Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-515499-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het primaire doel van het onderzoek is het verminderen van de therapie-gerelateerde toxiciteit en mortaliteit zonder dat de DFS…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Leukemieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Vergelijken van de Disease-Free Survival (DFS) van patiënten met SR Ph+ ALL,
behandeld met continue toediening van imatinib gecombineerd met 1) HR COG-ALL
chemotherapie schema of 2) intensievere EsPhALL chemotherapie schema.
Secundaire uitkomstmaten
- Vergelijken van de Disease-Free Survival (DFS) van patiënten met SR Ph+ en
ABL-klasse fusiegen ALL, behandeld met continue toediening van imatinib
gecombineerd met 1) HR COG-ALL chemotherapie schema of 2) intensievere EsPhALL
chemotherapie schema.
- Bepalen van de haalbaarheid van toediening van imatinib na SCT in patiënten
met HR Ph+ ALL
- Bepalen van de Event-Free Survival (EFS) van patiënten met HR Ph+ ALL,
behandeld met EsPhALL chemotherapie, SCT in CR1 en post-SCT imatinib
- Vergelijken van het aantal Graad 3 of hoger infecties in patiënten met SR Ph+
ALL tussen de twee gerandomiseerde armen
- Evalueren van de EFS en de Overall Survival (OS) van alle eligible Ph+ ALL
patiënten in de studie.
- Evalueren van de OS in SR Ph+ ALL patiënten
- Evalueren van de OS in HR Ph+ ALL patiënten
- Evalueren van de EFS en OS van alle eligible ABL-klasse ALL patiënten in de
studie.
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer 3-5% van de kinderen met ALL hebben het Philadelphia chromosoom (Ph+
ALL). Patiënten met Ph+ ALL hadden een slechte prognose en kregen een allogene
stamceltransplantatie (SCT) in eerste remissie (CR1). Studies van de COG en het
Europese EsPhALL consortium hebben laten zien dat de meerderheid van de
kinderen met Ph+ ALL effectief behandeld kan worden met een combinatie van een
tyrosine kinase remmer (TKI) en chemotherapie zonder SCT in CR1. Echter de
chemotherapie in deze studies was intensiever dan de standaard kuren die worden
gebruikt bij kinderen met ALL zonder Philadephia chromosoom. Hierdoor was er
veel therapie-gerelateerde toxiciteit en mortaliteit te zien, evenals een
verhoogd risico op late effecten.
B-ALL met ABL-klasse fusiegen anders dan BCR-ABL1 lijkt in biologisch opzicht
op Ph+ ALL. Deze patiënten blijken een slechtere prognose te hebben. De meeste
patiënten worden behandeld met hoog-risico chemotherapie en HSCT in CR1, met
een groter risico op treatment-gerelateerde sterfte. Deze patiënten lijken goed
te reageren op behandeling met TKI. Zij zouden dus baat kunnen hebben bij de
behandeling die ook wordt gegeven bij Ph+ ALL.
Een vermindering van de treatment-gerelateerde toxiciteit, zonder een
verslechtering van de ziektevrije overleving (Disease-Free Survival DFS), zou
een belangrijke verbetering zijn voor beide patiëntengroepen.
Het EsPhALL 2017 / COG AALL1631 protocol is een samenwerking tussen de COG en
EsPhALL.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-515499-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het primaire doel van het onderzoek is het verminderen van de
therapie-gerelateerde toxiciteit en mortaliteit zonder dat de DFS negatief
beïnvloed wordt, in Ph+ ALL patiënten geclassificeerd als Standaard Risico (SR)
gebaseerd op lage minimale restziekte (MRD) na 10-12 weken behandeling (na
einde protocol IB).
Omdat er grote verschillen zijn in het gebruik van TKIs post-SCT in Ph+ ALL,
wordt er in dit onderzoek daarnaast ook gekeken naar de haalbaarheid en
werkzaamheid van de toediening van imatinib post-SCT in HR Ph+ ALL patiënten.
Tevens worden diverse prognostische biologische factoren en de prognostische
waarde van MRD onderzocht.
Onderzoeksopzet
Patiënten starten met de standaard ALL behandeling. Vanaf dag 15 van inductie
IA worden Ph+ ALL patiënten behandeld volgens het EsPhALL 2017 / COG AALL1631
protocol en beginnen met dagelijks imatinib naast de chemotherapie.
Na Inductie 1B (week 10-12) wordt de MRD bepaald door Immunoglobuline/T-cel
receptor (IgH-TCR) PCR. Op basis daarvan worden patiënten geclassificeerd als
Standaard Risico (SR; MRD <5x10-4) of Hoog Risico (HR; MRD >5x10-4).
SR patiënten worden na inductie IB gerandomiseerd voor één van twee
chemotherapie schema*s:
1) De standaard arm: Het EsPhALL schema zoals gebruikt in het vorige EsPhALL
protocol (Arm A), of
2) De experimentele arm: Een minder intensief schema, vergelijkbaar met de
therapie uit de COG protocollen voor non-Ph+ ALL HR patiënten (Arm B).
In beide armen krijgen de patiënten imatinib totdat alle geplande chemotherapie
gegeven is (totale behandeling duurt 2 jaar).
Voor HR patiënten (ca. 15-20% van de patiënten) is een SCT in CR1 nog steeds de
beoogde behandeling. Zij krijgen na protocol IB 3 HR consolidatiekuren
gecombineerd met imatinib zoals in het vorige EsPhALL protocol standaard
gegeven werd, gevolgd door een SCT waarbij imatinib tijdelijk wordt onderbroken
Alle HR patiënten krijgen imatinib van dag +56 tot dag +365 post-SCT.
Onderzoeksproduct en/of interventie
SR patiënten: imatinib gecombineerd met 1) EsPhALL chemotherapie schema of 2) HR COG-ALL chemotherapie schema. HR patiënten: krijgen standaard imatinib in combinatie met chemotherapie pre-SCT en krijgen imatinib post-SCT (standaard, geen interventie)
Inschatting van belasting en risico
De behandeling in de inductie, de standaardarm in SR patiënten en de
behandeling van HR patiënten wordt door de kinderoncologen van het Prinses
Máxima Centrum gezien als de best available treatment. Er is geen verhoogd
risico of belasting ten opzichte van de standaard behandeling met
chemotherapie. In de experimentele arm in de SR groep wordt minder intensieve
chemotherapie gegeven, dit kan leiden tot minder toxiciteit, maar kan ook
leiden tot een verhoogde recidief kans. Imatinib is standaard onderdeel van de
behandeling van kinderen met Ph+ ALL en wordt ook standaard gegeven post-SCT in
HR patiënten.
Publiek
Piazza dellAteneo Nuovo 1
Milaan 20126
IT
Wetenschappelijk
Piazza dellAteneo Nuovo 1
Milaan 20126
IT
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Inclusie in nationale ALL protocol voor inclusie in EsPhALL2017/COGAALL1631.
2. Leeftijd >1 jaar en <21 jaar bij diagnose ALL
3. Nieuw gediagnosticeerde ALL:
a. type B or T of gemend fenotype acute leukemie (MPAL, volgens 2016
WHO definitie) met aangetoonde BCR-ABL1 fusiegen
b. type B, met aangetoonde ABL-klasse fusiegen (in Nederland worden
deze patiënten volgens een ander protocol behandeld, en dus niet geïncludeerd
in de EsPhALL2017/COGAALL1631 studie)
4. Eerdere therapie voor patiënten met BCR-ABL1 fusiegen:
- Inductie therapie met vincristine, een corticosteroid,
PEG-L-Asparaginase, met of zonder anthracycline, en/of andere standaard
cytotoxische chemotherapie
- Niet meer dan 14 dagen Inductie therapie vanaf eerste dosis
vincristine
- Niet meer dan 14 dagen toediening van imatinib
5. Eerdere therapie voor patiënten met ABL-klasse fusiegen:
- Moet 4 of 5 weken Inductietherapie gekregen hebben
- Mag gestart zijn met imatinib gedurende Inductie IA, tegelijk met of
na de eerste vincristine toediening
6. ECOG Performance Status van 0, 1, of 2
7. Adequate leverfunctie
8. Adequate hartfunctie
9. Adequate nierfunctie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bekend met chronische myeloide leukemie (CML) in het verleden
2. ALL na eerdere vorm van kanker behandeld met cytotoxische chemotherapie
3. Actieve, ongecontroleerde infectie of actieve systemische aandoening die
bloeddrukverhogende ondersteuning of mechanische beademing vereist
4. Syndroom van Down
5. Zwangerschap
6. Borstvoeding
7. Sexueel actieve patienten in de vruchtbare leeftijd die gedurende de
protocolbehandeling geen geschikte voorbehoedmiddelen gebruiken
8. Patienten met congenitaal lange QT syndroom, een verleden met ventriculaire
aritmie of hartaandoening
9. Eerdere behandeling met dasatinib, of een BCR-ABL1 remmer anders dan
imatinib
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-515499-12-00 |
EudraCT | EUCTR2017-000705-20-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03007147 |
CCMO | NL64484.078.18 |