Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511469-13-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelstelling:• De werkzaamheid evalueren van IPN60130-monotherapie ten opzichte van placebo voor wat betreft het remmen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt
• De verandering op jaarbasis ten opzichte van de aanvangswaarden voor wat
betreft HO-volume zoals beoordeeld aan de hand van een lage-dosis-CT-scan van
het hele lichaam (met uitzondering van het hoofd) bij deelnemers die t/m M12
IPN60130 krijgen ten opzichte van placebo
• Ongewenst voorvallen/ernstige ongewenste voorvallen (AE*s/SAE's), uitkomsten
hartonderzoek (elektrocardiogram (ECG), echocardiogrammen, biomarkers voor
hartaandoeningen), vitale functies, lichamelijk onderzoek, lichaamsgewicht en
-lengte, oogonderzoeken, laboratoriumparameters, serum- of
urinezwangerschapstest voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd, gelijktijdig
gebruikte medicijnen
Secundaire uitkomstmaten
Secundair eindpunt
• Verandering ten opzichte van de aanvangswaarden voor wat betreft HO-volume
van nieuwe HO-laesies zoals beoordeeld aan de hand van een CT-scan van het hele
lichaam bij deelnemers die IPN60130 krijgen ten opzichte van deelnemers die
placebo krijgen in M12.
• Verandering ten opzichte van de aanvangswaarden voor wat betreft het aantal
HO-laesies aan de hand van een CT-scan van het hele lichaam bij deelnemers die
IPN60130 krijgen ten opzichte van placebo in M12.
• Percentage opflakkeringen (zoals bevestigd door beoordeling door de
onderzoeker) en aantal opflakkeringsdagen bij deelnemers die INP60130 krijgen
in vergelijking met placebo bij M12.
• Aantal lichaamsregio*s met nieuwe HO bij deelnemers die IPN60130 krijgen ten
opzichte van deelnemers die placebo krijgen in M12.
• Verandering ten opzichte van de aanvangswaarden voor wat betreft de
pijnintensiteit na verloop van tijd zoals beoordeeld met behulp van de NRS bij
deelnemers van 13 jaar of ouder en de Wong Baker FPS bij deelnemers jonger dan
13 jaar bij deelnemers die IPN60130 krijgen ten opzichte van deelnemers die
placebo krijgen tot en met M12.
• Percentage deelnemers met nieuwe HO bij deelnemers die IPN60130 krijgen ten
opzichte van deelnemers die placebo krijgen tot en met M24.
• Verandering ten opzichte van de baseline in HO-volume zoals gedetecteerd door
WBCT bij deelnemers die IPN60130 krijgen in vergelijking met placebo-ontvangers
en bij deelnemers die de standaardzorg krijgen in het National History Study
(NHS) op alle beschikbare tijdstippen
• Verandering ten opzichte van de baseline in CAJIS per behandelingsgroep in
vergelijking met placebo-ontvangers en deelnemers die de standaardzorg krijgen
in de NHS op alle beschikbare tijdpunten.
• Verandering ten opzichte van de baseline in de FOP-PFQ per behandelingsgroep
in vergelijking met placebo-ontvangers en deelnemers die de standaardzorg
krijgen in de NHS op alle beschikbare tijdpunten
Farmacokinetiek
• Farmacokinetische parameters door populatie-PK-modellering met behulp van
alle verspreide monsters die tijdens Maand 1 zijn verzameld.
• Farmacokinetische parameters door populatie-PK-modellering met behulp van
alle verspreide monsters die tijdens het onderzoek zijn verzameld.
Respons op blootstelling
• Analyse van respons op blootstelling door modellering met behulp van de
relevante werkzaamheids- en veiligheidsparameters
Achtergrond van het onderzoek
FOP wordt gekenmerkt door occasioneel oedeem in zachte weefsels
(opflakkeringen) en progressieve vervanging van skeletspier- en bindweefsel
door heterotopisch bot. De International FOP Association, een Amerikaanse
patiëntenvereniging, noemt ongeveer 800 bevestigde gevallen van FOP wereldwijd.
De prevalentie wordt geschat op 1,36 op de miljoen mensen in Noord- en
Zuid-Amerika en 1,58 op de miljoen mensen in West-Europa, zonder enige voorkeur
voor wat betreft geografie, etniciteit, ras of geslacht. FOP wordt in ongeveer
80% van de gevallen verkeerd gediagnosticeerd met schade bij de patiënt tot
gevolg.
FOB is een genetische aandoening die veroorzaakt wordt door een enkelvoudige
gain-of-function-mutatie in het ALK2-gen (ook wel bekend als de activine
A-receptor type I, of ACVR1) dat codeert voor ALK2, een BMP (bone morphogenetic
protein)-receptor type 1. Deze gain-of-function-mutatie in het ALK2-gen
activeert de signaleringsroute van BMP Smad1/5/8 op abnormale wijze waardoor
het normale herstelmechanisme voor letsel aan het bindweefsel (spieren, pezen
en ligamenten) niet langer weefsels regenereert maar chondrogenese en
heterotopische botvorming bevordert. Bij FOB verloopt HO (of myostis
ossificans) in 2 fasen: een katabole fase van ontsteking en weefselvernietiging
gevolgd door een anabole fase waarin weefsel wordt gevormd dat uiteindelijk tot
HO leidt. De meeste FOP-patiënten (ongeveer 97%) hebben dezelfde puntmutatie,
R206H, hoewel ook andere FOP-varianten met progressieve HO gepaard gaan.
Progressieve HO is zeer invaliderend en wordt door het thoracaal
insufficiëntiesyndroom uiteindelijk levensbedreigend. Laesies beginnen in de
vroege jeugd en leiden tot progressieve ankylose van de grote gewrichten met
het bijbehorende bewegingsverlies. Mensen met FOP zien er bij hun geboorte
normaal uit op pathognomische afwijking van de grote tenen na. Deze zijn
meestal korter (er ontbreekt een kootje) en staan in een halux valgus. De
meeste FOP-patiënten zitten in een rolstoel als ze twintig zijn en hebben hulp
van een verzorger nodig bij hun dagelijkse bezigheden. Thoracaal
insufficiëntiesyndroom leidt tot een duidelijk kortere overleving (de
Kaplan-Meier-schatting van de mediane overleving bedraagt 56 jaar) waarbij
cardiorespiratoire insufficiëntie en pneumonie de meest voorkomende
doodsoorzaken zijn.
Op dit moment zijn er geen goedgekeurde medische behandelopties om
heterotopische botvorming bij FOP te voorkomen, al wordt er momenteel klinisch
onderzoek gedaan naar meerdere behandelopties. Beschikbare behandelingen zijn
erop gericht de symptomen van de ziekte onder controle te houden. Verwijdering
van heterotopisch bot en ander trauma wordt vermeden omdat chirurgisch trauma
aan de weefsels waarschijnlijk tot extra botvorming induceert. Er zijn nog vele
andere triggers die opflakkeringen met de daaropvolgende HO kunnen veroorzaken,
zoals intramusculaire vaccinaties, zenuwblokkades voor tandheelkundige
ingrepen, spiervermoeidheid, stomp spiertrauma door stompe voorwerpen, blauwe
plekken, valpartijen of influenza-achtige virale ziekten. Vooral valpartijen
vormen een ernstige vorm van trauma. Volgens een enquête onder FOP-patiënten
werden opflakkeringen geïnduceerd in twee derde van de valpartijen en leidde
dit bij 93% van de patiënten tot blijvend bewegingsverlies.
Er worden glucocorticoïden ingezet om de symptomen van opflakkeringen in de
grote gewrichten van het appendiculair skelet en de kaak onder controle te
houden, vooral direct na het ontstaan van een opflakkering. Met niet-steroïdale
ontstekingsremmers (NSAID's), cyclo-oxygenase-2-remmers (COX-2-remmers),
mestcelstabilisatoren en leukotrieenremmers wordt chronische pijn en
voortgaande ziekteprogressie onder controle gehouden. Hoewel sommige patiënten
klinisch voordeel hebben van een van deze behandelingen, is er nog geen
werkzame behandeling tegen de ziekte zelf. De FOB progresseert of een werkzame
behandeling wordt belemmerd door intolerantie voor deze therapieën. Symptomen
onder controle houden is het enige behandeltraject voor FOP-patiënten. Er is
dus sprake van een grote onvervulde behoefte voor nieuwe therapeutische
behandelingen om de klinische uitkomsten voor FOP-patiënten te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511469-13-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelstelling:
• De werkzaamheid evalueren van IPN60130-monotherapie ten opzichte van placebo
voor wat betreft het remmen van nieuwe HO-volumes bij volwassen en pediatrische
deelnemers met FOP zoals beoordeeld aan de hand van een lage-dosis-CT-scan van
het hele lichaam (met uitzondering van het hoofd)
• De veiligheid evalueren van IPN60130 bij volwassen en pediatrische deelnemers
met FOP
Secundaire doelstellingen:
• Verandering in HO-volume van nieuwe HO-laesies na verloop van tijd aan de
hand van een CT-scan van het hele lichaam in M12.
• Aantal nieuwe HO-laesies aan de hand van een CT-scan van het hele lichaam in
M12.
• Frequentie en aantal dagen met opflakkeringen in M12.
• Aantal lichaamsdelen met nieuwe HO in M12.
• Het effect evalueren van IPN60130 op de pijnintensiteit na verloop van tijd
tot en met M12.
• Percentage deelnemers met nieuwe HO aan de hand van een CT-scan van het hele
lichaam
• Verandering in HO-volume na verloop van tijd aan de hand van een CT-scan van
het hele lichaam
• Het evalueren van het effect van IPN60130 op ROM zoals geëvalueerd door
CAJIS in de loop van de tijd.
• Het beoordelen van het effect van IPN60130 op het lichamelijk
functioneren zoals geëvalueerd door FOP-PFQ over de tijd.
Farmacokinetiek
• Van de PK interim analyse, evalueren van de plasma farmacokinetiek van lage
en hoge doses van IPN60130.
• Van de algemene (overall) studie, evalueren van de plasma PK van lage en hoge
doses van IPN60130.
Respons op blootstelling
• Indien mogelijk, de relatie tussen respons en blootstelling evalueren
Onderzoeksopzet
Onderzoek 60130-452 is een tweedelig fase 2-onderzoek ter evaluatie van de
werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van IPN60130 als monotherapie bij
volwassen en pediatrische deelnemers met FOP.
• Deel A bestaat uit een 12 maanden durende, parallel-groep, gerandomiseerde,
placebogecontroleerde, dubbelblinde behandelperiode met drie groepen.
Deelnemers worden in een 1:1:1-verhouding gerandomiseerd naar een groep met een
hoge, op lichaamsgewicht gebaseerde dosis IPN60130, een groep met een lage
dosis, of een groep die placebo krijgt (samengevat in protocol sectie 6.1).
Deelnemers >=15 jaar zullen eerst worden ingeschreven met de eerste 12
deelnemers geincludeerd in een sentinel cohort. Jongere pediatrische deelnemers
(5 tot <15 jaar) zullen worden ingeschreven als de DMC de veiligheids- en
cardiale veiligheidsprofielen van 6 maanden van het sentinel cohort van 12
deelnemers van >=15 jaar gunstig acht (protocolsectie 8.2).
• Deel B bestaat uit een 12 maanden durende, dubbelblinde behandelperiode
waarin deelnemers hoge of lage op lichaamsgewicht gebaseerde doseringen van
IPN60130 krijgen. Bij inschrijving in deel B worden deelnemers, die in deel A
placebo kregen, in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar één van de
groepen die IPN60130 krijgen en deelnemers die in deel A IPN60130 kregen,
blijven in de doseringsgroep waarin ze oorspronkelijk waren ingedeeld.
De primaire doelstelling is de werkzaamheid van IPN60130-monotherapie
vergelijken met placebo (protocol sectie 2.2.1) voor wat betreft het remmen van
nieuwe HO zoals beoordeeld aan de hand van een lage-dosis-CT-scan van het hele
lichaam (met uitzondering van het hoofd) bij volwassen en pediatrische
deelnemers met FOP. Het beoogde primaire eindpunt is de verandering op
jaarbasis ten opzichte van de aanvangswaarden voor wat betreft HO-volume zoals
beoordeeld aan de hand van een lage-dosis-CT-scan van het hele lichaam (met
uitzondering van het hoofd) bij deelnemers die tot en met maand 12 IPN60130
krijgen ten opzichte van placebo. Daarnaast wordt in een
beeldvormingsdeelonderzoek onderzocht wat het nut is van PET-CT-scans met
[18F]NaF bij de beoordeling van de HO-laesieactiviteit. Deelname aan het
deelonderzoek staat open voor volwassen en oudere pediatrische deelnemers van
15 jaar of ouder.
Tijdens deel A zal een PK-interimanalyse van IPN60130 worden uitgevoerd door
een onafhankelijk klinisch farmacometrisch team wanneer PK-gegevens beschikbaar
zijn van ten minste 12 met IPN60130 behandelde deelnemers (ongeveer 6 in elk
van de lage en hoge dosis-armen) in maand 1 (ongeveer 18 deelnemers
gerandomiseerd). De tussentijdse analyse wordt uitgevoerd om de
PK-blootstelling bij FOP-deelnemers te bevestigen om gerichte blootstellingen
voor veiligheid en werkzaamheid te bereiken op basis van PK-gegevens op dag 1
en maand 1 van de behandeling.
Bij alle deelnemers vinden de procedures en beoordelingen plaats zoals
samengevat in het schema van onderzoekshandelingen (protocol tabel 1 en tabel
2). Beeldvormend onderzoek met een CT-scan van het hele lichaam en een
PET-CT-scan met [18F]NaF voor het exploratieve deelonderzoek vindt plaats bij
screening en tijdens de 6-maandelijkse ziekenhuisbezoeken. Voor een consistente
interpretatie van de verkregen beelden voert een centraal laboratorium voor
beeldvorming een geblindeerde beoordeling uit van alle beelden die in dit
onderzoek worden verkregen plus een geblindeerde herbeoordeling van de beelden
die van de NHS (onbehandelde controlegroep voor secundaire eindpunten) worden
verkregen, met behulp van gestandaardiseerde procedures die zijn vastgelegd in
richtlijnen voor beeldvorming en het handvest voor onafhankelijke beoordeling.
Mensen met FOP worden over dit fase 2-onderzoek geïnformeerd via hun deelname
aan de NHS en via de FOP community (artsen, patiëntenverenigingen en andere
contacten). Deelname aan het onderzoek duurt (vanaf de geïnformeerde
toestemming) in totaal ongeveer 26 maanden voor deelnemers die alle onderdelen
van het onderzoek afronden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De studie-interventie voor Deel A omvat 3 dubbelblinde armen, bestaande uit 120 of 60 mg IPN60130 op basis van gewicht eenmaal daags of placebo. De totale duur van Deel A is maximaal 13 maanden, bestaande uit screening die tot 35 dagen voorafgaand kan plaatsvinden en een behandelperiode van 12 maanden. Deel B omvat 2 dubbelblinde doseringsarmen van op gewicht gebaseerde 120 of 60 mg IPN60130 eenmaal daags gedurende 12 maanden, gevolgd door 1 maand follow-up en een einde studiebezoek voor een totale duur van 13 maanden. Als een deelnemer tijdens het onderzoek een opflakkering ervaart, blijft hij/zij dezelfde dosering gebruiken en krijgt hij de standaardbehandeling voor een opflakkering, waaronder mogelijk systemische corticosteroïden. Er zal geen dosisverhoging plaatsvinden tijdens een opflakkering. De dagelijkse dosering kan tijdens het onderzoek worden verlaagd als de verdraagbaarheid een probleem wordt, totdat de bijwerkingen (AE's) zijn gestabiliseerd of verdwenen. Dosisaanpassingen moeten worden vastgelegd in het e-CRF en het doseringsdagboek.
Inschatting van belasting en risico
Zie rubriek 6. *Van welke bijwerkingen kunt u last krijgen?* en rubriek 7. *Wat
zijn de voordelen en de nadelen als u meedoet aan het onderzoek?* in de
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
voor een overzicht van de voor- en nadelen.
Publiek
1155 rue Metcalfe, Suite 1500 ----
Montreal, Quebec H3B 2V6
CA
Wetenschappelijk
1155 rue Metcalfe, Suite 1500 ----
Montreal, Quebec H3B 2V6
CA
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Deelnemers komen enkel in aanmerking voor inschrijving in het onderzoek als
alle van de volgende criteria van toepassing zijn:
Leeftijd - Hoofdonderzoek
1. Deelnemers moeten ten minste 5 jaar oud zijn, nog te bevestigen (jongere
pediatrische deelnemers van jonger dan 15 jaar worden pas ingeschreven als de
veiligheid bij volwassen en oudere pediatrische deelnemers van 15 jaar of ouder
is vastgesteld) op het moment van ondertekening van de geïnformeerde
toestemming voor de deelnemer/ouder en de aan leeftijd aangepaste instemming
voor minderjarige deelnemers.
Leeftijd - \Subonderzoek PET-CT-scan met NaF
2. Deelnemers moeten ten minste 15 jaar oud zijn op het moment van
ondertekening van de geïnformeerde toestemming voor de deelnemer/ouder voor
deelname aan het hoofdonderzoek en de aan leeftijd aangepaste instemming voor
minderjarige deelnemers.
Type deelnemer en ziektekenmerken
3. Deelnemers moeten de klinische diagnose FOP hebben met een R206H
ACVR1-mutatie of andere FOP varianten die gepaard gaan met progressieve HO.
4. Deelnemers moeten in het jaar voorafgaand aan het screeningsbezoek ten
minste een opflakkering hebben gehad.
5. Deelnemers die eerder aan een klinisch onderzoek met een ander
onderzoeksgeneesmiddel voor de behandeling van FOP hebben meegedaan, kunnen na
een wash-out van ten minste 5 halfwaardetijden van het andere
onderzoeksgeneesmiddel worden ingeschreven. Deelnemers die eerder zijn
behandeld met middelen zoals, maar niet beperkt tot, imatinib, isotretinoïne of
palovarotene kunnen 30 dagen na staking of na een wash out van ten minste 5
halfwaardetijden, afhankelijk van wat het langst is, worden ingeschreven.
6. Deelnemers moeten longfunctietests kunnen uitvoeren als adequaat en
betrouwbaar gedefinieerd in het protocol.
7. Deelnemers moeten in staat zijn een goede echocardiografie bij screening te
doen ter evaluatie van de structuur en de werking van het linker ventrikel
zoals in het protocol wordt bepaald.
8. Deelnemers moeten bereikbaar zijn voor behandeling en follow-up en in staat
zijn alle procedures voor het onderzoek te ondergaan. Deelnemers die ver van
het onderzoekscentrum wonen, moeten in staat en bereid zijn naar het centrum te
komen voor het aanvangsbezoek en alle follow-upbezoeken in het centrum.
Deelnemers moeten in staat zijn zonder verdoving een lage-dosis-CT-scan van het
hele lichaam (behalve het hoofd) te ondergaan.
Gewicht
9. Lichaamsgewicht van 10 kg of meer.
Geslacht
10.Mannelijke en/of vrouwelijke deelnemers:
Gebruik van voorbehoedsmiddelen door mannen of vrouwen moet in overeenstemming
zijn met lokale regelgeving met betrekking tot anticonceptiemethoden voor
deelnemers aan klinische onderzoeken.
a. Mannelijke deelnemers:
Mannelijke deelnemers in de vruchtbare leeftijd moeten ermee instemmen zich
tijdens de behandeling en gedurende 1 maand na behandeling te onthouden van
heteroseksuele geslachtsgemeenschap of, als zij seksueel actief zijn, tijdens
de behandeling en gedurende 1 maand na behandeling twee effectieve
anticonceptiemethoden te gebruiken waarvan er een zeer effectief dient te zijn.
De afspraak met betrekking tot seksuele onthouding of het gebruik van twee
effectieve anticonceptiemethoden (waarvan er een zeer effectief dient te zijn)
staat duidelijk vermeld in de geïnformeerde toestemming; de deelnemer of diens
wettelijke vertegenwoordigers (bijv. ouders, verzorgers of wettelijke voogden)
moeten dit specifieke deel ondertekenen.
b. Vrouwelijke deelnemers:
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (zoals gedefinieerd in bijlage 10.5.1) moeten
vóór toediening van het onderzoeksgeneesmiddel een negatieve urine- of
bloedzwangerschapstest hebben (met een gevoeligheid van ten minste 50 mIE/ml).
Vrouwelijke deelnemers in de vruchtbare leeftijd moeten ermee instemmen zich
tijdens de behandeling en gedurende 1 maand na behandeling te onthouden van
heteroseksuele geslachtsgemeenschap of, als zij seksueel actief zijn, tijdens
de behandeling en gedurende 1 maand na behandeling twee effectieve
anticonceptiemethoden te gebruiken waarvan er een zeer effectief dient te zijn.
Daarnaast moeten vrouwelijke deelnemers in de vruchtbare leeftijd in een
heteroseksuele relatie al 1 maand vóór aanvang van de behandeling twee
effectieve anticonceptiemethoden gebruiken (waarvan er een zeer effectief dient
te zijn). De specifieke risico*s van het gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel
tijdens de zwangerschap en de afspraak om zich te onthouden of twee effectieve
anticonceptiemethoden te gebruiken (waarvan er een zeer effectief dient te
zijn) worden duidelijk omschreven in de geïnformeerde toestemming; de deelnemer
of diens wettelijke vertegenwoordigers (bijv. ouders, verzorgers of wettelijke
voogden) moeten dit specifieke deel ondertekenen.
Geïnformeerde toestemming
11. Deelnemers moeten in staat zijn om schriftelijk, ondertekend en gedateerd
geïnformeerde toestemming van de deelnemer/ouder; en voor deelnemers die
minderjarigen, leeftijdsgeschikte instemming en/of toestemming van wettelijke
voogd (uitgevoerd volgens lokale regelgeving).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Medische aandoeningen
1. Deelnemers met een volledig hartblok en linker bundeltakblok op het
screeningselektrocardiogram.
2. Deelnemers bij wie op het screeningselektrocardiogram de septumwand of de
vrije wand van het linker ventrikel dikker is dan 12 mm voor volwassen
deelnemers of die een z-score van meer dan 3 hebben in vergelijking tot de
normaalwaarde voor de populatie kinderen en jongvolwassen deelnemers of LVEF
<50%.
3. Deelnemers met ernstige mitralis- of tricuspidalisregurgitatie op de
screeningsechocardiografie.
4. Deelnemers met significantie onderliggende longziekte waarvoor ze extra
zuurstof nodig hebben of een met geforceerde vitale capaciteit van <35% van de
voorspelde waarde bij screening.
5. Deelnemers met ongecontroleerde cardiovasculaire, hepatische, pulmonale,
gastro-intestinale, endocriene, metabole, oftalmologische, immunologische,
psychiatrische of andere significante ziekte naar het oordeel van de
onderzoeker.
6. Deelnemers met een ernstige leverfunctiestoornis.
Eerdere/gelijktijdige therapie
7. Gelijktijdige geneesmiddelen die sterke remmers (inclusief grapefruitsap) of
inductoren (inclusief sint-janskruid) zijn van cytochroom P450 (CYP)
3A4-activiteit of kinaseremmers zoals imatinib.
8. Eerder gebruik in het voorafgaande jaar en gelijktijdig gebruik van
bisfosfonaten voor deelnemers in het PET CT-subonderzoek.
Eerdere/gelijktijdige ervaring met klinisch onderzoek
9. Gelijktijdige deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek, of
een niet-interventioneel onderzoek met radiografische metingen of invasieve
procedures (bijv. afname van bloed- of weefselmonsters).
Overige uitsluitingscriteria
10. Amylase of lipase van > 2 × de bovengrens van normaal (upper limit normal -
ULN) of een voorgeschiedenis van chronische pancreatitis.
11. Verhoogde aspartaataminotransferase (ASAT) of alanineaminotransferase
(ALAT) van >5xULN.
12. Deelnemers met hematologische afwijkingen:
• Hgb < 10 g/dl
• Trombocyten < 75.000/mm3
• Leukocyten < 2000/mm3
• Deelnemers met coagulatietest (protrombinetijd[PT]/International Normalized
Ratio[INR], en geactiveerde partiële tromboplastinetijd[aPTT])-waarden buiten
het normale bereik bij screening.
13. Vrouwelijke deelnemers die borstvoeding geven.
14. Om het even welke reden die de deelnemer en/of familie volgens de
onderzoeker onbekwaam maakt om het protocol na te leven. Mensen bij wie
laboratoriumafwijkingen hebben geleid tot uitsluiting, mogen binnen de
tijdspanne van de screening één keer opnieuw worden gescreend. Ze mogen meer
dan eens opnieuw gescreend worden als de uitslagen atypisch zijn voor de
deelnemer op basis van eerdere uitslagen uit het voorafgaande jaar (protocol
sectie 5.4).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-511469-13-00 |
EudraCT | EUCTR2020-002858-24-NL |
CCMO | NL76094.029.21 |