In deze studie willen wij de effectiviteit van transforaminale lumbale intercorporele fusie (TLIF) en posterieure lumbale intercorporele fusie (PLIF) in het reduceren van functionele beperkingen (gemeten middels verandering op de Oswestry Disability…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ruggenmerg- en zenuwwortelaandoeningen
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verandering in mate van functionele beperkingen door pijn bij patiënten met
lage rugklachten gemeten middels verandering op de Oswestry Disability Index
(ODI) pre- en postoperatief.
De verandering in quality of life adjusted years (QALY) met de EQ-5D-5L, pre-
en postoperatief. De EQ-5D-5L is een questionnaire waarmee de quality of life
adjusted years (QALY) geassocieerd met gezondheidstoestand kunnen worden
gemeten.
Secundaire uitkomstmaten
- Bepaling van pre-operatieve niveau van depressie en/of angst middels de
Hospital Anxiety Depression Scale (HADS).
- Verandering van gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gemeten middels
verandering op de Short Form (36) Health Survey (SF-36).
- Verandering in beenpijn en rugpijn gemeten middels Visual Analog Scale (VAS)
beenpijn en rugpijn.
- Bepaling van per-operatieve en postoperatieve complicaties.
- Kosten effectiviteit bepaald middels productivity related costs (iPCQ) en
medical costs (iMCQ).*
Achtergrond van het onderzoek
Dit onderzoek richt zich op de chirurgische behandeling van degeneratieve of
congenitale afwijkingen van de lumbale wervelkolom die leiden tot afschuiving
van de wervels (spondylolisthesis). Bij de congenitale vorm is de
spondylolisthesis het gevolg van een aanlegstoornis van een deel van de
wervelboog (lysis). Patiënten met zo een lytische spondylolisthesis hebben
vooral last van beenpijn wat veroorzaakt wordt door beknelling van de
zenuwwortel die het kanaal verlaat via het vernauwde neuroforamen ter hoogte
van de lysis. Bij de degeneratieve spondylolisthesis wordt de verschuiving
veroorzaakt door beknelling van de cauda equina in het vernauwde verwelkanaal.
Als patiënten conservatief uitbehandeld zijn, kan operatief ingrijpen overwogen
worden.
Het doel van een operatie is, om de beenklachten te behandelen. Beenklachten
worden behandeld door het decomprimeren van neurogene structuren door middel
van het wegnemen van de bovenliggende wervelboog (laminectomie) in het geval
van een centrale kanaalvernauwing, of door het decomprimeren van het
neuroforamen. Ter voorkoming van verdere toename van de spondylolisthesis
worden de wervels die betrokken zijn bij de listhesis aan elkaar vastgemaakt
met behulp van pedikelschroeven aan de achterzijde van de wervelkolom
(spondylodese), en een intercorporele fusie met behulp van een *cage* aan de
voorzijde.
In het verleden werd al aangetoond dat decompressiechirurgie zonder
spondylodese en intercorporele fusie significant slechter is dan
decompressiechirurgie gecombineerd met spondylodese en intercorporele fusie,
omdat de kans groot is dat reeds bestaande spondylolisthesis toeneemt na
decompressiechirurgie alleen.
Neurochirurgen en orthopeden hebben een aantal verschillende technieken tot hun
beschikking, waarvan posterolaterale intercorporele fusie (PLIF) en
transforaminale intercorporiele fusie (TLIF) de meest gebruikte zijn. Bij de
TLIF procedure wordt er een cage in de intercorporele ruimte geplaatst, via een
unilaterale benadering langs de zijde waar de patiënt de meeste klachten heeft.
Doordat de TLIF cage een *bananenvorm* heeft, kan hij toch in de mediaanlijn
gepositioneerd worden, waardoor uiteindelijk ook de contralaterale zenuw
gedecomprimeerd wordt. Bij de PLIF procedure worden er twee identieke cages
bilateraal in de intercorporele ruimte geplaatst, door middel van een
bilaterale benadering.
Strikte criteria voor het gebruiken van een van deze technieken bestaan niet
omdat goed vergelijkend onderzoek tot op heden niet is uitgevoerd. Keuze van de
techniek hangt daarom vooral af van de voorkeur van de chirurg. Uit onze eigen
retrospectieve cohortstudie en uit een beperkt aantal kleine patiëntenseries
blijkt dat beide methodes minstens even effectief zijn in het behandelen van
been- of rugpijn. Deze studies suggereren bovendien dat TLIF met minder
complicaties gepaard gaat. Wellicht heeft dit te maken met de unilaterale, en
daarmee minder invasieve benadering. Ook is gebleken dat TLIF een kortere
operatieduur vereist, en met minder bloedverlies en ligdagen gepaard gaat dan
PLIF. Deze verschillen zijn belangrijk, omdat de kosten voor geïnstrumenteerde
wervelkolomchirurgie in de VS tussen 1998 en 2008 verachtvoudigd zijn. De
verwachting is dat, ook in Nederland, de vraag naar geïnstrumenteerde
wervelkolomchirurgie de komende jaren alleen maar verder zal toenemen, vooral
vanwege de dubbele vergrijzing.
Doel van het onderzoek
In deze studie willen wij de effectiviteit van transforaminale lumbale
intercorporele fusie (TLIF) en posterieure lumbale intercorporele fusie (PLIF)
in het reduceren van functionele beperkingen (gemeten middels verandering op de
Oswestry Disability Index (ODI)) veroorzaakt door been- en/of rugklachten
vergelijken. Tevens is het doel om aan te tonen dat TLIF kosten effectiever is
in vergelijking met PLIF.
Onderzoeksopzet
Multicenter, gerandomiseerde, gecontroleerde trial.
Onderzoeksproduct en/of interventie
TLIF (transforaminal lumbar intercorporele fusie) versus PLIF (posterior lumbar intercorporele fusie).
Inschatting van belasting en risico
Alle genoemde vragenlijsten behoren momenteel tot de standard care in ons
ziekenhuis. Behalve de economische evaluatie vragenlijsten, welke ingeschat 30
minuten per follow up extra kosten (dit 5x in totaal over 2 jaar verdeeld, pre
operatief, 3 md, 6 md, 12 md, 24 md). De risico's zijn de gebruikelijke
risico's passend bij deze operatieve ingreep, dit is niet afhankelijk van het
onderzoek.
Publiek
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419 PC
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419 PC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Indicatie voor TLIF (transforaminal lumbar intercorporele fusie) of PLIF
(posterior lumbar intercorporele fusie) chirurgie.
2. Klinisch lijdend aan een uni- of bilateraal monoradiculair syndroom of
neurogene claudicatio intermittens die veroorzaakt wordt door single-level
degeneratieve, lytische of iatrogene spondylolisthesis graad I, II of II
volgens de classificatie van Meyerding op de niveaus L3L4, L4L5 of L5S1.
3. Leeftijd>18 jaar.
4. Single-level spondylolisthesis met centrale of foraminale stenose op MRI of
CT, waarbij het anatomische niveau overeenkomt met de klinische verschijnselen.
5. Psychosociaal, mentaal en fysiek in staat om het studieprotocol te kunnen
volgen.
6. Informed consent voorafgaand aan studie., Inclusicriteria voor mantelzorgers
van de patiënten:
1. Patiënt waar mantelzorger voor zorgt, moet deelnemen aan de LIFT-studie.
2. Leeftijd>18 jaar.
3. Psychosociaal, mentaal en fysiek in staat om het studieprotocol te kunnen
volgen.
4. Informed consent voorafgaand aan studie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Radiotherapie binnen het betreffende chirurgische gebied.
2. (Progressieve) motorische of anale sfincter uitval wat acute interventie
noodzaakt.
3. Actieve spinale infectie.
4. Immatuur bot (groeiend bot).
5. Actieve maligniteit.
6. Zwangerschap.
7. Symptomatische osteoporose (gebaseerd op DEXA-scan).
8. Contra-indicaties voor anesthesie of chirurgie in het algemeen.
9. Inadequate kennis van de Nederlandse taal., Exclusiecriteria voor
mantelzorgers van de patiënten:
1. Inadequate kennis van de Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54717.096.16 |