Het doel van het onderzoek is het bepalen van de optimale ondergrens voor zuurstof saturatie voor kinderen met matig of ernstige BPD vanaf de leeftijd van 36 weken postmenstruele leeftijd gedurende de tijd dat zij nog extra zuurstof krijgen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is gewichtsgroei op de leeftijd van 6 maanden
(gecorrigeerd voor prematuriteit), als indirecte maat voor groei van normaal
longweefsel.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
- Gewichtsgroei en lengte op de leeftijd van 12 maanden (gecorrigeerd voor
prematuriteit), als indirecte maat voor groei van normaal longweefsel.
- Gebruik van gezondheidszorg (bezoeken aan artsen, opnames)
- Kwaliteit van leven van ouders/verzorgers
In een subgroup van de kinderen:
- Longfunctie (lower lung clearance index) en/of betere long structuur op CT
scans
- Pulmonale hypertensie en/of rechter ventrikel systolische functie
Achtergrond van het onderzoek
Extreme prematuriteit leidt tot een stop in de ontwikkeling van de longen en
longvaten en kan mogelijk resulteren in bronchopulmonale dysplasia (BPD). BPD
is een chronische longziekte die niet alleen leidt tot levenslange respiratoire
klachten, maar ook tot nadelige cardiovasculaire en neurologische uitkomsten.
Daarnaast is de impact op ouders van het zorgen voor een kind met BPD
significant en kan leiden tot een toename van stress, lage slaapkwaliteit en
depressieve klachten wat vervolgens allemaal een negatieve impact op de
kwaliteit van leven kan geven. Ongeveer 500 kinderen per jaar in Nederland
krijgen BPD en van deze groep heeft tweederde de matige of ernstige vorm van de
ziekte. Dit betekent dat de kinderen nog afhankelijk zijn van extra zuurstof
toediening op 36 weken postmenstruele leeftijd.
De belangrijkste behandeling voor BPD is extra zuurstofondersteuning.
Verschillende randomized controlled trials hebben onderzoek gedaan naar
liberaal versus beperkt gebruik van extra zuurstof bij extreem prematuren in de
eerste weken van het leven. Er werd hier gekeken naar uitkomsten zoals
overlijden, ontwikkeling van BPD of retinopathie van de prematuur, en naar
ontwikkeling. Echter, geen enkele studie heeft gekeken naar de optimale
zuurstof saturatie voor kinderen die nog extra zuurstof nodig hebben op de
leeftijd vanaf 36 weken postmenstruele leeftijd. Deze grens is mogelijk anders
dan de grenzen in de eerste weken van het leven, omdat de gevoeligheid voor
oxidatieve stress (en bijvoorbeeld ontwikkeling van retinopathie)
waarschijnlijk is afgenomen. Daarnaast begint de alveolaire longgroei vanaf
ongeveer 34 weken postmenstruele leeftijd en dit betekent dus een nieuw
tijdperk in longgroei.
Door het gebrek aan studies, wordt er in de Nederlandse BPD richtlijn geen
aanbeveling gedaan over de zuurstof saturatie grenzen bij kinderen met BPD. Dit
heeft geresulteerd in een grote variatie tussen verschillende ziekenhuizen in
het aanhouden van een ondergrens voor de zuurstof saturatie, waarbij de meeste
ziekenhuizen een ondergrens van 90% aanhouden. Deze grens is echter mogelijk te
laag omdat meerdere observationele studies uitwijzen dat extra zuurstof de
respiratoire symptomen kan verminderen, pulmonale hypertensie kan voorkomen en
voordelig kan zijn voor de neurologische ontwikkeling en gewichtsgroei bij
kinderen met BPD. Belangrijk is dat gewichtsgroei bij kinderen met BPD positief
geassocieerd is met de hoeveelheid normaal longweefsel gezien op CT scans, en
is gerelateerd aan een betere longfunctie later in het leven. Een slechte
gewichtstoename is daarnaast geassocieerd met een toegenomen vatbaarheid voor
infecties. Aan de andere kant kan hyperoxie (i.e. te veel zuurstof) mogelijk
leiden tot toegenomen levels van vrije zuurstofradicalen en hierop volgend
oxidatieve schade. Dit kan een negatief effect op de longontwikkeling hebben,
alsook op de ontwikkeling van andere organen zoals de ogen en hersenen.
Samengevat kan te weinig zuurstof nadelige gevolgen hebben voor prematuur
geboren kinderen met BPD, terwijl te veel zuurstof ook vermeden moet worden.
Hierbij is het vooralsnog onbekend waar de balans tussen te veel en te weinig
zuurstof ligt.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het bepalen van de optimale ondergrens voor
zuurstof saturatie voor kinderen met matig of ernstige BPD vanaf de leeftijd
van 36 weken postmenstruele leeftijd gedurende de tijd dat zij nog extra
zuurstof krijgen.
Onderzoeksopzet
Dit is een multi-center gerandomiseerde gecontroleerde, open studie bij
kinderen met matige tot ernstige BPD vanaf 36 weken post-menstruele leeftijd.
De geincludeerde kinderen zullen worden verdeeld in 2 groepen:
1. Verminderen van extra zuurstof toediening, gebaseerd op een saturatie
ondergrens van >= 95%
2. Verminderen van extra zuurstof toediening, gebaseerd op een saturatie
ondergrens van >= 90%
De studie duur voor elke patient zal 1 jaar zijn, met daarin 3 bezoeken: bij
inclusie, op 6 en op 12 maanden (leeftijd gecorrigeerd voor prematuriteit).
De kinderen zullen worden geincludeerd als zij de leeftijd van 36-38 weken
postmenstruele leeftijd hebben bereikt, matige tot ernstige BPD hebben en nog
zijn opgenomen in het ziekenhuis.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behoudens de verschillende ondergrenzen voor saturatie, zijn er geen andere interventies.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van meedoen aan het onderzoek is minimaal. Zo lang de kinderen
respiratoire ondersteuning/zuurstof nodig hebben, vragen we de ouders of
behandelend arts om een saturatieprofiel te downloaden van de door hen
gebruikte saturatiemeter en dit naar ons te versturen. Dit saturatieprofiel zal
1 keer per week worden gedaan indien de kinderen thuis zijn, en 2 keer per week
als de kinderen opgenomen zijn in het ziekenhuis.
De kinderen zullen hun reguliere controles op de polikliniek volgen. Wij vragen
de ouders enkele malen om een vragenlijst in te vullen.
Alleen als dit onderdeel is van de routine follow up, zullen we kijken naar
CT-scans, echocardiografie of multiple breath wash-out (MBW).
Het risico van het onderzoek is minimaal. De interventie (hogere ondergrens
voor saturatie) zal waarschijnlijk leiden tot een betere uitkomst. Hyperoxie
kan potentieel leiden tot longschade en retinopathie van de prematuur. Echter
is het risico op deze aandoeningen aanzienlijk lager voor de kinderen vanaf de
leeftijd van 36 weken postmenstruele leeftijd dan daarvóór. Potentieel kunnen
de kinderen in de controle groep (i.e. lagere ondergrens voor saturatie) minder
snel groeien en meer ademarbeid vertonen.
Publiek
Wytemaweg 80
Rotterdam 3015CN
NL
Wetenschappelijk
Wytemaweg 80
Rotterdam 3015CN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- geboren na zwangerschapsduur < 32 weken - extra zuurstof behoefte >= 28 dagen
vanaf geboorte tot 36 weken postmenstruele leeftijd - matige of ernstige BPD
bij 36 weken postmenstruele leeftijd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- belangrijke congenitale hartafwijking (muv van open ductus botalli, klein
atrium septumdefect of ventrikel septum defect)
- pulmonale hypertensie waarvoor behandeling met sildenafil of bosentan
- retinopathie van de prematuur waarvoor de oogarts specifieke saturatiegrenzen
aanbeveelt
- congenitale malformaties van de long of luchtwegen
- ernstige verkregen bovenste luchtwegaandoeningen zoals subglottische stenose
waarvoor endotracheale intubatie
- interstitiele longziekte
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL66087.078.18 |