Dit is een fase 2-onderzoek bedoeld om het mogelijk gebruik van IMR 687 te verkennen voor de behandeling van proefpersonen met β thalassemie. Dit is het eerste onderzoek naar IMR-687 in een populatie met β-thalassemie, en als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Rode-bloedcelaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstelling
De primaire doelstelling van dit onderzoek in zowel populatie 1 (TDT) als
populatie 2 (NTDT) is het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van
IMR-687 bij volwassen proefpersonen met β thalassemie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen
De secundaire doelstellingen bij populatie 1 (TDT) -proefpersonen zijn:
• Het evalueren van het effect van IMR-687 ten opzichte van placebo op de
afname in belasting door transfusies van rode bloedcellen (RBC).
• Het evalueren van het effect van IMR-687 ten opzichte van placebo op de
verandering in ijzerstapeling.
• Het kenmerken van het farmacokinetisch (FK) profiel van IMR-687 en het
verzamelen van gegevens voor een FK-analyse in de populatie.
De secundaire doelstellingen bij populatie 2 (NTDT) -proefpersonen zijn:
• Het evalueren van het effect van IMR-687 ten opzichte van placebo op anemie
(gedefinieerd als totaal hemoglobine [Hb]).
• Het evalueren van het effect van IMR-687 ten opzichte van placebo op foetaal
hemoglobine (HbF).
• Het evalueren van het effect van IMR-687 ten opzichte van placebo op de
verandering in ijzerstapeling.
• Het kenmerken van het FK-profiel van IMR-687 en het verzamelen van gegevens
voor een FK-analyse in de populatie.
Achtergrond van het onderzoek
De onderzoeksarts neemt deel aan een wetenschappelijk onderzoek dat wordt
uitgevoerd door IMARA, Inc. ter evaluatie van een onderzoeksgeneesmiddel met de
naam IMR-687 voor de behandeling van proefpersonen met bèta (β)-thalassemie.
IMR-687 wordt momenteel onderzocht bij proefpersonen met sikkelcelziekte, maar
dit is het eerste onderzoek bij proefpersonen met β-thalassemie. IMR-687 is
niet goedgekeurd voor de behandeling van β thalassemie en het gebruik ervan in
dit onderzoek is experimenteel.
β-thalassemie is een heel zeldzame ziekte die wordt overgeërfd en de productie
van hemoglobine (Hb) vermindert. Hb is een eiwit in het bloed dat zuurstof van
de longen naar de rest van het lichaam vervoert. Bij proefpersonen met β-
thalassemie leiden lage niveaus van Hb tot een tekort aan zuurstof in vele
delen van het lichaam. Symptomen van β-thalassemie zijn onder meer
groeiafwijkingen, botziekte, hartproblemen en mogelijk bloedklonters.
β-thalassemie wordt vaak omschreven als transfusie-afhankelijke thalassemie
(TDT) (wat betekent dat patiënten afhankelijk zijn van bloedtransfusies op
frequente basis) of niet transfusie-afhankelijke thalassemie (NTDT) (wat wil
zeggen dat bloedtransfusies minder frequent plaatsvinden). Aan het begin van
het onderzoek zal uw onderzoeksarts beoordelen welke subgroep het beste uw
ziekte beschrijft. Dit bepaalt uw schema voor onderzoeksbezoeken.
Het doel van dit wetenschappelijk onderzoek is:
1) evalueren hoe goed IMR-687 wordt verdragen door proefpersonen met β-
thalassemie en hoe veilig het is,
2) de hoeveelheid IMR-687 in uw bloed meten, en
3) beoordelen wat het medicijn doet met de rode bloedcellen en andere aan uw
ziekte gelinkte elementen in uw bloed.
Dit onderzoek zal kijken naar twee verschillende dosisniveaus van IMR-687 en
hoe deze werken in vergelijking met een placebo. Een placebo is een stof die er
net zo uitziet als het actieve geneesmiddel, maar geen actief geneesmiddel
bevat. De placebo is opgenomen in het onderzoek om ervoor te zorgen dat alle
veranderingen die u ervaart niet alleen toevallig gebeuren. Zowel IMR-687 als
de placebo worden in dit onderzoek beschouwd als *geneesmiddel* en daarom
verwijzen we er in dit formulier gezamenlijk naar als "onderzoeksgeneesmiddel".
Dit onderzoek is een gerandomiseerd onderzoek, wat betekent dat u willekeurig
wordt toegewezen aan één van de hieronder vermelde onderzoeksgeneesmiddelen.
Gerandomiseerde onderzoeken worden uitgevoerd om verschillende
onderzoeksgeneesmiddelen of dosissen onderzoeksgeneesmiddel te vergelijken. In
dit onderzoek zijn er drie verschillende doseringsmogelijkheden:
(1) IMR-687 lagere dosis
(2) IMR-687 hogere dosis
(3) Placebo
Afhankelijk van wanneer u zich in dit onderzoek inschrijft, krijgt u de
volgende mogelijkheden voor randomisatie. De deelnemers werden aan het begin
van het onderzoek willekeurig in een verhouding van 2:1 toegewezen aan ofwel
IMR-687 als lagere dosis of aan placebo. Dit betekent dat u een kans had van
67% om IMR-687 als lagere dosis te krijgen en een kans van 33% om placebo te
krijgen.
Op basis van een beoordeling van veiligheidsgegevens is een hogere dosis
ingebracht in het onderzoek. Per 1 februari zal de randomisatie verdergaan in
een verhouding van 1:2:1 (d.w.z. dat u een kans van 25% heeft om IMR-687 als
lagere dosis, 50% kans om IMR-687 als hogere dosis en 25% kans om placebo te
krijgen).
Dit is een dubbelblind onderzoek. Dit betekent dat noch u noch de
onderzoeksarts of het onderzoekspersoneel dat uw aandoening in de loop van het
onderzoek beoordeelt zal weten welk onderzoeksgeneesmiddel u zult krijgen. In
het geval van een noodsituatie kan de onderzoeksarts te weten komen welk
onderzoeksgeneesmiddel u heeft gekregen.
Doel van het onderzoek
Dit is een fase 2-onderzoek bedoeld om het mogelijk gebruik van IMR 687 te
verkennen voor de behandeling van proefpersonen met β thalassemie. Dit is het
eerste onderzoek naar IMR-687 in een populatie met β-thalassemie, en als
zodanig is het ontworpen om de veiligheid, verdraagbaarheid en FK te
onderzoeken, evenals de mogelijke FD-effecten, van IMR 687 voor 36 weken qd
toegediend bij volwassen proefpersonen met β thalassemie.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase 2-onderzoek
ter evaluatie van de veiligheid, verdraagbaarheid, FK en FD van IMR-687
(fosfodiësterase (PDE) 9-remmer) eenmaal daags toegediend (qd) voor 36 weken in
2 populaties van volwassen proefpersonen met β-thalassemie: Populatie 1
(TDT-proefpersonen) en populatie 2 (NTDT-proefpersonen). Een schema van het
onderzoek wordt verstrekt in hoofdstuk 7 van het protocol.
Ongeveer 120 proefpersonen met β-thalassemie (60 proefpersonen met TDT en 60
proefpersonen met NTDT) van 18 tot 65 jaar zullen voor dit onderzoek worden
opgenomen. Dit onderzoek bestaat uit een periode met retrospectieve
gegevensinzameling, een screeningperiode, een dubbelblinde behandelingsperiode
en een opvolgingsperiode voor veiligheid. Tijdens de screeningperiode van
maximaal 28 dagen zullen proefpersonen geïnformeerde toestemming geven en
worden beoordeeld op de geschiktheidscriteria zoals hieronder staat aangegeven.
Proefpersonen krijgen op een geblindeerde wijze hetzij IMR-687 (lagere dosis
[>=3,0 tot <=5,0 mg/kg] of hogere dosis [>4,5 tot <=6,7 mg/kg]; de exacte
blootstellingsbereiken voor de verschillende groepen proefpersonen zijn
afhankelijk van gewichtsgrens voor de sterkte van de tabletten zoals samengevat
bij *Reden voor het onderzoek* hieronder) of placebo. De proefpersonen zullen
willekeurig in een verhouding van 2:1 worden toegewezen aan ofwel IMR-687 als
lagere dosis of placebo. Voorafgaand aan de introductie van IMR-687 als hogere
dosis zal de commissie voor gegevenscontrole (Data Monitoring Committee, DMC)
de veiligheidsgegevens beoordelen van ten minste 5 proefpersonen die IMR-687
hebben gekregen. Als de DMC opname van de hogere dosis aanbeveelt, zal
randomisatie dan in een verhouding van 1:2:1 verdergaan (IMR-687 lagere dosis,
IMR-687 hogere dosis of placebo). De DMC kan bijkomende gegevens en/of
vergadering(en) aanvragen om de aanbeveling te maken om al dan niet verder te
gaan met opname van de hogere dosis. Tijdens de uitvoering van het onderzoek
onder Protocolversie 4.0 heeft het DMC de start van de inclusie voor de
IMR-687-groep goedgekeurd, welke is ingegaan op 1 februari 2021.
De proefpersonen komen in week 1 terug naar het onderzoekscentrum voor een
veiligheidsbeoordeling, en gekwalificeerd centrumpersoneel zal in week 2
telefonisch contact opnemen met de proefpersoon om mogelijke bijwerkingen en
gelijktijdige medicatie op te tekenen. Proefpersonen bezoeken het
onderzoekscentrum gedurende de rest van het onderzoek ongeveer elke 3 weken
(TDT-proefpersonen) of om de 4 weken (NTDT-proefpersonen). De veiligheid wordt
gedurende het hele onderzoek gecontroleerd, en FK, FD, QoL en klinische
uitkomstmetingen zullen worden uitgevoerd tijdens de in het schema van
beoordelingen voor de TDT- en NTDT-populaties (respectievelijk tabel 2 en 3 in
het protocol) weergegeven bezoeken.
De geïnformeerde toestemming zal specifiek vermelden dat retrospectief gegevens
zullen worden verzameld over transfusiebelasting, gedefinieerd als de datums
van transfusievoorvallen en het aantal eenheden geconcentreerde suspensies van
rode bloedcellen (packed Red Blood Cells, pRBC) per voorval in de loop van de
12 weken voorafgaand aan het bezoek bij baseline (dag 1). Indien beschikbaar,
moeten eveneens de volgende gegevens worden verzameld voor elk
transfusievoorval: volume en hematocriet van elke pRBC-eenheid, pre-transfusie
Hb, en pre-transfusie gewicht.
Onderzoeksproduct en/of interventie
IMR-687 zal worden geleverd als witte tabletten van 100, 150, of 200 mg om oraal in te nemen. Proefpersonen worden aangeraden om voor 36 weken iedere dag oraal twee IMR-687-tabletten in te nemen met voedsel. De verschillende dosissen IMR 687 zijn visueel identiek in hun tabletvorm. De placebo zal bestaan uit tabletten met een matrix zonder IMR-687 en zullen er identiek uitzien als de IMR-687-tabletten. Proefpersonen worden aangeraden om voor 36 weken iedere dag oraal twee placebotabletten in te nemen met voedsel.
Inschatting van belasting en risico
Alle geneesmiddelen kunnen bepaalde bijwerkingen en ongemakken veroorzaken.
IMR-687 werd toegediend aan in totaal 63 deelnemers met sikkelcelziekte. De
meest voorkomende bijwerkingen, die optraden bij >=10% van de deelnemers, waren:
• sikkelcelpijn met crisis (typisch bij patiënten met sikkelcelziekte, niet bij
bèta-thalassemie) (48%)
• hoofdpijn (35%)
• misselijkheid (22%)
• vermoeidheid (11%)
• oculaire icterus (geelheid van de ogen) (11%)
• rugpijn (11%)
• griepachtige ziekte (10%)
• infecties van de bovenste luchtwegen (10%)
• gewrichtspijn (10%)
• verkoudheid (10%)
Het samen met voedsel innemen van IMR-687 kan misselijkheid en hoofdpijn doen
afnemen.
Er is geen garantie dat u rechtstreeks voordeel zult hebben bij deelname aan
dit onderzoek. Uw toestand kan verbeteren, hetzelfde blijven of erger worden
tijdens het onderzoek. Men verwacht dat nieuwe informatie verkregen zal worden
tijdens dit onderzoek, die nuttig kan zijn voor proefpersonen of de samenleving
in het algemeen.
Deelname aan het onderzoek betekent ook:
- extra tijd die u in het ziekenhuis zal moeten besteden;
- extra testen;
- dat u afspraken heeft die u moet nakomen.
Voor meer informatie verwijzen we graag naar het protocol, het IB en de PIF.
Publiek
Huntington Avenue 116, 6th Floor
Boston MA 02116
US
Wetenschappelijk
Huntington Avenue 116, 6th Floor
Boston MA 02116
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen moeten voldoen aan alle volgende inclusiecriteria om in
aanmerking te komen voor het onderzoek:
1. Proefpersonen moeten hun geïnformeerde toestemming begrijpen en vrijwillig
verlenen en een formulier voor geïnformeerde toestemming (ICF) ondertekenen
voordat eender welke onderzoeksgerelateerde beoordelingen/procedures kunnen
worden uitgevoerd. Hoewel transfusies met rode bloedcellen en bijbehorend
Hb-laboratoriumonderzoek voorafgaand aan de screening niet
onderzoeksgerelateerd zijn, zal het formulier voor geïnformeerde toestemming
specifiek proefpersonen om toestemming vragen voor het verzamelen van deze
gegevens.
2. Proefpersonen moeten >=18 tot <=65 jaar oud zijn op het moment van
ondertekening van het ICF.
3. Proefpersonen moeten gedocumenteerde diagnose van β-thalassemie of HbE/β-
thalassemie in hun medische voorgeschiedenis hebben. Gelijktijdige deletie,
duplicatie of triplicatie van een alfagen is toegestaan.
4. Enkel voor TDT-proefpersonen: Proefpersonen moeten regelmatig transfusies
krijgen, gedefinieerd als >3 tot 10 pRBC-eenheden (eén eenheid pRBC verwijst
naar één zak pRBC*s) in de 12 weken voorafgaand aan het bezoek bij baseline
(dag 1) en mogen geen transfusievrije periode hebben voor >35 dagen tijdens die
periode.
Enkel voor NTDT-proefpersonen: Proefpersonen moeten transfusie-onafhankelijk
zijn, gedefinieerd als 0 tot <=3 eenheden1 pRBC*s ontvangen tijdens de periode
van 12 weken voorafgaand aan het bezoek bij baseline (dag 1), mogen geen
standaard transfusieprogramma volgen, moeten RBC transfusievrij zijn voor >=4
weken voorafgaand aan randomisatie, en mogen niet naar planning beginnen met
een standaard hematopoïetische stamceltransplantatie binnen 9 maanden.
5. Proefpersonen moeten documentatie hebben van de datums van
transfusievoorvallen en het aantal pRBC-eenheden per voorval binnen de 12 weken
voorafgaand aan het bezoek bij baseline (dag 1).
6. Proefpersonen moeten bereid en in staat zijn om alle onderzoeksbeoordelingen
en -procedures uit te voeren en om doeltreffend te communiceren met de
onderzoeker en het centrumpersoneel.
7. Proefpersonen moeten een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)
performancescore van 0 tot 1 hebben (Bijlage 1).
8. Vrouwelijke proefpersonen mogen niet zwanger zijn of borstvoeding geven, en
het moet zeer onwaarschijnlijk zijn dat ze zwanger zouden worden. Het moet
onwaarschijnlijk zijn dat mannelijke proefpersonen een partner zwanger maken.
Mannelijke of vrouwelijke proefpersonen moeten voldoen aan ten minste één van
de volgende criteria:
• Een vrouwelijke proefpersoon die geen kinderen kan krijgen, komt in
aanmerking zonder de vereiste om anticonceptie te gebruiken. Een vrouwelijke
proefpersoon die geen kinderen kan krijgen, wordt gedefinieerd als iemand die:
(1) natuurlijke menopauze heeft bereikt (gedefinieerd als 12 maanden van
spontane amenorroe zonder een alternatieve medische oorzaak, wat bevestigd kan
worden met niveaus van het follikelstimulerend hormoon in het post-menopausaal
bereik, zoals bepaald door het centraal laboratorium); (2) 6 weken
postoperatief is na bilaterale oöforectomie, met of zonder hysterectomie; of
(3) een bilaterale tubaligatie heeft ondergaan. Spontane amenorroe omvat geen
gevallen waarvoor er een onderliggende ziekte is die leidt tot de amenorroe
(bijv. anorexia nervosa).
• Een vrouw die zwanger kan worden, moet 2 negatieve zwangerschapstests hebben
zoals voorafgaand aan de start van de onderzoeksbehandeling geverifieerd door
de onderzoeker. Zij moet akkoord gaan met continue zwangerschapstests in de
loop van het onderzoek, bij het bezoek aan het einde van de behandeling en bij
het bezoek aan het einde van het onderzoek. Dit is ook van toepassing indien de
proefpersoon zich volledig onthoudt van heteroseksuele omgang.
• Een mannelijke proefpersoon die geen kinderen kan krijgen, komt in aanmerking
zonder de vereiste om anticonceptie te gebruiken. Een mannelijke proefpersoon
die geen kinderen kan krijgen, wordt gedefinieerd als iemand die een geslaagde
vasectomie heeft ondergaan. Een geslaagde vasectomie wordt gedefinieerd als (1)
microscopische documentatie van azoöspermie, of (2) een vasectomie die meer dan
2 jaar geleden heeft plaatsgevonden zonder zwangerschap, ondanks seksuele
activiteit na de vasectomie.
• Een mannelijke of vrouwelijke proefpersoon die kinderen kan krijgen, stemt
ermee in om zich volledig te onthouden van geslachtsgemeenschap of om
aanvaardbare methoden van uiterst doeltreffende anticonceptiemethodes te
gebruiken (of hun partner te laten gebruiken), te beginnen op het moment van
toestemming tot en met 3 maanden na voltooiing van de onderzoeksbehandeling.
Volledige onthouding wordt gedefinieerd als onthouding die in lijn is met de
verkozen en gebruikelijke levensstijl van de proefpersoon. Periodieke
onthouding (bijv. kalender-, ovulatie-, symptothermale of postovulatiemethode),
verklaring van onthouding voor de duur van het onderzoek en terugtrekken zijn
geen aanvaardbare anticonceptiemethoden. Aanvaardbare methoden van zeer
doeltreffende anticonceptie zijn gecombineerde hormonale anticonceptie of
hormonale anticonceptie met alleen progesteron die gelinkt is aan remming van
de ovulatie, spiraaltjes en intra-uteriene hormoonvrijgevend systeem.
9. Proefpersonen die hydroxyurea krijgen, moeten dat doorlopend hebben gekregen
voor ten minste 6 maanden voorafgaand aan de ondertekening van het ICF, en
moeten aan een stabiele dosis zijn voor minimaal 3 maanden voorafgaand aan de
ondertekening van het ICF, zonder verwachte noodzaak voor dosisaanpassing
tijdens het onderzoek, waaronder de screeningperiode, naar het oordeel van de
onderzoeker.
10. Enkel voor NTDT-proefpersonen: Proefpersonen moeten een gemiddeld Hb <=10,0
g/dl hebben tijdens de screening; het screening Hb-monster moet worden
afgenomen 7 tot 28 dagen voorafgaand aan randomisatie. Hb-waarden binnen 21
dagen na de transfusie worden uitgesloten.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen die aan een of meer van de volgende criteria voldoen, moeten van
het onderzoek worden uitgesloten:
1. Eender welke significante medische aandoening, laboratoriumafwijking of
psychiatrische ziekte waardoor de proefpersoon niet aan het onderzoek kan
deelnemen, waaronder de aanwezigheid van afwijkende laboratoriumwaarden die de
proefpersoon aan onaanvaardbaar risico zouden blootstellen moest hij/zij
deelnemen aan het onderzoek.
2. Eender welke situatie of omstandigheid die de mogelijkheid zouden kunnen
beïnvloeden om de gegevens uit het onderzoek te interpreteren (bijv.
proefpersonen die ook transfusies met rode bloedcellen krijgen in centra die
geen laboratoriummonsters kunnen afnemen voor centrale verwerking).
3. Diagnose van α-thalassemie (bijv. hemoglobine H [HbH]) of hemoglobine S
(HbS)/β thalassemie.
4. Body mass index (BMI) <17,0 kg/m2 of een totaal lichaamsgewicht <45 kg; of
BMI >35 kg/m2.
5. Proefpersonen met bekende actieve hepatitis A, hepatitis B, hepatitis C, met
actief of acuut voorval van malaria, of van wie bekend is dat zij positief zijn
voor het humaan immunodeficiëntievirus (hiv).
6. Een beroerte die medisch ingrijpen noodzakelijk maakt <=24 weken voorafgaand
aan randomisatie.
7. Proefpersonen die rechtstreeks inwerkende orale antistollingsmiddelen
(DOAC*s) innemen, zoals apixaban, dabigatran, rivaroxaban, edoxaban of
ticagrelor, of die warfarine innemen, worden uitgesloten vanwege de
mogelijkheid op een cytochroom P450 (CYP) 3A-gemedieerde
geneesmiddelinteractie, tenzij ze ten minste 28 dagen voorafgaand aan
randomisatie (dag 1) zouden stoppen met de behandeling. Andere orale
antistollingsmiddelen en trombocytenaggregatieremmers zijn toegestaan.
Antistollingsbehandeling ter preventie van veneuze trombo-embolie, waaronder
longembolie en wanneer een operatie of risicovolle procedures worden ondergaan,
zijn toegestaan indien heparines met laag moleculair gewicht worden gebruikt in
de perioperatieve periode. Aspirinegebruik (<100 mg per dag) is toegestaan voor
en tijdens het onderzoek.
8. Eerdere deelname aan een andere klinisch onderzoek met een onderzoeksmiddel
(of medisch hulpmiddel) binnen 30 dagen of 5 halfwaardetijden vanaf de datum
van geïnformeerde toestemming, die het langste is, of op dit moment deelnemend
aan een ander onderzoek naar een experimenteel middel (of medisch hulpmiddel).
9. Aantal bloedplaatjes >1000 × 109/l.
10. Voor proefpersonen op ijzerchelatietherapie (ICT) op het moment van
ondertekening van het ICF, met aanvang van ICT minder dan 24 weken voorafgaand
aan de verwachte randomisatiedatum. ICT kan gelijk wanneer tijdens de
behandeling worden begonnen, en moet worden gebruikt volgens de bijsluiter.
11. Proefpersonen die <=24 weken voorafgaand aan randomisatie behandeling kregen
met erytropoëtine stimulerende middelen.
12. Ongecontroleerde hypertensie, gedefinieerd als systolische bloeddruk >=160
mmHg of diastolische bloeddruk >=100 mmHg, medische interventie geïndiceerd, en
meer dan één geneesmiddel of meer intensieve behandeling geïndiceerd dan eerder
gebruikt.
13. Slecht beheerste diabetes mellitus, naar het oordeel van de onderzoeker,
bijvoorbeeld
1) HbA1c > 9,0% binnen 12 weken voorafgaand aan randomisatie (in de medische
voorgeschiedenis);
2) korte termijn hyperglykemie leidend tot hyperosmolaire of ketoacidotische
crisis; en/of 3) voorgeschiedenis van diabetische cardiovasculaire complicaties.
14. Proefpersonen met ernstige orgaanschade, waaronder:
a. Leverziekte met ALT of AST >3× ULN; rechtstreeks bilirubine >3 × ULN met een
verhouding van direct/totaal bilirubine >0,3; of voorgeschiedenis/bewijs van
cirrose, levertransplantatie, of aanwezigheid van een klinisch significante
massa/tumor.
b. Hartziekte, hartfalen zoals geclassificeerd door een New York Heart
Association-classificatie van 3 of hoger, of significante aritmie die
behandeling vereist, of een recent myocardinfarct binnen 6 maanden na
randomisatie, of significante cardiale ijzerstapeling.
c. Ernstige longziekte, waaronder longfibrose of pulmonale hypertensie, d.w.z.
>=Graad 3 NCI CTCAE versie 5.0.
d. Significante nierziekte zoals aangeduid door, bijvoorbeeld,geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid <45 ml/min/1,73 m2 (aan de hand van de
MDRD-formule (Modification of Diet in Renal Disease [dieetaanpassing bij
nierziekte]).
15. Proefpersonen die chronische systemische glucocorticoïden hebben gekregen
voor <=12 weken voorafgaand aan randomisatie (>=5 mg/dag prednison of
gelijkwaardig). Fysiologische vervangingstherapie voor bijnierinsufficiëntie is
toegestaan.
16. Zware operatie <=8 weken voorafgaand aan randomisatie.
17. Een voorgeschiedenis van een klinisch significante allergische reactie of
overgevoeligheid, naar het oordeel van de onderzoeker, op een geneesmiddel of
enig bestanddeel van de formuleringen van het onderzoeksgeneesmiddel dat
gebruikt wordt in het onderzoek (zie de brochure van de onderzoeker).
18. Voorgeschiedenis of huidige maligniteiten (solide tumoren en hematologische
maligniteiten) tenzij de patiënt ziektevrij is geweest (waaronder voltooiing
van een actieve of adjuvante behandeling voor eerdere maligniteit) voor >=5
jaar. Patiënten met de volgende voorgeschiedenis/gelijktijdige aandoeningen
zijn echter toegestaan indien, naar het oordeel van de onderzoeker, de
aandoening gepast gediagnosticeerd werd en is vastgesteld als klinisch in
remissie, en de deelname aan het onderzoek door de proefpersoon geen
veiligheidsprobleem zou vormen:
a. basaal- of plaveiselcelcarcinoom van de huid
b. in situ carcinoom van de baarmoederhals
c. in situ carcinoom van de borst
d. incidentele histologische bevinding van prostaatkanker (T1a of T1b met het
klinisch classificatiesysteem op basis van tumor, gezwel, metastase)
19. Op een elektrocardiogram (ecg) bij screening of basislijn (dag 1) een QTcF
aantonen van >450 ms voor mannen en >470 ms voor vrouwen, op 2 of meer van de
drievoudige ECG*s, of aanwezigheid van klinisch significante ecg-afwijkingen
zoals bepaald door de onderzoeker.
20. Inname/gebruik van de volgende geneesmiddelen of andere stoffen in de
gespecificeerde perioden voorafgaand aan randomisatie of plannen om deze gelijk
wanneer tijdens het onderzoek in te nemen/te gebruiken. Als in vraag gesteld
wordt of een stof al dan niet is toegestaan, kunt u de productbijsluiters
raadplegen (indien van toepassing) en contact opnemen met de medische monitor
en/of sponsor.
a. PDE type 5-remmers (waaronder, maar niet beperkt tot, sildenafil, tadalafil
en vardenafil) binnen 7 dagen voorafgaand aan randomisatie (dag 1), of van plan
zijn deze te gaan gebruiken tijdens het onderzoek.
b. Pompelmoes, pompelmoessap, pompelmoesproducten of kruidensupplementen met
CYP wijzigende capaciteiten binnen 1 week voorafgaand aan de randomisatie (dag
1), of van plan zijn deze te consumeren tijdens het onderzoek.
c. CYP3A gevoelige substraten, waaronder synthetisch opioïde fentanyl en
alfentanil, of matige of sterke CYP3A-remmers of -inductoren binnen 28 dagen
voorafgaand aan randomisatie (dag 1), of van plan zijn deze te gaan gebruiken
tijdens het onderzoek.
d. Inname van eender welke geneesmiddelen of stoffen waarvan bekend is dat deze
substraten of remmers van P glycoproteïne (P gp) of
borstkankerresistentieproteïne (BCRP) zijn, binnen 28 dagen voorafgaand aan
randomisatie (dag 1), of van plan zijn deze te gaan gebruiken tijdens het
onderzoek.
21. Andere eerdere of lopende medische aandoening, lichamelijke bevindingen of
laboratoriumafwijkingen die, naar het oordeel van de onderzoeker, een negatieve
invloed kunnen hebben op de veiligheid van de proefpersoon, het
onwaarschijnlijk maken dat de behandelingskuur of de opvolging wordt voltooid,
of de beoordeling van de onderzoeksresultaten zouden verhinderen (bijv. een
voorgeschiedenis van geneesmiddel- of drugsmisbruik, naar het oordeel van de
onderzoeker in het voorbije jaar).
22. Eender welke klinisc
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-002989-12-NL |
CCMO | NL73905.056.20 |