Preoperatieve beeldvorming met MRI na injecties van superparamagnetische ijzeroxide nanopartikels (SPIO) rondom de tumor kan een oplossing bieden. Door de hogere resolutie van MRI in vergelijking met conventionele lymfoscintigrafie en SPECT-CT kan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metastasen
- Hoofd en nek therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire studieparameter is de diagnostische accuratesse, in termen van
sensitiviteit en negatief voorspellende waarde, van een volledige magnetische
schildwachtklierprocedure (SPIO peritumorale injecties, pre-operatieve
SPIO-verrijkte MRI en lymfeklierextirpatie met behulp van een magnetometer) en
de extra waarde van de magnetische schildwachtklierprocedure ten opzichte van
de radioactieve (conventionele) schildwachtklierprocedure. Resultaten van de
volledige magnetische schildwachtklierprocedure zullen geëvalueerd en
vergeleken worden met de referentiestandaard, d.w.z. histopathologisch
onderzoek van de schildwachtklieren en complementaire halsklier dissectie
specimens en 12 maanden follow-up.
Vals-negatieve uitkomsten van geïncludeerde patiënten zullen worden gescoord.
Vals-negatieve percentages (vals-negatief/(vals-negatief + waar-positief)) na
elke schildwachtklierprocedure techniek en de combinatie zullen berekend en in
percentages weergegeven worden. Als een positieve schildwachtklier door een van
de technieken wordt gemist (maar door de andere techniek wordt afgebeeld),
wordt deze schildwachtklier als vals-negatief voor deze techniek beschouwd. Met
behulp van de fout-negatieve percentages zullen de sensitiviteit
(waar-positief/(waar-positief + fout-negatief)) en negatief voorspellende
waarde (waar-negatief/(waar-negatief + fout-negatief)) worden berekend voor
elke techniek afzonderlijk en voor de combinatie.
Secundaire uitkomstmaten
Detectiepercentage (in %) van schildwachtklieren met SPIO-verrijkte
MR-lymfoscintigrafie in vergelijking met conventionele lymfoscintigrafie met
99mTc-nanocolloïd met histopathologie als referentiestandaard, en follow-up
over 12 maanden.
Het aantal geïdentificeerde schildwachtklieren voor elke proefpersoon zal
worden geregistreerd, en samenvattende statistieken (gemiddelde, mediaan,
standaardafwijking, minimum en maximum) over het aantal schildwachtklieren
zullen worden weergegeven.
De histopathologische status van de schildwachtklieren zal per proefpersoon
worden beoordeeld. Het aantal en het percentage proefpersonen met ten minste
één histopathologisch positieve schildwachtklieren zal worden berekend.
Achtergrond van het onderzoek
De schildwachtklierprocedure is een diagnostische procedure die bij een aantal
maligniteiten wordt toegepast, waaronder vroeg-stadium (cT1-2N0)
mondholtekanker. De schildwachtklierprocedure gaat ervan uit dat de tumor eerst
naar één of een aantal lymfeklieren uitzaait, voordat het verder uitzaait naar
de opeenvolgende lymfeklieren. Deze eerste lymfeklieren, de schildwachtklieren,
hebben daarom het hoogste risico op het bevatten van eventuele uitzaaiingen en
reflecteren zodoende de status van de rest van het lymfeklierpakket. Wanneer
rondom de tumor een radioactieve vloeistof (een [99mTc]-gelabelde radiotracer)
wordt ingespoten, zal deze vloeistof via de lymfebanen eerst naar de
schildwachtklier(en) gaan.
Vervolgens kunnen deze schildwachtklier(en) in beeld gebracht worden met een
serie scans: lymfoscintigrafie en SPECT-CT. Tot slot wordt de
schildwachtklier(en) operatief opgezocht en verwijderd, met behulp van een
zogeheten gammaprobe, waarna deze ingestuurd worden voor pathologisch
onderzoek. Bevat de schildwachtklier(en) uitzaaiingen, dan is een
complementerende behandeling van het lymfeklierpakket nodig (operatie of
radiotherapie). Is de schildwachtklier(en) negatief voor uitzaaiingen, dan
volstaat een afwachtend beleid.
Een beruchte limitatie van deze standaard schildwachtklierprocedure doet zich
voor in situaties waarbij schildwachtklier(en) dichtbij de tumor liggen. Door
de beperkte resolutie van lymfoscintigrafie en SPECT-CT, kan het radioactieve
signaal van de injectieplaats het radioactieve signaal van nabijgelegen
schildwachtklier(en) overschaduwen. Dit zogeheten *shine through* fenomeen is
met name aanwezig bij mondbodemtumoren met dientengevolge een lagere
accuratesse voor de schildwachtklierprocedure bij mondbodemtumoren
(sensitiviteit 63%; negatief voorspellende waarde (NPW) 90%) vergeleken met
andere mondholtetumoren (sensitiviteit 86%; NPW 95%).
Een lagere accuratesse voor detectie van schildwachtklieren kan resulteren in
het achterlaten van occulte lymfeklieruitzaaiingen, door onterecht de hals als
negatief voor uitzaaiingen te stadiëren. Deze achtergelaten occulte
lymfeklieruitzaaiingen zullen zich onvermijdelijk ontwikkelen tot klinisch
manifeste lymfeklieruitzaaiingen, met een uitgebreidere behandeling en een
slechtere oncologische prognose tot gevolg.
Doel van het onderzoek
Preoperatieve beeldvorming met MRI na injecties van superparamagnetische
ijzeroxide nanopartikels (SPIO) rondom de tumor kan een oplossing bieden. Door
de hogere resolutie van MRI in vergelijking met conventionele lymfoscintigrafie
en SPECT-CT kan het *shine through* fenomeen gereduceerd en de anatomische
lokalisatie van schildwachtklieren verbeterd worden. Het is misschien zelfs
mogelijk de aanwezigheid van uitzaaiingen in de schildwachtklieren te
detecteren op basis van evaluatie van de MRI signaalintensiteit in de klieren.
Zodoende kunnen
de schildwachtklieren mogelijk met een hogere accuratesse geïdentificeerd en
mogelijk zelfs reeds zonder lymfeklierextirpatie gestadieerd worden. Ook heeft
de magnetometer bij het vinden van schildwachtklieren met SPIO waarschijnlijk
minder last van *shine through* fenomeen dan een gammaprobe bij het vinden van
radioactieve schildwachtklieren.
Onderzoeksopzet
Het betreft een prospectieve multicenter cohortstudie, waarin totaal zullen 82
patiënten met vroeg-stadium mondholtekanker, die gepland staan voor
chirurgische tumorresectie en schildwachtklierprocedure, een complete
magnetische schildwachtklierprocedure ondergaan. Daarnaast zal als additionele
studie in één centrum bij 20 additionele patiënten bekeken worden of de lokale
injectie van minimale hoeveelheden ijzeroxide partikels het mogelijk maakt om
met MRI niet alleen de schildwachtklier op te sporen, maar deze ook middels
enkel op basis van SPIO-distributie op MRI te beoordelen op de aanwezigheid van
uitzaaiingen. Voor detectie met de magnetometer is meer SPIO nodig dan voor het
onderzoeken van de SPIO-distributie in een schildwachtklier met MRI.
Deelnemers zullen zowel conventionele lymfoscintigrafie en SPECT-CT na
peritumorale injecties van [99mTc]-nanocolloid als MRI na peritumorale
injecties van SPIO ondergaan. Gepaarde beelden van beide scans zullen
geëvalueerd worden met betrekking tot overeenkomsten van de
locatie van afgebeelde schildwachtklieren en het aantal schildwachtklieren.
Resultaten van de volledig magnetische schildwachtklierprocedure worden
geëvalueerd en vergeleken met de referentiestandaard, te weten pathologische
onderzoek van zowel alle verwijderde schildwachtklieren als van een eventuele
complementerende operatie van het lymfeklierpakket en 12 maanden follow-up.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De onderzoekspopulatie krijgt peritumorale injecties met superparamagnetische ijzeroxide nanopartikels (SPIO) en nadien zal een pre-operatieve MRI scan worden vervaardigd om de schildwachtklieren te lokaliseren. Deze pre-operatieve scan zal op de dag van de operatie of de dag voor de operatie plaatsvinden. Eerst zal de lymfklierextirpatie worden uitgevoerd met de magnetometer (Sentimag). Nadien zal de operatie verder volgens standaard protocol verlopen.
Inschatting van belasting en risico
De patiënten zullen aanvullende peritumorale injecties (d.w.z. SPIO 0,4 ml) en
MRI-lymfografie ondergaan met een geschatte duur van 30 minuten. Behalve
irritatie of pijn ter plaatse van de injectieplaats treden bijwerkingen na
injectie van SPIO zelden op. Bovendien is er veel ervaring met het gebruik van
SPIO bij borstkanker. Er zijn geen interacties tussen 99mTc-gelabelde
radiotracers en SPIO bekend die schadelijk kunnen zijn voor de patiënt.
Magnetische schildwachtklierprocedure kan resulteren in het oogsten van extra
schildwachtklieren, die niet worden gedetecteerd door conventionele
radioactieve schildwachtklierprocedure. Exitrpatie van extra
schildwachtklieren, die voornamelijk dicht bij de injectieplaats verwacht
worden (over het algemeen in niveau I van de hals), kan complicaties hebben,
maar zijn zeldzaam bij deze procedure. Schildwachtklieren die door
conventionele lymfoscintigrafie en SPECT-CT kunnen worden gemist (vals-negatief
resultaat), biedt echter een betere stadiëring van de hals. Het niet detecteren
van occulte lymfekliermetastasen, vooral als dit therapeutische consequenties
heeft in het kader van de schildwachtklierprocedure, zal onvermijdelijk leiden
tot klinische manifestatie van de ziekte, met als gevolg een uitgebreidere
behandeling (vaker gewijzigde radicale halsklier dissectie en adjuvante
radiotherapie) en een slechtere oncologische prognose. Een korte verlenging van
de operatiekamertijd wordt verwacht, maar de operatierisico's zijn praktisch
niet verhoogd. Daarom concluderen wij dat het risico voor deze studie volgens
de NFU-richtlijnen verwaarloosbaar is.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt heeft schriftelijke toestemming verstrekt ('informed consent')
voordat hij aan het onderzoek deelneemt.
2. De patiënt heeft een diagnose van een primair plaveiselcelcarcinoom van de
mondholte, die anatomischgelokaliseerd is in: mucosale gedeelte van de lip,
buccale mucosa, onderste- en bovenste alveolaire kam,retromalaire gingiva
(trigonum retromolare), mondbodem, palatum durum of mobiele gedeelte van de
tong (oraltong), op basis van TNM-stadiering is T1-T2 en T3 (alleen indien T3
is vastgesteld op basis van tumordimensiesvan > 2 cm en <= 4 cm met een
invasiediepte van > 10 mm), N0, M0.
3. De klinische negatieve cervicale lymfeklierstatus (cN0) is bevestigd middels
CT-scan, MRI-scan, PET/CT-scanen/of echogeleide cytologische punctie binnen 30
dagen voorafgaand aan de schildwachtklierprocedure.
4. De patiënt is kandidaat voor transorale tumorexcisie en
schildwachtklierprocedure.
5. De patiënt met een eerdere maligniteit in de voorgeschiedenis zijn
toegestaan, op voorwaarde dat de patiënt aan beide van de volgende criteria
voldoet:
a. Patiënt onderging potentieel curatieve therapie voor alle eerdere
maligniteiten, waarbij het risico op een recidief als laag wordt beschouwd; en
b. Patiënt heeft geen maligniteit gehad in het hoofd-halsgebied in de afgelopen
drie jaar waarbij er geen aanwijzingen zijn voor een recidief.
6. De patiënt is 18 jaar of ouder op het moment van toestemming voor deelname.
7. De patiënt heeft de ECOG-status van graad 0 - 2.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De patiënt heet een diagnose van plaveiselcelcarcinoom in het
hoofd-halsgebied in een van de volgende anatomische gebieden: niet-mobiele
gedeelte van de tong (tongbasis), orofarynx, nasofarynx, hypofarynx en larynx.
2. Bij patiënt is er klinisch of radiologisch bewijs voor regionale
lymfekliermetastasen.
3. De patiënt in het verleden een halsklierdissectie heeft doorgemaakt of
letsel van de hals heeft doorgemaakt die chirurgische dissectie of
radiotherapie van de hals zou uitsluiten.
4. De patiënt is wilsonbekwaam.
5. De patiënt heeft een intolerantie of overgevoeligheidsreactie voor ijzer of
dextran onderdelen van Magtrace of lidocaïne.
6. De patiënt heeft een ijzerstapelingsziekte.
7. De patiënt heeft een pacemaker of andere implanteerbare devices in de
bovenste helft van het lichaam.
8. De patiënt heeft claustrofobie, met als gevolg daarvan geen MR beeldvorming
kan ondergaan.
9. De patiënt heeft een contra-indicatie voor MR beeldvorming (bijvoorbeeld
implanteerbare devices).
10. De patiënt is zwanger.
11. Deelname leidt tot onaanvaardbare vertraging van de oncologische
behandeling.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL81165.041.22 |