Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de graad van artrose en degeneratieve discopathie in de onderrug van patienten met adolescente idiopathische scoliose die 20 jaar geleden zijn behandeld met Boston brace of selectieve thoracale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselmisvormingen (incl. tussenwervelschijfafwijkingen)
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Artrose zal worden bepaald door middel van twee rontgenfoto's
(Posterieur-Anterieur en lateraal).
Artrose zal worden geclassificeerd op basis van de Pathria, Kellgren-Lawrence
en Weishaupt
classificatie.
DDD zal worden bepaald door middel van MRI. De totale aantal degeneratieve
disci per deelnemer
en de mate van degeneratie zal per cohort worden bepaald. Daarnaast zullen
proporties van disci
met Schmorlse noduli, herniaties en dekplaat veranderingen worden bepaald.
Secundaire uitkomstmaten
Er zal onderzocht worden of de radiologische resultaten gecorreleerd zijn aan
demografische
gegevens, curve type (bijv. Lenke classificatie), curve grootte, parameters
voor spinale balans en
PROMS's (Patient Reported Outcome Measures: SF-36, EQ-5D, SRS-22, Oswestry
Disability Index en
visual analogue scale)
Longfunctie zal worden vergeleken met de longfunctietesten die in de jeugd zijn
gemaakt om
verandering over de jaren in beeld te brengen.
Achtergrond van het onderzoek
Een scoliose is een zijwaartse verkromming van de rug. Meestal wordt de
afwijking tijdens vroege
adolescentie opgemerkt, waarna het vaak verslechterd tijdens de groeispurt. Een
scoliose komt
regelmatig voor. Van elke 100 mensen hebben er ongeveer 4 een scoliose. Het
komt vaker voor bij
meisjes dan bij jongens met een verhouding 10:1. Meestal is er sprake van een
idiopathische
scoliose, wat betekend dat de oorzaak onbekend is. De bocht kan op jonge
leeftijd pijnklachten,
kortademigheid en vermoeidheid veroorzaken. Echter de meeste patiënten hebben
op jonge
leeftijd geen lichamelijke klachten. Kinderen worden op jonge leeftijd
behandeld met een brace of
operatie om op latere leeftijd slijtage in de rug te voorkomen. Het doel van de
behandeling is om
de bocht onder de 45° te houden. Indien de bocht groter is bij de einde van de
groei, zal de bocht
gedurende de volwassenheid toenemen door de zwaartekracht. Naar mate de bocht
groter is, is de
belasting meer asymmetrisch, wat versnelde slijtage van de rug als gevolg heeft.
Een bocht van meer dan 45° is een operatie-indicatie. Bij deze operatie worden
enkele wervels van
de bocht vastgezet en gecorrigeerd, zodat verdere progressie wordt voorkomen.
De enige bewezen
niet-chirurgische ingreep is het dragen van een brace gedurende een aantal
jaren tijdens de groei.
De brace heeft als doel progressie van de bocht te stoppen en de bocht onder
45° te houden,
waardoor er minder kans is dat de bocht zal toenemen gedurende de
volwassenheid. Ondanks dat
de bracebehandeling als eeuwen lang wordt toegepast, is pas in 2013 aangetoond
dat de brace
behandeling significante de bochtprogressie verminderd en zodoende operaties
kan voorkomen.
Afgelopen jaar hebben wij ons verdiept in de effecten van een thoracale bocht
op de longfunctie.
Uit een meta-regressie analyse bleek dat de longfunctie (FEV1 en FVC) bij
kinderen en adolescenten
met ongeveer 1% afneemt per 2.5 tot 3 graden toename van de scoliose. Het
cohort dat binnen dit
onderzoek valt heeft als kind longfunctie onderzoek (spirometry) ondergaan.
Omdat er nauwelijks
informatie is wat een scoliose op lange termijn doet met de longfunctie, zouden
we graag samen
met de afdeling Longgeneeskunde de patiënten opnieuw een spirometry onderzoek
willen laten
ondergaan als ze voor de MRI toch naar het ziekenhuis komen.
Met dit onderzoek willen me meer inzicht krijgen op de gevolgen van beide
behandelingen op
latere leeftijd. Beide behandelingen worden immers gegeven om klachten zoals
artrose te
voorkomen. Kennis over de langetermijneffecten is momenteel nog onvoldoende
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de graad van artrose en
degeneratieve discopathie in
de onderrug van patienten met adolescente idiopathische scoliose die 20 jaar
geleden zijn
behandeld met Boston brace of selectieve thoracale spondylodese. En het
onderzoeken van de longfunctie van scoliosepatienten.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is een cross-sectioneel cohort studie en bevat scoliose en
controle patiënten. Het zal
worden uitgevoerd door een arts-onderzoeker van de afdeling orthopedie van het
OLVG te
Amsterdam. Patiënten die voldoen aan de selectie criteria zullen worden
geselecteerd uit het OLVG
scoliose database. Patiënten zullen telefonisch worden benaderd door de
arts-onderzoeker. Nadat
de patiënten voldoende informatie hebben gekregen, krijgen ze 2 weken
bedenktijd om te
beslissen of ze willen deelnemen aan het onderzoek. Indien de patiënt besluit
mee te doen aan het
onderzoek, zullen informatiebrief en informed consent naar de patiënt worden
toe gestuurd. Na
ondertekenen van het informed consent zal er een afspraak worden gemaakt worden
voor
beeldvorming (X-LWK en MRI-LWK) en longfunctieonderzoek. Deze afspraak zal
circa 2 tot 3 uur Wij zullen patienten alvorens een rontgenfoto te maken
vragen of zij in de afgelopen 5 jaar een rontgenfoto hebben gehad van de
wervelkolom. Indien dit het geval is zullen wij toestemming vragen deze foto's
op te vragen (in het geval van een foto in een ander ziekenhuis) en te
gebruiken voor ons onderzoek.
duren. Na de beeldvorming zal de patiënt telefonisch worden benaderd door de
arts/onderzoeker
om de uitslag van de scans te bespreken.
Inschatting van belasting en risico
Voor het onderzoek zal de patient éénmalig naar het ziekenhuis moeten komen.
Bij dit bezoek
zullen twee rontgenfoto*s en één MRI van de onderrug worden gemaakt.
Voor het maken een röntgenfoto wordt gebruikgemaakt van ioniserende staling.
Uit vele
onderzoeken is gebleken dat er twee effecten kunnen optreden door een te veel
aan straling, en
wel 1) het ontstaan van kanker 2) het ontstaan vaan aangeboren afwijkingen.
Iedereen staat dagelijks bloot aan straling. Het gaat hier om zeer geringe
hoeveelheden
achtergrondstraling, welke wordt uitgedrukt in millisievert (mSv). In Nederland
ontvangen wij
ongeveer 2 mSv per jaar, door straling uit de aardbodem en het heelal. In
hooggelegen en
bergachtige oorden kan deze achtergrondstraling zelfs oplopen tot 10 mSv per
jaar. De dosis van
een rontgen foto van de onderrug bedraagt 1,50 mSv.
Bij een MRI onderzoek wordt geen ioniserende straling gebruikt. een MRI scan
werkt met een
magnetisch veld en heeft in het algemeen geen bijwerkingen. De methode levert
wel problemen op
bij patiënten met metaal in hun lichaam, zoals pacemakers.
Bij een longfunctietest worden er geen bijwerkingen of risico*s verwacht
Publiek
Oosterpark 9
Amsterdam 1091 AC
NL
Wetenschappelijk
Oosterpark 9
Amsterdam 1091 AC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor alle patiënten
• Patiënten met adolescente idiopathische scoliose
• Lenke type 1 scoliose
• ten minste 25 jaar skeletaal volwassen (uitgegroeid)Groep 1
• bocht grootte
• Niet chirurgisch behandeldGroep 3
• Bocht van 45-50° bij einde van de groei
• Niet chirurgisch behandeld
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- inadequate taalvaardigheid van het Nederlands
- Andere vormen van scoliose (bijv. neuromusculaire of congenitale scoliose)
-Onvermogen een MRI scan te krijgen i.v.m metaal of claustrofobie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL59162.100.17 |