Olaparib + AZD1775 - deze behandelingsgroep werd gesloten. Doelstellingen van het onderzoek zijn gedefinieerd voor de volgende patiëntpopulaties:· *Mutatie in borstkanker susceptibiliteitsgen (BRCAm)* = patiënten uit stratum A· *Mutatie in homoloog…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Borstneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd (incl. tepel)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
PFS aan de hand van geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling (Blinded
Independent Central Review, BICR) volgens de respons-evaluatiecriteria voor
solide tumoren (Response Evaluation Criteria in Solid Tumours, RECIST 1.1)
Gevoeligheidsanalyse van PFS aan de hand van onderzoekersbeoordeling volgens
RECIST 1.1
Protocol v7.0 06May2020 p.136
Secundaire uitkomstmaten
De uitkomstmaten zijn in volgorde van bijvengenoemde secundaire doelstellingen.
SECUNDAIRE DOELSTELLINGEN
PFS aan de hand van geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling (Blinded
Independent Central Review, BICR) volgens de respons-evaluatiecriteria voor
solide tumoren (Response Evaluation Criteria in Solid Tumours, RECIST 1.1)
Gevoeligheidsanalyse van PFS aan de hand van onderzoekersbeoordeling volgens
RECIST 1.1
Objectieve respons aan de hand van BICR volgens RECIST 1.1
Gevoeligheidsanalyse van objectieve respons aan de hand van
onderzoekersbeoordeling volgens RECIST 1.1
DoR en verandering in de tumor aan de hand van BICR volgens RECIST 1.1
Gevoeligheidsanalyse van DoR en verandering in de tumor aan de hand van
onderzoekersbeoordeling volgens RECIST 1.1
Tijd tot overlijden door gelijk welke oorzaak
PFS en objectieve respons aan de hand van BICR volgens RECIST 1.1
Gevoeligheidsanalyse van PFS en objectieve respons aan de hand van
onderzoekersbeoordeling volgens RECIST 1.1
DoR en verandering in de tumor aan de hand van BICR volgens RECIST 1.1
Gevoeligheidsanalyse van DoR en verandering in de tumor aan de hand van
onderzoekersbeoordeling volgens RECIST 1.1
Tijd tot overlijden door gelijk welke oorzaak
Mutatiestatus van 15 genen
Minimale concentratie in de stationaire toestand (Cmin ss)
VEILIGHEIDSDOELSTELLINGEN
· Bijwerkingen (Adverse Events, AE*s), (in gradaties volgens de algemene
terminologiecriteria voor bijwerkingen [Common Terminology Criteria for Adverse
Event, CTCAE] v4)
· laboratoriumonderzoek (klinische chemie, hematologie en urineonderzoek)
· vitale functies (polsslag en bloeddruk [BD])
· elektrocardiogram (ecg) gegevens
· Eastern Cooperative Oncology Group prestatiestatus (ECOG PS) (zie bijlage F
van het protocol)
VERKENNENDE DOELSTELLINGEN
ctDNA-concentraties
Uitkomstmaten in de vragenlijst over levenskwaliteit van de Europese
organisatie voor onderzoek en behandeling van kanker * kernvragenlijst
(European Organisation for Research and Treatment of Cancer Quality of Life
Questionnaire * Core Questionnaire, EORTC QLQ-30)
Kan omvatten, maar is niet beperkt tot, gekwantificeerde eiwitten, messenger
ribonucleïnezuur (mRNA), deoxyribonucleïnezuur (DNA) en/of oplosbare
circulerende factoren zoals cytokinen. Bioinformatische relaties tussen deze
markers kunnen ook worden beoordeeld.
Niet van toepassing
Protocol v7.0 06May2020 p.136-140
Achtergrond van het onderzoek
Het hoofdonderzoek wordt uitgevoerd om de veiligheid en
werkzaamheiddoeltreffendheid van alleen olaparib te onderzoeken, of olaparib in
combinatie met een nieuw geneesmiddel (ceralasertib) te onderzoeken in
verschillende groepen met borstkankerpatiënten. Olaparib en ceralasertib worden
de onderzoeksmiddelen genoemd. Dit onderzoek is *open-label*, wat betekent dat
zowel u als de onderzoeksarts zal weten welk geneesmiddel u krijgt.
In dit onderzoek zal olaparib apart worden getest of in combinatie met
ceralasertib worden onderzocht om te zien of de combinatie de doeltreffendheid
van olaparib kan verbeteren.
Geneesmiddelen zoals olaparib en ceralasertib zijn gericht op belangrijke
eiwitten die betrokken zijn bij het herstel van schade aan
desoxyribonucleïnezuur (DNA) en kunnen kankercellen doden. De eiwitten voor
homoloog recombinatieherstel (Homologous Recombination Repair, HRR) zijn
betrokken bij het herstel van DNA-schade. Als uw tumor defecten heeft aan de
HRR-genen, dan kunt u anders reageren op de behandeling met olaparib en
ceralasertib.
Op basis van de resultaten zullen er in dit onderzoek 3 groepen patiënten
worden gevormd:
A. Patiënten met mutaties in gen 1 en 2, die vatbaar zijn voor borstkanker
(BRCA1/2)
B. Patiënten met mutaties in andere genen die betrokken zijn bij DNA-herstel
(HRR-genen)
C. Patiënten zonder detecteerbare HRR-genmutaties
Elk van deze 3 groepen zal uit ongeveer 116 patiënten bestaan. De patiënten
zullen worden toegewezen aan een van de 2 behandelingsgroepen:
1. Alleen olaparib (tablet)
2. ceralasertib (tablet) + olaparib
Doel van het onderzoek
Olaparib + AZD1775 - deze behandelingsgroep werd gesloten.
Doelstellingen van het onderzoek zijn gedefinieerd voor de volgende
patiëntpopulaties:
· *Mutatie in borstkanker susceptibiliteitsgen (BRCAm)* = patiënten uit stratum
A
· *Mutatie in homoloog recombinatieherstelgen (HRRm)* = patiënten uit stratum A
en patiënten uit stratum B
· *Niet BRCAm HRRm* = patiënten uit stratum B
· *Alle* = patiënten uit gelijk welk stratum
· *Niet HRRm* = patiënten uit stratum C
PRIMAIRE DOELSTELLINGEN:
Het beoordelen van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met olaparib als
monotherapie door het beoordelen van progressievrije overleving (progression
free survival, PFS) bij BRCAm, Niet BRCAm HRRm en Niet HRRm patienten.
SECUNDAIRE DOELSTELLINGEN:
Het beoordelen van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met olaparib als
monotherapie door het beoordelen van PFS bij HRRm en alle patienten.
Het beoordelen van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met olaparib als
monotherapie in termen van objectieve responsrate (objective response rate,
ORR) bij BRCAm, HRRm, Niet BRCAm HRRm, Alle en Niet HRRm patienten.
Het beoordelen van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met olaparib als
monotherapie in termen van
· duur van respons (duration of response, DoR)
· verandering in de tumor
bij BRCAm, Niet BRCAm HRRm, Niet HRRm patienten.
Het beoordelen van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met olaparib als
monotherapie in termen van totale overleving (overall survival, OS) bij BRCAm,
HRRm, Niet BRCAm HRRm, Alle en Niet HRRm patienten.
Het vergelijken van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
met de combinatie van AZD1775+olaparib in termen van
· PFS
· ORR
Bij: BRCAm, HRRm, Niet BRCAm HRRm, Alle, Niet HRRm patienten.
Het vergelijken van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
met de combinatie van AZD1775+olaparib in termen van
· DoR
· verandering in de tumor
Bij: BRCAm, Niet BRCAm HRRm en Niet HRRm patienten.
Het vergelijken van de werkzaamheid van de combinatie van ceralasertib+olaparib
met de combinatie van AZD1775+olaparib in termen van OS bij: BRCAm, HRRm, Niet
BRCAm HRRm, Alle en Niet HRRm patienten.
Het verkennen van de frequentie en beschrijven van de aard van tumor HRR
(waaronder BRCA-) mutatie(s) in tumormonsters en vergelijken daarvan met de
germinale HRR (waaronder BRCA) mutatiestatus bij alle patienten
Het beoordelen van de blootstelling aan olaparib, ceralasertib en AZD1775 bij
alle patiënten bij alle patienten.
VEILIGHEIDSDOELSTELLINGEN
Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van de combinatie van
ceralasertib+olaparib en de combinatie van AZD1775+olaparib in vergelijking met
olaparib als monotherapie bij alle patienten.
VERKENNENDE DOELSTELLINGEN
Het beoordelen van de gevolgen van onderzoeksbehandeling op concentraties
circulerend tumordeoxyribonucleïnezuur (ctDNA) bij alle patiënten door het
verkennen van de relatie tussen ctDNA-kinetiek en klinische respons/progressie,
klonale ontwikkeling van ziekte, voorspellende biomarkers van respons en
resistentie bij alle patienten.
Het verkennen van het effect van onderzoeksbehandelingen op door de patiënt
gemelde resultaten (patient-reported outcomes, PRO*s) bij: BRCAm, HRRm, Niet
BRCAm HRRm, Alle en Niet HRRm patienten.
Verkennend onderzoek naar factoren die van invloed kunnen zijn op de
ontwikkeling van kanker en/of respons op onderzoeksbehandeling (waarbij respons
breed wordt gedefinieerd om werkzaamheid, verdraagbaarheid of veiligheid te
omvatten) kan worden uitgevoerd op de verzamelde en/of gearchiveerde
biologische materialen die tumormonsters, biopten, bloed en van bloed afgeleide
materialen kunnen omvatten, maar daar niet toe beperkt zijn bij alle patienten.
Het verzamelen en opslaan van DNA volgens de lokale en ethische procedures van
elke land voor toekomstig verkennend onderzoek naar genen/genetische variatie
die/dat invloed kunnen/kan hebben op de respons (d.w.z. verdeling, veiligheid,
verdraagbaarheid en werkzaamheid) om behandelingen van en/of gevoeligheid voor
ziekte te bestuderen (optioneel) bij alle patienten.
Protocol v7.0 06May2020 p.18-22
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, open-label, gerandomiseerd fase 2-onderzoek in meerdere
centra dat de veiligheid en werkzaamheid zal beoordelen van olaparib als
monotherapie versus olaparib in combinatie met een remmer van Ataxia
Telangiectasia- en Rad3-gerelateerd eiwit (ATR) (AZD6738) en olaparib als
monotherapie versus olaparib in combinatie met een remmer van WEE1 (AZD1775) in
tweede- of derdelijnsbehandeling bij patiënten met drievoudig negatieve
borstkanker (TNBC), gestratificeerd per kwalificerende tumormutatie(s) in
gelijk welk van 15 genen die betrokken zijn bij het homoloog
recombinatieherstel (HRR) signaalpad.
Er zullen 3 behandelingsgroepen zijn (ongeveer 150 patiënten in elke
behandelingsgroep):
· Olaparib + AZD1775 - deze behandelingsgroep werd gesloten na de
ISRC-vergadering op 17 april 2019.
· Olaparib + ceralasertib
· Olaparib
Protocol v7.0 06May2020 p.18
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdens dit onderzoek zal de patient het volgende ondergaan: Informed Consent formulier lezen en ondertekenen Persoonlijk en Medische geschiedenis wordt afgenomen Lichamelijk onderzoek en meten van vitale functies Urine onderzoek Zwangerschapstest Bepaling van de Tumor d.m.v. CT en/of MRI scan ECG Vragenlijsten invullen Bloedafname Inname van studie medicatie
Inschatting van belasting en risico
Risico's in verband met onderzoeksdeelname
Bloedmonsters
Tijdens het onderzoek zullen er bloedmonsters worden afgenomen uit een ader in
uw arm. Het afnemen van een bloedmonster kan enig ongemak en blauwe plekken
veroorzaken en er bestaat een kans op infectie, roodheid, bloeding of
bloedpropjes welke ontstekingen, zwelling en pijn kunnen veroorzaken. Andere
risico*s zijn duizeligheid en flauwvallen, maar deze komen zelden voor. In zeer
zeldzame gevallen kan er zenuwbeschadiging optreden.
Elektrocardiogram (ecg of hartfilmpje)
Er zullen kleine pleisters op uw borst, schouders en heupen worden bevestigd en
een machine zal de elektrische activiteit van uw hart meten. Misschien moeten
er in deze gebieden kleine plukjes van uw haar worden weggeknipt. Deze
pleisters kunnen plaatselijk wat irritatie veroorzaken, zoals jeuk, roodheid of
blauwe plekken van de huid waar de machinestickers geplaatst zijn en kunnen bij
verwijdering enig ongemak geven.
Als het haar onder de plakkers afgeschoren moet worden, kan er ook irritatie
door het scheren optreden.
Biopsie
U kunt een korte, scherpe pijn ervaren tijdens de procedure, bloeding in het
geval van een laag aantal bloedplaatjes (bloedcellen), blauwe plekken,
zwelling, infectie of ongemak op de biopsieplaats ervaren. Deze zijn normaal
gesproken gemakkelijk te hanteren, maar kunnen ernstiger worden en
ziekenhuisopname noodzakelijk maken. De plaats waar het tumormonster wordt
afgenomen moet mogelijk gehecht worden. De hechtingen moeten door een
onderzoeksverpleegkundige of onderzoeksarts ongeveer 1 week na de biopsie
worden verwijderd. De biopsieplaats moet bedekt, schoon en droog gehouden
worden totdat deze is genezen. Optionele tumorweefselbiopten worden alleen bij
progressie verkregen.
Computertomografiescan (CT-scan)
Als u een CT-scan ondergaat wordt u tijdens de scan blootgesteld aan een
beperkte en medisch aanvaardbare dosis straling. De hoeveelheid straling
waaraan u tijdens een CT-scan wordt blootgesteld, varieert afhankelijk van de
omvang van uw lichaam dat gescand wordt. Er is altijd een klein risico op
schade door blootstelling aan straling. Het wordt aangenomen dat door
blootstelling aan straling bij CT-scans uw kans op het ontwikkelen van kanker
iets toeneemt, maar dit risico wordt zeer klein geacht. Bespreek de hoeveelheid
straling van deze scans met uw onderzoeksarts.
U kunt zich wat ongemakkelijk of angstig voelen wanneer u in de CT-scanner
ligt. Voorafgaand aan de scan kan een contrastmiddel worden geïnjecteerd in een
van uw aderen; dit is een soort kleurstof die zich door uw lichaam verspreidt
en zorgt voor duidelijke beelden. De injectie van de contraststof kan wat
ongemak en een blauwe plek veroorzaken.
Sommige mensen kunnen een allergische reactie hebben op de contrastvloeistof
die bij deze testen in hun aders wordt gespoten. De contrastvloeistof die in uw
lichaam wordt ingespoten kan ervoor zorgen dat u een metaalsmaak in de mond
krijgt, het warm krijgt en misselijk wordt en moet braken. Ook kan de
contrastvloeistof een allergische reactie veroorzaken die licht tot ernstig kan
zijn en levensbedreigend zou kunnen zijn. De allergische reacties kunnen jeuk
of uitslag veroorzaken. Ernstigere allergische reacties kunnen leiden tot
moeite met ademhalen, een gevaarlijke lage bloeddruk of nierschade. Als u weet
dat u een allergische reactie op intraveneus contrastvloeistof heeft gehad in
het verleden, meld dit dan bij het onderzoekspersoneel.
Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI):
Een MRI-scan is een methode om de zachte weefsels van uw lichaam te bekijken.
MRI-scanners maken gebruik van sterke magneten en sommige MRI-scanners hebben
een hele nauwe ruimte waarin u bovenop een grote magneet moet liggen. U moet
stil blijven liggen totdat de foto*s zijn gemaakt. Een MRI-onderzoek duurt
minder dan een uur.
Een MRI-scan is pijnloos en stelt u niet bloot aan röntgenstraling. Bij de
meeste mensen is dit proces veilig. Proefpersonen met metaal in de buurt van
belangrijke organen kunnen mogelijk geen MRI ondergaan. Het metaal kan uit het
lichaam en in de richting van de grote magneet worden getrokken. Dit kan letsel
veroorzaken. Overleg met de onderzoeksarts als u metaal in uw lichaam heeft of
als u zich ongemakkelijk voelt in kleine ruimtes.
Voorafgaand aan deze scans kan er een contrastmiddel in een van uw aderen
worden geïnjecteerd. Een contrastmiddel is een soort verf dat zich door uw
lichaam verspreidt en de beelden duidelijker maakt. De injectie van de
contraststof kan wat ongemak en een blauwe plek veroorzaken. Er bestaat bij
sommige personen die contrastmiddel krijgen een risico op mogelijk ernstige
allergische reacties. Sommige mensen met nierziekte kunnen een ernstige
verdikking van de huid, pijn en/of zwelling van de gewrichten en, in zeldzame
gevallen, long- en hartproblemen krijgen en zelfs overlijden. Sommige mensen
kunnen zich angstig voelen door de nauwe ruimte in de machine of door de luide,
herhaalde geluiden die de machine maakt. Het grootste risico van een MRI is de
kans dat metalen voorwerpen door de lucht vliegen naar de magneet en dat deze u
raken. Om dit risico te vermijden worden alle personen die de MRI geven of
krijgen gevraagd om alle metaal te verwijderen van hun kleding en alle metalen
voorwerpen uit hun zakken te halen. Breng de onderzoeksarts op de hoogte als u
metaal in uw lichaam heeft na een operatie. In dat geval kunt u geen MRI-scan
ondergaan. Als u een pacemaker heeft, mag u ook geen MRI-scan krijgen.
D5336C00001 NLD Main ICF 11Jun2020 V4.0
Publiek
Forskargatan 18
Södertälje SE 151 85
SE
Wetenschappelijk
Forskargatan 18
Södertälje SE 151 85
SE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Protocol V2.0 section 3.1
Bij de screening deel 1, voordat het testen op HRR-mutatie wordt uitgevoerd,
moet door de patiënten die geen bekende BRCAm status hebben en die voor dit
onderzoek worden overwogen, voldaan worden aan de criteria die aangegeven zijn
met een sterretje (*). , Voor inclusie in het onderzoek moeten patiënten
voldoen aan de volgende criteria:
1. * Geven van geïnformeerde toestemming voordat onderzoekspecifieke
procedures worden uitgevoerd
2. * De patiënten moeten mannen of vrouwen zijn met een leeftijd van * 18 jaar
3. * Progressieve kanker bij toetreding tot het onderzoek
4. * Histologisch of cytologisch bevestigde TNBC met bewijs van gemetastaseerde
ziekte (gedefinieerd als ER- en PgR-negatief [IHC nucleaire kleuring < 1%
positief] en HER2-negatief [IHC 0, 1+ of IHC 2+ met corresponderende ISH
niet-geamplificeerde verhouding minder dan 2,0 of ISH niet-geamplificeerde
verhouding minder dan 2,0] volgens de HER2-adviesrichtlijnen van ASCO-CAP 2013
5. * Patiënten moeten ten minste 1 en niet meer dan 2 eerdere
behandelingslijnen hebben ontvangen voor gemetastaseerde ziekte met een
anthracycline (bijv. doxorubicine, epirubicine) en/of een taxaan (bijv.
paclitaxel, docetaxel) tenzij gecontra-indiceerd, in ofwel de neo-adjuvante,
adjuvante ofwel gemetastaseerde setting.
* Patiënten die platina hebben ontvangen (cisplatine of carboplatine, ofwel als
monotherapie of in combinatie) voor gevorderde borstkanker zijn geschikt om aan
het onderzoek te beginnen, op voorwaarde dat er geen bewijs is geweest van
ziekteprogressie tijdens de chemotherapie met platina.
* Patiënten die eerder op platina-gebaseerde chemotherapie hebben ontvangen
zijn geschikt als het platina werd toegediend als mogelijk curatieve
behandeling voor een eerdere niet-borstkanker (zoals eierstokkanker) zonder
bewijs van ziekte gedurende * 5 jaar vóór toetreding tot het onderzoek of als
adjuvante/neo-adjuvante behandeling van borstkanker, mits er ten minste 12
maanden zijn verstreken tussen de laatste dosis van de op platina gebaseerde
behandeling en de randomisatie.
6. Bevestigde aanwezigheid van kwalificerende HRR-mutatie of afwezigheid van
een HRR-mutatie in tumorweefsel door middel van de Lynparza HRR-test.
7. *Ten minste één meetbare laesie die nauwkeurig kan worden beoordeeld bij de
baseline door middel van computertomografie (CT) (magnetische
resonantiebeeldvorming [MRI] waar CT gecontra-indiceerd is) en geschikt is voor
herhaalde beoordeling volgens RECIST 1.1.
8. Patiënten moeten normale orgaan- en beenmergfunctie hebben gemeten binnen 28
dagen voorafgaand aan de randomisatie zoals hieronder gedefinieerd:
(a) Hemoglobine (Hb) * 10,0 g/dl zonder bloedtransfusies
(erytrocytenconcentraat) in de voorafgaande 28 dagen
(b) Absoluut aantal neutrofielen (ANC) * 1,5 x 109/l
(c) Aantal bloedplaatjes * 100 x 109/l zonder transfusie van bloedplaatjes in
de voorafgaande 28 dagen
(d) Totaal bilirubine * 1,5 x de institutionele bovenlimiet van de
normaalwaarde (ULN) tenzij de patiënt gedocumenteerd syndroom van Gilbert heeft
(e) Aspartaataminotransferase (AST)/alanine-aminotransferase (ALT) * 2,5 x de
institutionele ULN tenzij er levermetastasen aanwezig zijn in welk geval ze * 5
de ULN moeten zijn
(f) De creatinineklaring (CrCl) moet bij patiënten worden geschat door middel
van de Cockcroft-Gault-vergelijking van * 51 ml/min:
Geschatte CrCl = (140 - leeftijd [jaren]) x gewicht (kg) (x F)a serumcreatinine
(mg/dl) x 72
a waarbij F=0,85 voor vrouwen en F=1 voor mannen
9. * ECOG PS 0-1 binnen 28 dagen van de randomisatie.
10. * Postmenopauzaal of bewijs van onvruchtbaarheidsstatus voor vrouwen in de
vruchtbare leeftijd: negatieve zwangerschapstest op urine of serum binnen 28
dagen van de onderzoeksbehandeling en bevestigd vóór de behandeling op dag 1.
11. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd en hun partners, die seksueel actief
zijn, moeten instemmen met het gebruik van 2 zeer effectieve vormen van
anticonceptie in combinatie (zoals beschreven in bijlage E) vanaf het
ondertekenen van de geïnformeerde toestemming, gedurende de periode van de
onderzoeksbehandeling en ten minste 1 maand na de laatste dosis van het/de
onderzoeksmiddel(en), of ze moeten zich volledig/echt onthouden van elke vorm
van seksuele geslachtsgemeenschap (zoals beschreven in bijlage E).
12. Mannelijke patiënten moeten gedurende de behandeling en gedurende 6 maanden
na de laatste dosis onderzoeksmiddel(en) een condoom gebruiken bij seksuele
geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw of een vrouw in de vruchtbare
leeftijd. Vrouwelijke partners van mannelijke patiënten moeten ook een zeer
effectieve vorm van anticonceptie gebruiken (zie bijlage E voor aanvaardbare
methoden) gedurende 6 maanden na de laatste dosis onderzoeksmiddel(en) als ze
in de vruchtbare leeftijd zijn.
13. De patiënt is bereid en in staat zich te houden aan het protocol gedurende
de duur van het onderzoek, inclusief het ondergaan van behandeling en geplande
bezoeken en onderzoeken.
14. * Patiënten moeten een levensverwachting hebben van * 16 weken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Protocol V2.0 section 3.2
Patiënten mogen niet aan het onderzoek deelnemen als aan een of meer van de
volgende exclusiecriteria wordt voldaan:
1. * Betrokkenheid bij de planning en/of uitvoering van het onderzoek (is van
toepassing op medewerkers van AstraZeneca en/of medewerkers in het
onderzoekscentrum).
2. Cytotoxische chemotherapie, hormonale of niet-hormonale gerichte behandeling
binnen 21 dagen na cyclus 1 dag 1 is niet toegestaan. Palliatieve radiotherapie
moet 21 dagen of langer voorafgaand aan cyclus 1 dag 1 zijn voltooid. De
patiënt kan een stabiele dosis bisfosfonaten of denosumab krijgen voor
botmetastasen, voorafgaand en tijdens het onderzoek, zolang hiermee minimaal 5
dagen voorafgaand aan de onderzoeksbehandeling is begonnen.
3. * Meer dan 2 eerdere lijnen van cytotoxische chemotherapie voor
gemetastaseerde ziekte.
- Eerdere behandelingen met hormonale behandeling en niet-hormonale gerichte
behandeling zijn toegestaan en worden niet gerekend als een eerdere lijn van
cytotoxische chemotherapie., - Ten behoeve van dit protocol wordt de combinatie
van een aromataseremmer en everolimus niet beschouwd als een cytotoxische
chemotherapie., - Behandeling met biologische geneesmiddelen worden niet
beschouwd als een eerdere behandelingslijn.
4. * Eerdere randomisatie in het huidige onderzoek.
5. * Eerdere behandeling met een PARP-remmer (waaronder olaparib) of een andere
DDR-remmer (tenzij de behandeling korter was dan 3 weken en er ten minste 12
maanden zijn verstreken tussen de laatste dosis en de randomisatie. Patiënten
die de eerdere behandeling niet verdroegen worden uitgesloten).
6. * Blootstelling aan een klein molecuul IP binnen 30 dagen of 5
halfwaardetijden (de langste periode geldt hier) vóór de randomisatie. De
minimale uitwasperiode voor immunotherapie zal 42 dagen bedragen.
7. * Patiënten met MDS/AML of met kenmerken die wijzen op MDS/AML.
8. * Patiënten met secundaire primaire kanker, UITZONDERINGEN: adequaat
behandelde niet-melanoom huidkanker, curatief behandelde in-situ kanker van de
cervix, ductuscarcinoom in-situ (Ductal Carcinoma in Situ, DCIS), stadium 1
graad 1 endometriumcarcinoom of andere vaste tumoren, curatief behandeld zonder
bewijs van ziekte gedurende * 5 jaar voorafgaand aan inschrijving in het
onderzoek (waaronder lymfomen [zonder beenmergbetrokkenheid]).
9. Gemiddeld gecorrigeerd QTc-interval in rust met behulp van de formule van
Fridericia (QTcF) > 470 msec/vrouwelijke patiënten en > 450 msec voor
mannelijke patiënten (zoals berekend volgens institutionele normen), verkregen
door 3 ecg*s die 2-5 minuten na elkaar bij toetreding tot het onderzoek zijn
opgenomen, of congenitaal lang QT-syndroom.
Niet meer van toepassing vanaf CSP V6.0 - AZD1775 mag niet worden gegeven aan
patiënten met een voorgeschiedenis van Torsades de pointes tenzij alle
risicofactoren die aan Torsades bijdragen zijn verholpen. AZD1775 is niet
onderzocht bij patiënten met ventriculaire aritmieën of een recent
myocardinfarct.
10. Gelijk welk van de volgende hartaandoeningen, nu of binnen de voorafgaande
6 maanden, gedefinieerd door New York Heart Association (NYHA) * klasse 2:
- Instabiele angina pectoris, - Congestief hartfalen, - Acuut myocardinfarct, -
Geleidingsafwijking die niet door een pacemaker of medicatie onder controle is,
- Significante ventriculaire of supraventriculaire aritmieën (patiënten met
chronisch rate-controlled atriumfibrilleren in afwezigheid van andere cardiale
afwijkingen komen in aanmerking)
11. Gelijktijdig gebruik van bekende sterke remmers van cytochroom P (CYP) 3A
(bijv. itraconazol, telithromycine, clarithromycine, proteaseremmers versterkt
met ritonavir of cobicistat, indinavir, saquinavir, nelfinavir, boceprevir,
telaprevir) of matige remmers van CYP3A (bijv. ciprofloxacine, erythromycine,
diltiazem, fluconazol, verapamil). De vereiste uitwasperiode vóór het starten
van de onderzoeksbehandeling is 2 weken.
niet meer van toepassing vanaf CSP V7.0: Patiënt heeft voorgeschreven of niet
voorgeschreven geneesmiddelen of andere producten waarvan bekend is dat ze
gevoelige CYP3A4-substraten zijn of CYP3A4-substraten met een smalle
therapeutische index, of matige tot sterke remmers/induceerders van CYP3A4 die
niet 2 weken vóór dag 1 van het doseren kunnen worden stopgezet en gedurende
het hele onderzoek worden onthouden tot 2 weken na de laatste dosis
onderzoeksmiddel (zie bijlage H).
niet meer van toepassing vanaf CSP V7.0: Transporteronderzoek (in vitro) heeft
aangetoond dat AZD1775 een remmer is van het borstkanker resistentie-eiwit
(BCRP). Raadpleeg bijlage H voor het gebruik met BCRP-substraten.
niet meer van toepassing vanaf CSP V7.0: Patiënten moeten 7 dagen vóór de
eerste dosis van de onderzoeksbehandeling stoppen met het gebruik van
kruidengeneesmiddelen. Raadpleeg bijlage H voor nadere details.
12. Gelijktijdig gebruik van bekende sterke (bijv. fenobarbital, enzalutamide,
fenytoïne, rifampicine, rifabutine, rifapentine, carbamazepine, nevirapine en
Sint-Janskruid) of matige CYP3A-induceerders (bijv. bosentan, efavirenz,
modafinil). De vereiste uitwasperiode vóór het starten van de
onderzoeksbehandeling is 5 weken voor enzalutamide of fenobarbital en 3 weken
voor andere middelen.
13. Aanhoudende toxiciteiten (* CTCAE graad 2) veroorzaakt door eerdere
kankertherapie, exclusief alopecia en CTCAE graad 2 perifere neuropathie.
14. Ingrijpende chirurgie binnen 2 weken na het begin van de
onderzoeksbehandeling: de patiënten moeten zijn hersteld van eventuele effecten
van ingrijpende chirurgie.
15. * Immuungecompromitteerde patiënten, patiënten van wie bekend is dat ze
seropositief zijn voor het humaan immunodeficiëntievirus (HIV).
16. * Patiënten met bekende actieve hepatitis (d.w.z. hepatitis B of C).
17. * Patiënten die geacht worden een hoog medisch risico te lopen vanwege een
ernstige, niet-gecontroleerde medische aandoening, een niet-kwaadaardige
systemische ziekte of een actieve, niet-gecontroleerde infectie.
- Voorbeelden omvatten, maar zijn niet beperkt tot ongecontroleerde
ventriculaire aritmie, recent (binnen 3 maanden) myocardinfarct, onbeheerde
belangrijke aanvalstoornis, onstabiele ruggengraatcompressie, vena cava
superior-syndroom, uitgebreide interstitiële bilaterale longziekte in een hoge
resolutie CT-scan of een psychiatrische aandoening waardoor geen geïnformeerde
toestemming kan worden verkregen, en gelijk welke andere medische conditie die,
naar het oordeel van de onderzoeker, de patiënt blootstelt aan een
onaanvaardbaar risico op toxiciteit.
18. * Patiënten met symptomatische niet-gecontroleerde hersenmetastasen.
- Een scan om de afwezigheid van hersenmetastasen te bevestigen is niet
vereist. Patiënten met compressie van de ruggengraat tenzij ze geacht worden
hiervoor definitieve behandeling te hebben ontvangen en bewijs van klinisch
stabiele ziekte (stable disease, SD) gedurende 28 dagen., - * Patiënten met een
voorgeschiedenis van behandelde metastasen van het centraal zenuwstelsel (CZS)
zijn geschikt, op voorwaarde dat ze aan alle volgende criteria voldoen: Ziekte
buiten het CZS is aanwezig. Geen klinisch bewijs van progressie sinds het
voltooien van op het CZS gerichte behandeling. Minimaal 3 weken tussen
voltooien van radiotherapie en cyclus 1 dag 1 en herstel van significante
(graad * 3) acute toxiciteit zonder doorlopende noodzaak voor > 10 mg prednison
per dag of een equivalente dosis van een andere corticosteroïde. Bij gebruik
van corticosteroïden dient de patiënt een stabiele dosis corticosteroïden te
ontvangen die ten minste 4 weken vóór de behandeling is gestart.
19. * Patiënten die oraal toegediende medicatie niet kunnen doorslikken en
patiënten met gastro-intestinale aandoeningen waarvan het waarschijnlijk is dat
zij de absorptie van het onderzoeksgeneesmiddel verstoren.
20. * Patiënten met een bekende overgevoeligheid voor olaparib, AZD1775,
AZD6738, of voor een van de hulpstoffen van het product.
21. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-002361-22-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03330847 |
CCMO | NL63865.028.18 |