Het primaire doel is om 'proof-of-concept' te demonstreren door te exploreren in welke mate de combinatie van multi-spectrale MRI en liquid biopsies voorafgaand aan, tijdens en na NAC, Residual Cancer Burden kunnen voorspellen in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Borstneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd (incl. tepel)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is Residual Cancer Burden in het chirurgisch
resectiepreparaat
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn
- het volume van de radiolgische leasie op DCE MRI na NAC.
- ypT0/ypN0 (i.e., absence of invasive cancer and in-situ cancer in the breast
and axillary nodes),
- ypT0/is ypN0 (i.e., absence of invasive cancer in the breast and axillary
nodes, irrespective of ductal carcinoma in situ)
- ypT0/is (i.e., absence of invasive cancer in the breast irrespective of
ductal carcinoma in situ or nodal involvement).
Achtergrond van het onderzoek
Momenteel is het niet mogelijk om te voorspellen welke individuele borstkanker
voldoende gaat reageren op de chemotherapie en welke niet. Neoadjuvante
chemotherapie (NAC) draait de volgorde van behandeling om: de chemotherapie
komt eerst - voorafgaand aan de operatie - zodat de respons kan worden
gemonitord terwijl de tumor nog in situ is. Dit therapeutisch traject biedt ook
de mogelijkheid om de behandeling aan te passen bij het uitblijven van respons.
Idealiter zou dit worden gedaan bij het eerste teken van het falen van de
behandeling, om zo onnodige blootstelling van patiënten aan toxiciteit van een
onwerkzame behandeling te voorkomen. Aan de andere kant kan neoadjuvante
chemotherapie ervoor zorgen dat therapie eerder gestopt kan worden als complete
respons is bereikt of als er progressie optreedt.
Anatomische beeldvorming van de borst is de standaard methode om respons te
evalueren. Het is echter bekend dat in individuele patiënten, verandering in
volume beperkte waarde heeft om uiteindelijke respons op therapie te
voorspellen. Hoewel met functionele beeldvorming de biologische eigenschappen
van de tumor gemonitord kunnen worden, kan beeldvorming alleen macroscopische
ziekte in beeld brengen. Recente studies hebben gesuggereerd dat er een
omgekeerde correlatie bestaat tussen de hoeveelheid circulerende tumorcellen
(CTC) en circulerend tumor DNA (ctDNA) in het bloed en de respons op therapie.
Hiermee is dit een potentieel krachtige voorspeller van tumor respons op een
microscopisch niveau, terwijl het ook de heterogeniteit van de tumor
representeert.
Onze hypothese is daarom dat een combinatie van bekende clinicpathologische
factoren, (functionele) beeldvorming en analyse van bloed (CTC's en ctDNA)
tijdens NAC betrouwbaar de Residual Cancer Burden (RCB) kan voorspellen na NAC
in individuele borstkanker patienten.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel is om 'proof-of-concept' te demonstreren door te exploreren
in welke mate de combinatie van multi-spectrale MRI en liquid biopsies
voorafgaand aan, tijdens en na NAC, Residual Cancer Burden kunnen voorspellen
in toevoeging op conventionele klinische en pathologische informatie.
Onderzoeksopzet
Prospectieve observationele cohort studie
Inschatting van belasting en risico
Patiënten in onze studie zullen 3 MRI scans ondergaan: voor de start van NAC,
ongeveer halverwege, en na de afronding van de NAC. Voor sommige patiënten
betekent dit één extra MRI scan ten opzichte van reguliere zorg, sommige
patiënten krijgen in de reguliere zorg al 3 MRI scans. Alle patiënten
ondergaan een PET/CT voor de start van NAC. Voor een groot deel van de
patiënten is dit reguliere zorg, voor een deel zal dit extra zijn ten behoeve
van de studie.
Daarnaast zal op iedere eerste dag van de nieuwe chemokuur een bloedafname van
30 ml plaatsvinden voor de studie. Het totale aantal bloedafnames is dus
afhankelijk van het behandelschema van de patiënt. De bloedafname zal
plaatsvinden op een moment waarop een bloedafname of infuusplaatsing voor
reguliere zorg plaatsvindt. De patiënten hoeven hiervoor dus niet apart geprikt
te worden. De studie houdt geen extra ziekenhuisbezoeken, lichamelijk
onderzoek, vragenlijst of testen in, behouden de hierboven beschreven
handelingen. We verwachten hierdoor verwaarloosbare belasting en risico voor de
patiënten. Allergische reacties op contrastvloeistof voor de MRI scan kan in
zeldzame gevallen voorkomen. Een mogelijk voordeel kan de betere stadiëring
door PET/CT en betere responsevaluatie door middel van een extra MRI zijn.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- vrouwen van 18 jaar of ouder
- histologisch bewezen invasief mammacarcinoom
- gepland voor neoadjuvante chemotherapie (en in het geval van een
HER2-positieve tumor: toevoeging van trastuzumab en/of pertuzumab)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- ER-positief, HER2-negatief B&R graad 1 mammacarcinoom
- Inflammatoire borstkanker
- Afstandsmetastasen op PET/CT
- Ipsilaterale borstkanker in voorgeschiedenis (contralaterale borstkanker >5
jaar geleden is wel toegestaan)
- Andere actieve maligniteit in de afgelopen 5 jaar (behalve
plaveiselcelcarcinoom of basaalcelcarcinoom van de huid)
- zwangerschap of borstvoeding
- contra-indicaties voor MRI-scans volgens ziekenhuisrichtlijnen
- contra-indicaties voor injectie met gadolinium-houdend contrastmiddel
inclusief eerdere allergische reactie tegen contrastmiddel en nierfalen
gedefinieerd als een GFR < 30 mL/min/1.73m2.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL67308.041.19 |