Het primaire doel van deze studie is te onderzoeken of sublinguale immunotherapie voor boompollen middels Itulazax effect heeft op de voedselallergie gerelateerde kwaliteit van leven bij volwassenen met een allergische rhinitis voor boompollen die…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Allergische aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Vraagstelling
Heeft het gebruik van Itulazax 12 SQ-Bet lyofilisaat (een sublinguale
immunotherapie voor boompollen) bij volwassenen met allergische rhinitis en het
paraberksyndroom, effect op de voedselallergie in het kader van het
paraberksyndroom?
Primaire uitkomstmaat
Wat is bij patiënten die voor allergische rhinitis behandeld worden met
Itulazax en tevens een paraberksyndroom hebben, het effect op
voedselallergie-gerelateerde kwaliteit van leven na 1 en na 3 jaar ten opzichte
van baseline gemeten middels de Food Allergy Quality of Life Questionnaire -
Adult Form (FAQLQ-AF).
Secundaire uitkomstmaten
o Wat is bij patiënten die voor allergische rhinitis behandeld worden met
Itulazax en tevens een paraberksyndroom hebben, het effect op:
- De drempel van voedselallergie
- Ernst van voedselallergie
- Tijd dat de klachten aanhouden
- Hoogte van specifiek IgE
- Grootte van huidreactie na huidtest
- Mogelijkheid tot ingestie van verse/rauwe producten in het kader van
paraberksydnroom die eerder klachten gaven
- De basofielactivatietest (BAT) bij hazelnootallergische patiënten
o Welke factoren (o.a. demografische factoren, huidtest, sIgE in bloed, ernst
voedselallergie, soort voedingsmiddel) zijn gerelateerd aan een goed effect van
Itulazax op het paraberksyndroom?
o Heeft de verwachting van de patiënt van het effect van Itulazax op de
voedselallergie klachten invloed op de primaire en secundaire uitkomstmaten?
Achtergrond van het onderzoek
Pollen van de berkenboom, maar ook andere gerelateerde bomen van de Betulaceae
en Fagaceae familie, zijn de meest dominante boompollen in Noord- en Centraal
Europa en veroorzaken een groot scala aan allergische klachten zoals rhinitis
en astmatische symptomen (T. Biedermann, et. al., 2019). In de algemene
Europese populatie varieert de prevalentie van berkenpollensensibilisatie van
ongeveer 8% tot 16%. Verschillende Europese data geven aan dat berkenpollen
verantwoordelijk zijn voor een groot percentage van sensibilisatie onder
boom-allergische patiënten in de EU, met Bet v 1 als hoofd allergeen (T.
Biedermann, et. al., 2019).
Patiënten met een berkenpollen-allergie ervaren naast de rhinitis en
astmatische symptomen, ook frequent IgE-gemedieerde allergische klachten op
voedingsmiddelen. Deze reacties worden veroorzaakt door IgE-kruisreactiviteit
tussen het berkenpollenallergeen Bet v 1 en homologen daarvan in
voedingsmiddelen en wordt ook wel het paraberksyndroom genoemd. Ongeveer 70%
van de berkenpollen-allergische patiënten heeft allergische klachten op
verschillende voedingsmiddelen (meestal fruit, groenten en noten) in het kader
van zo*n paraberksyndroom (M. Geroldinger-Simic, et. al., 2011 ; N. Eriksson,
et. al., 1982).
Symptomen van het paraberksyndroom bestaan met name uit milde lokale reacties
zoals jeuk en/of tinteling van de lippen, tong en/of keel. Ernstigere klachten
zoals zwelling van de keel kunnen voorkomen. Daarnaast kunnen patiënten ook
systemische reacties krijgen zoals urticaria, rhinitis of anafylaxie. Hoewel
over het algemeen kan worden aangenomen dat ernstige systemische reacties
minder vaak optreden bij pollen-gerelateerde voedselallergie, moet in acht
worden genomen dat deze er zeker wel zijn (J. Klein-Tebbe, et. al., 2002).
Omdat de allergenen die de pollengerelateerde voedselallergie veroorzaken
labiele eiwitten zijn, die niet goed bestand zijn tegen o.a. verhitting, geven
bewerkte (bijv. gekookte) voedingsmiddelen minder klachten dan rauwe
voedingsmiddelen.
Op de polikliniek Allergologie in het UMC Utrecht wordt bij patiënten met
allergische rhinitis voor boompollen opgemerkt dat zij vaak ook voedsel
allergische klachten hebben, met name voor fruit, groenten en/of noten. Wat
opvalt is dat sommige patiënten die immunotherapie voor berkenpollen ontvangen,
op den duur minder klachten ervaren van bepaalde voedingsmiddelen. Zowel
tijdens als na de therapie is opgemerkt dat sommige patiënten deze producten
weer kunnen eten zonder enige klachten.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is te onderzoeken of sublinguale
immunotherapie voor boompollen middels Itulazax effect heeft op de
voedselallergie gerelateerde kwaliteit van leven bij volwassenen met een
allergische rhinitis voor boompollen die tevens een voedselallergie in het
kader van het paraberksyndroom hebben.
Het secundaire doel van deze studie is om te kijken of behandeling middels
Itulazax bij deze patiëntengroep effect heeft op de ernst en drempel van
voedselallergie, tolerantie voor rauwe voedingsmiddelen, hoogte van specifiek
IgE en grootte van de huidtest.
Onderzoeksopzet
Prospectief cohort onderzoek die beoordeelt of het gebruik van Itulazax bij
volwassenen met allergische rhinitis, effect heeft op de voedselallergische
klachten in het kader van paraberksyndroom op de poli allergologie in het UMC
Utrecht. De Itulazax zal in de routine zorg worden voorgeschreven aan patiënten
met allergische rhinitis voor boompollen die daarvoor volgens de geldende
richtlijn in aanmerking komen.
Inclusie van patiënten zal in 2022 t/m 2024 plaatsvinden. De minimale
follow-up-duur van patiënten is 3 jaar na start van de studie, dus deze loopt
tot minimaal 2027.
Inschatting van belasting en risico
De behandeling met Itulazax zal hoogstwaarschijnlijk een positief effect hebben
bij de patiënt op de hooikoortsklachten bij de boompollen, dit ook de reden
waarom deze behandeling is voorgeschreven (in het kader van de reguliere zorg).
Itulazax zou ook een positief effect kunnen hebben op de voedselallergie
klachten, maar dit is niet zeker. Daarom wordt dit onderzoek ook uitgevoerd.
Als de patiënt meedoet met dit onderzoek wordt inzicht gegeven in het verloop
van de voedselallergische klachten ten tijde van de behandeling met Itulazax.
Eventueel zou dit middel in de toekomst gegeven kunnen worden als behandeling
voor patienten met het paraberksyndroom.
De belasting van het onderzoek wegen hierbij niet op tegen de positieve
effecten van de therapie met Itulazax.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Volwassen patiënten (18 jaar of ouder) met allergische rhinitis voor
boompollen die in de routine zorg Itulazax (sublinguale immunotherapie
boompollen) gaan starten voor de allergische rhinitis.
- Voedselallergie in het kader van paraberksyndroom voor tenminste 1 v/d
paraberk-gerelateerde voedselallergenen waarbij ook sensibilisatie (in huidtest
en/of bloed) aan te tonen is.
- Tekenen van informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Patiënten met allergische rhinitis zonder boompollensensibilisatie.
• Patiënten met allergische rhinitis maar zonder voedselallergische klachten.
• Patiënten met een contra-indicatie voor Itulazax volgens de productkenmerken
(smpc)
• Patiënten < 18 jaar of > 65 jaar.
• Patiënten met chronisch spontane urticaria en/of chronisch spontaan
angio-oedeem.
• Patiënten die Nederlandse taal niet beheersen.
• Die geen informed consent kunnen/willen tekenen.
• Voorgaande behandeling met subcutane immunotherapie berk in afgelopen 3 jaar.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL82129.041.22 |