieve traan-BUT ten opzichte van de basislijnmeting,
in week 24 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in het nieuwe echoscopiescoresysteem (SGUS) ten opzichte van de
basislijnmeting, in week 24 tussen elke actieve behandelingsarm en placeboarm.
• Verandering in de metingen die met de twee biosensoren zijn verzameld als
vervangende meting van vermoeidheid ten opzichte van de basislijnmeting in week
12 en 24 tussen elke actieve behandelingsarm en placeboarm.
• Verandering in de niveaus van diverse biomarkers ten opzichte van de
basislijnmeting, in week 24 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in histologische afwijkingen in de speekselklieren ten opzichte
van de basislijnmeting, in week 24 tussen elke actieve behandelings- en
placeboarm.
• Verandering in OSDI-vragenlijstscore ten opzichte van de basislijnmeting, in
week 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
• Verandering in FSFI-vragenlijstscore ten opzichte van de basislijnmeting, in
week 24 en 36 tussen elke actieve behandelings- en placeboarm.
Achtergrond van het onderzoek
Er bestaan geen goedgekeurde behandelingen voor pSS en de klinische eindpunten
die momenteel in klinische proeven worden gebruikt zijn ontoereikend om alle
aspecten van de ziekte die in klinische proeven zouden moeten worden
geëvalueerd, vast te leggen. Het nieuw ontwikkelde samengestelde eindpunt: De
tool voor het beoordelen van de respons op een behandeling (STAR, Sjögren*s
Tool for Assessing Response to treatment) zal een specifiekere en zinvollere
beoordeling van de effectiviteit van de behandeling bij pSS mogelijk maken.
Vanwege de heterogeniteit van de ziekte en de centrale rol van de wisselwerking
tussen B- en T-cellen in de pathogenese is het de moeite waard om de combinatie
van conventionele synthetische immunomodulerende geneesmiddelen die zowel op B-
als T-cellen zijn gericht, te evalueren.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510054-16-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Hoofddoelstelling:
Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie
(hydroxychloroquine + leflunomide en hydroxychloroquine + mycofenolaatmofetil)
op basis van het percentage deelnemende patiënten volgens de voorlopige
STAR-score in week 24.
Subdoelstellingen:
Cohorten 1 en 2 samen:
Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie op
basis van het percentage deelnemende patiënten volgens voorlopige STAR-score in
week 24.
Cohorten 1 en 2 afzonderlijk:
• Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie in
week 12 en 36 op basis van het percentage deelnemende patiënten volgens de
voorlopige STAR-score.
• Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie in
week 12, 24 en 36 op basis van veranderingen in ESSPRI.
• Het evalueren van de werkzaamheid van elke actieve behandelingscombinatie in
week 12, 24 en 36 op basis van veranderingen in ESSDAI/clinESSDAI.
• Het beoordelen van de onderscheidende capaciteit van STAR (voorlopige
STAR-score en alternatieve opties) ten opzichte van ESSDAI (clinESSDAI)/ESSPRI
om veranderingen in week 24 en 36 waar te nemen.
• Het evalueren van het effect van elke actieve behandelingscombinatie op de
klierfunctie in week 12, 24, 36.
• Het evalueren van het effect van elke actieve behandelingscombinatie op angst
en depressie, de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven in week 12, 24 en
36.
• Het evalueren van het nut van de PEPSS WebApp voor het dagelijks verzamelen
van symptomen gedurende 24 weken.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde dubbelblinde gecontroleerde proef. Patiënten worden ingedeeld
(gestratificeerd) in 2 cohorten en gerandomiseerd tussen 3 armen:
* drievoudige placebo,
* hydroxychloroquine (HCQ) 400 mg/d, leflunomide (LEF) 20 mg/d en placebo van
mycofenolaatmofetil (MMF),
* of hydroxychloroquine 400 mg/d, mycofenolaatmofetil 2000 mg/d en placebo van
leflunomide.
De behandeling duurt 24 weken. Patiënten zullen worden opgevolgd tot week 36
(12 weken na het einde van de behandelingsperiode).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Onderzoeksgeneesmiddel(en) > Hydroxychloroquine: Plaquenil* 200 mg tabletten > Mycofenolaatmofetil 500 mg tabletten > Leflunomide 20 mg tabletten Comparator-behandeling > Orale placebotabletten voor HCQ, LEF en MMF Interventies toegevoegd voor de proef > ESSDAI/ClinESSDAI, PhGA, STAR-scores, evaluatie van veranderingen door de arts > Vragenlijsten voor patiënten (ESSPRI, VAS (oculaire en orale droogheid), PatGA, HADS, FSFI, EQ-5D-5L, OSDI, SSSD, de mening van de patiënt) > Schirmertest, niet-gestimuleerde speekselproductie, traan break-up tijd (TBUT), oculaire verkleuringsscore (OSS) > Niet-invasieve TBUT, meibografie (optioneel) > PEPSS WebApp (optioneel) > Biosensoren (alleen in het Verenigd Koninkrijk, optioneel) > Echoscopie van de speekselklier (optioneel) > Kleine speekselklierbiopsie (optioneel) > Bloedafname (serum, RNA)
Inschatting van belasting en risico
Het risiconiveau van het onderzoek is ingeschat als hoog
Voor het onderzoek worden uitsluitend goedgekeurde medicijnen gebruikt met een
zeer bekend veiligheidsprofiel.
Publiek
avenue Claude Vellefaux 1
Paris 75010
FR
Wetenschappelijk
avenue Claude Vellefaux 1
Paris 75010
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Cohort 1
* Schriftelijk geïnformeerde toestemming verstrekt voordat er
onderzoeksgerelateerde procedures worden uitgevoerd.
* Patiënten met pSS volgens ACR/EULAR 2016-criteria of AECG 2002-criteria (zie
addendum 4)
* Met een hoog symptoomniveau (ESSPRI >= 5) en een lage systemische
ziekteactiviteit (ESSAI < 5).
* Negatieve zwangerschapstest (serum bij screening)
* Gebruik zeer betrouwbare anticonceptie (zoals gedefinieerd in paragraaf 6.3)
tijdens de onderzoeksbehandeling, vanaf het moment van de screening en
gedurende twee jaar na het stoppen van de behandeling.
Cohort 2
* Schriftelijk geïnformeerde toestemming verstrekt voordat er
onderzoeksgerelateerde procedures worden uitgevoerd.
* Patiënten met pSS volgens ACR/EULAR 2016-criteria of AECG 2002-criteria (zie
addendum 4)
* Met matige/hoge systemische ziekteactiviteit, zoals gedefinieerd door ESSDAI
>= 5.
* Negatieve zwangerschapstest (serum bij screening)
* Gebruik zeer betrouwbare anticonceptie (zoals gedefinieerd in paragraaf 6.3)
tijdens de onderzoeksbehandeling, vanaf het moment van de screening en
gedurende twee jaar na het stoppen van de behandeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Cohorten 1 en 2:
* Leeftijd < 18 jaar
* Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven of vrouwen die tijdens of
binnen twee jaar na het einde van de behandelingsperiode zwanger willen worden
* Vrouwen van een vruchtbare leeftijd die geen zeer effectieve
anticonceptiemethoden gebruiken (zoals gedefinieerd in paragraaf 6.3)
* Deelname aan een andere interventieproef
* Contra-indicatie voor HCQ: bestaande retinopathie, overgevoeligheid voor HCQ
of voor een van de hulpstoffen van de gebruikte middelen
* Contra-indicatie voor MMF: overgevoeligheid voor mycofenolaatmofetil,
mycofenolzuur, mycofenolaatnatrium of voor een van de hulpstoffen van de
gebruikte middelen
* Contra-indicatie voor LEF: overgevoeligheid voor de werkzame stof, de
belangrijkste actieve metaboliet teriflunomide of voor eventuele hulpstoffen
van de gebruikte middelen.
* Gelijktijdige behandeling met corticosteroïden van meer dan 10 mg/dag
prednison-equivalent bij screening of inclusie (randomisatie)
* Gelijktijdige behandeling met andere immunomodulators, waaronder
methotrexaat, azathioprine, cyclofosfamide, cyclosporine en tacrolimus
* Eerdere behandeling met HCQ, LEF of MMF in de afgelopen 3 maanden
* Eerdere behandeling met rituximab, andere B-cel gerichte biologische therapie
of cyclofosfamide in de afgelopen 6 maanden
* Eerdere behandeling met anti-TNF, abatacept, tocilizumab of belimumab of
enige andere biologische behandeling in de setting van een eerdere klinische
proef in de afgelopen 3 maanden
* Ernstige levensbedreigende systemische problemen waarvoor cyclofosfamide of
een hoge dosis corticosteroïden is vereist, of enig geneesmiddel dat als
uitsluitingscriterium wordt beschouwd
* Verstoring door andere ernstige immunodeficiëntie
* Patiënten met actieve maligniteit of een voorgeschiedenis van maligniteit in
de afgelopen 5 jaar, met uitzondering van niet-melanomen huidkanker
* Patiënten met een voorgeschiedenis van maag-/darmzweren, bloeding en
perforatie van het maagdarmkanaal.
* Patiënten met een voorgeschiedenis van cardiomyopathie
* Patiënten met een bekende erfelijke hypoxanthine-guanine
fosforibosyl-transferase deficiëntie (HGPRT), zoals het syndroom van
Lesch-Nyhan en het syndroom van Kelley-Seegmiller
* Ernstige infectie in de afgelopen maand
* Bewijs van actieve tuberculosebesmetting
* Actieve HCV (positieve PCR)
* Actieve HBV-besmetting (positiviteit voor HBS-antigeen, of positiviteit voor
anti-HBC-antilichamen zonder HBS-antigeen)
* Hiv-besmetting (positieve serologie)
* Positieve SARS-Cov2 PCR (indien gevaccineerd voor COVID-19 is er geen PCR
vereist; bij eerdere COVID-19-besmetting is een positieve serologie voldoende)
* Cytopenie gedefinieerd als neutrofielen < 1,0 G/L, lymfocyten < 0,5 G/L, Hb <
10 g/dl of bloedplaatjes < 100 G/L
* Matige tot ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min)
* Ernstige hypogammaglobulinemie gedefinieerd als gammaglobulinen of IgG < 5
g/l.
* Verminderde leverfunctie: AST of ALT > 2x ULN (opnieuw testen is toegestaan,
zie paragraaf 5.10)
* Gecorrigeerd QT-interval bij verlengd ECG (>500 ms)
* Voorgeschiedenis van maculopathie
* Patiënten zullen worden geïnformeerd over het risico van alcoholconsumptie en
worden aanbevolen om alcohol te vermijden tijdens het gehele onderzoek
* Niet aangesloten bij een sociale-zekerheidsstelsel (specifiek voor Frankrijk)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-510054-16-00 |
EudraCT | EUCTR2019-002470-32-NL |
CCMO | NL72086.042.21 |