Primaire doelstelling• Het evalueren van de werkzaamheid van apremilast 2x daags 30 mg ± NSAID's en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD bij proefpersonen met een vroeg stadium van oligoarticulaire PsA, vastgesteld door middel…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Modified Minimal Disease Activity (MDA-Joints) (gewijzigde minimale
ziekteactiviteit - gewrichten): Gebaseerd op het bereiken van telling van <1
gezwollen gewricht (SJC) en < 1 pijnlijk gewricht (TJC; 66/68 SJ/TJ tellingen),
plus 3 van 5 van de volgende afkapwaarden: Lichaamsoppervlakte (BSA) < 3%,
beoordeling pijn door de patiënt, (visuele analoge schaal [VAS] < 15, algemene
beoordeling van de ziekteactiviteit door de patiënt (VAS) < 20, HAQ < 0,5,
pijnlijke enthesiale punten < 1 (gebaseerd op de zogenaamde Leeds Enthesitis
Index - LEI).
Secundaire uitkomstmaten
- cDAPSA-remissie of lage ziekteactiviteit: percentage proefpersonen die
remissie bereiken (gedefinieerd door klinische ziekteactiviteit bij
psoriatische artritis [DAPSA] <= 4 score) of lage ziekteactiviteit (gedefinieerd
door cDAPSA> 4 maar <= 13 score).
- Gezwollen gewrichten telling (SJC) <= 1: percentage proefpersonen met SJC <= 1.
- Gevoelige gewrichten telling (TJC)) <= 1: Percentage van proefpersonen met TJC
<= 1
- Beoordeling van pijn door de patiënt: Percentage patiënten bij wie de
beoordeling van pijn verbetert tot <= 15 in VAS.
- PsAID-12: verandering van de uitgangswaarde van de Psoriatic Arthritis Impact
of Disease 12-item voor klinische onderzoeken (PsAID-12) vragenlijst.
- PASDAS goede en matige respons: aandeel patiënten die een goede of matige
respons bereiken in de PASDAS-score.
Achtergrond van het onderzoek
Psoriatische artritis (PsA) is een heterogene inflammatoire reumatologische
aandoening die gekenmerkt wordt door inflammatoire artritis en die 6 tot 39%
van de patiënten die lijden aan psoriasis treft. PsA wordt geclassificeerd als
een seronegatieve spondylartropathie (SpA), omdat de aandoening bepaalde
kenmerken deelt met andere aandoeningen die onder deze groep vallen. Spinale
betrokkenheid wordt inderdaad gerapporteerd bij tot 50% van de patiënten met
PsA. Verder wordt PsA in verband gebracht met enthesitis en dactylitis, die
vaak voorkomen bij SpA. Tot slot test de meerderheid van patiënten met PsA
negatief op de reumatische factor (RF).
Apremilast (CC-10004) is een orale fosfodiesterase-enzymremmer (PDE-remmer).
Deze is hoogst selectief op PDE4, dat de dominante PDE bij ontstoken cellen is.
Door remming van PDE4, verhoogt apremilast de intracellulaire cyclische
adenosinemonofosfaat-gehaltes (cAMP), wat leidt tot een gedeeltelijke remming
van de productie van een groot aantal pro-inflammatoire mediatoren, en ook tot
een toename van sommige anti-inflammatoire mediatoren.
Van apremilast is aangetoond dat het veilig en werkzaam is bij het terugdringen
van tekenen en symptomen van PsA, en ook bij het verbeteren van de lichamelijke
functie. Net als de meeste geneesmiddelen, werd het klinische
ontwikkelingsprogramma bij apremilast beperkt tot proefpersonen met > 3
gezwollen en > 3 pijnlijke gewrichten bij de baseline. Dit zorgde voor een
gelimiteerd aantal proefpersonen met asymmetrische oligoartritis bij de start
van het onderzoek. Het gevolg hiervan is dat de veiligheid en werkzaamheid van
apremilast bij patiënten met oligoartritis nog verder onderzocht dient te
worden.
Het huidige onderzoek is bedoeld om de baten-risico balans van apremilast te
beoordelen bij proefpersonen met een vroege diagnose van PsA (< 24 maanden),
die zich presenteren met oligoartritis, ondanks initiële stabiele behandelingen
met ofwel NSAID's en/of < 1 csDMARD (methotrexaat [MTX] of sulfasalazine [SSZ].
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
• Het evalueren van de werkzaamheid van apremilast 2x daags 30 mg ± NSAID's
en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD bij proefpersonen met een
vroeg stadium van oligoarticulaire PsA, vastgesteld door middel van gewijzigde
MDA (MDA-gewrichten).
Secundaire doelstellingen
• Het evalueren van de invloed van behandeling met apremilast 2x daags 30 mg ±
NSAID's en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD op de
ziekteactiviteit bij proefpersonen met een vroeg stadium van oligoarticulaire
PsA,
• Het evalueren van de invloed van apremilast 2x daags 30 mg ± NSAID's en/of
csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD op de door patiënten gemelde
uitkomsten (PRO's) bij proefpersonen met een vroeg stadium van oligoarticulaire
PsA,
• Het evalueren van de veiligheid en de verdraagzaamheid van apremilast 2x
daags 30 mg ± NSAID's en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD bij
proefpersonen met een vroeg stadium van oligoarticulaire PsA.
Verkennende doelen
• Het evalueren van de invloed van behandeling met apremilast 2x daags 30 mg ±
NSAID's en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD op de resultaten van
de klinische werkzaamheid in verhouding tot de aandoening van psoriatische
artritis bij proefpersonen met een vroeg stadium van oligoarticulaire PsA.
• Het evalueren van de invloed van apremilast 2x daags 30 mg ± NSAID's en/of
csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD op de gemeten resultaten van de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) bij proefpersonen met een
vroeg stadium van oligoarticulaire PsA,
• Het evalueren van de invloed van behandeling met apremilast 2x daags 30 mg ±
NSAID's en/of csDMARD vs. Placebo ± NSAID's en/of csDMARD op de Body Mass Index
(BMI), de taille-omtrek en de geglyceerde hemoglobine (HbAlc) bij proefpersonen
met een vroeg stadium van oligoarticulaire PsA.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase
4-onderzoek met parallelle groepen ter beoordeling van de werkzaamheid,
veiligheid en verdraagzaamheid van apremilast (CC-10004) bij proefpersonen met
vroege (> 3 maanden < 24 maanden vanaf diagnose) oligoarticulaire PsA, ondanks
behandeling met NSAID*s en/of <1 csDMARD. Ongeveer 330 proefpersonen worden 2:1
gerandomiseerd toegewezen aan apremilast 2x daags 30 mg of een placebo.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen die hiervoor in aanmerking komen, beginnen bij het baseline-bezoek met de placebogecontroleerde fase. De proefpersonen worden willekeurig toegewezen aan apremilast 2x daags 30mg of een placebo 2x daags. Proefpersonen dienen het onderzoeksproduct (IP) te gebruiken, zoals aangegeven staat op de behandelkaart, tweemaal daags (ochtend en avond, ongeveer 12 uur uit elkaar, met of zonder voedsel). Om mogelijke dosisgerelateerde bijwerkingen geassocieerd met apremilast, zoals hoofdpijn en gastro-intestinale stoornissen, te beperken zal de dosis bij proefpersonen die apremilast krijgen gedurende de eerste 5 dagen van de behandeling worden getitreerd van 2x daags 10mg, via 2x daags 20mg tot 2x daags 30mg. Proefpersonen die toegewezen zijn aan een placebo krijgen 10, 20 en 30 mg placebo-tabletten in een blisterverpakking (behandelkaarten) met een identiek uiterlijk als de overeenkomstige sterkten van de apremilast-tabletten. Apremilast wordt verstrekt in blisterverpakkingen als 10, 20 of 30 mg tabletten. De vijfdaagse titratieperiode wordt ook gestart voor de placebo-arm na de volgende bezoeken: Baseline, week 16 (voortijdig vertrek) en week 24. De oorspronkelijke behandeltoewijzingen (apremilast 2x daags 30mg of placebo) blijven gedurende het onderzoek geblindeerd. Bij het bezoek in week 16 kunnen proefpersonen bij wie geen verbetering is opgetreden in aantal gezwollen gewrichten in aanmerking komen voor zogenaamd >early eascape>, naar het oordeel van de onderzoeker. Zij krijgen dan een >early escape> behandeling met apremilast 2x daags 30mg. De gewrichten die gemonitord worden voor >early escape> dienen de gewrichten te zijn die bij het baseline-bezoek waren aangedaan.
Inschatting van belasting en risico
Dit is een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase
4-onderzoek met parallelle groepen ter beoordeling van de werkzaamheid,
veiligheid en verdraagzaamheid van apremilast (CC-10004) bij proefpersonen met
vroege (> 3 maanden < 24 maanden vanaf diagnose) oligoarticulaire PsA, ondanks
behandeling met NSAID*s en/of <1 csDMARD. Ongeveer 330 proefpersonen worden 2:1
gerandomiseerd toegewezen aan apremilast 2x daags 30 mg of een placebo.
Patiënten worden gevraagd om procedures te ondergaan zoals beschreven op
pagina's 54-57 van het onderzoeksprotocol. Deze procedures omvatten lichamelijk
onderzoek, gewrichtenonderzoek, nagelonderzoek, vitale functies, meten van
lengte en gewichtsmeting, diarree-beoordeling, bloed- en urinem afname,
invullen van vragenlijsten, vragen van onderzoekers en het onderzoeksteam
beantwoorden en de inname van onderzoeksgeneesmiddel zoals voorgeschreven.
Daarnaast wordt aan vruchtbare proefpersonen gevraagd voorbehoedsmiddelen te
gebruiken, en vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden, krijgen
zwangerschapstests.
Van apremilast is aangetoond dat het veilig en werkzaam is bij het terugdringen
van tekenen en symptomen van PsA, en ook bij het verbeteren van de lichamelijke
functie. Net als de meeste geneesmiddelen, werd het klinische
ontwikkelingsprogramma bij apremilast beperkt tot proefpersonen met > 3
gezwollen en > 3 pijnlijke gewrichten bij de baseline. Dit zorgde voor een
gelimiteerd aantal proefpersonen met asymmetrische oligoartritis bij de start
van het onderzoek. Het gevolg hiervan is dat de veiligheid en werkzaamheid van
apremilast bij patiënten met oligoartritis nog verder onderzocht dient te
worden.
Het huidige onderzoek is bedoeld om de baten-risico balans van apremilast te
beoordelen bij proefpersonen met een vroege diagnose van PsA (< 24 maanden),
die zich presenteren met oligoartritis, ondanks initiële stabiele behandelingen
met ofwel NSAID's en/of < 1 csDMARD (methotrexaat [MTX] of sulfasalazine [SSZ].
Publiek
Indian Creek Parkway, Suite 900 9225
Overland Park, Kansas 66210
US
Wetenschappelijk
Indian Creek Parkway, Suite 900 9225
Overland Park, Kansas 66210
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon is een man of vrouw van >= 18 jaar op het moment van
toestemming.
2. De proefpersonen moeten een patienteninformatie begrijpen en vrijwillig het
toestemmingsformulier ondertekenen alvorens de onderzoeksgerelateerde
beoordelingen / procedures worden uitgevoerd.
3. De proefpersoon is bereid en in staat zich te houden aan het
onderzoeksbezoek schema en andere protocolvereisten
4. De proefpersoon moet een gedocumenteerde diagnose hebben van PsA (volgens
elk criterium) van >= 3 maanden, maar <= 24 maanden op het moment van het
Screeningbezoek.
5. De proefpersoon voldoet aan de CASPAR (Appendix B) criteria voor PsA tijdens
het screeningsbezoek.
6. De proefpersoon moet > 1 maar < 4 gezwollen gewrichten hebben tijdens het
screeningsbezoek en dit moet voorafgaand aan de randomisatie tijdens het
baselinebezoek worden bevestigd.
7. De proefpersoon moet > 1 maar < 4 gevoelige gewrichten hebben tijdens het
screeningsbezoek en dit moet voorafgaand aan de randomisatie tijdens het
baselinebezoek worden bevestigd.
8. Proefpersonen die orale glucocorticosteroïden gebruiken, moeten een stabiele
dosis prednison <= 10 mg / dag of equivalent hebben gedurende ten minste 4 weken
voorafgaand aan het Baseline bezoek (paragraaf 8.1).
9. Voor alle regio's moet het plaatselijke goedgekeurde label voor behandeling
met apremilast worden gevolgd. Proefpersonen in de EU moeten bijvoorbeeld een
ontoereikende respons of intolerantie hebben gehad voor een eerdere csDMARD.
10. Proefpersonen die 1 protocol-toegestane csDMARD gebruiken (methotrexaat
[MTX] of sulfasalazine [SSZ]) kunnen meedoen met het onderzoek mits de duur van
de behandeling <= 6 maanden voorafgaand aan het baseline bezoek is en de
behandeling minimaal een stabiele dosis heeft 3 maanden voorafgaand aan het
baseline bezoek. Zie Toegestane medicatie (paragraaf 8.1) voor meer informatie
over de dosiscriteria.
11. Proefpersonen die aan MTX of SSZ zijn blootgesteld en gestopt met de
behandeling vanwege intolerantie of vanwege veiligheidsredenen kunnen meedoen
met het onderzoek op voorwaarde dat de behandeling binnen minstens 4 dagen van
het baseline bezoek werd stopgezet.
12. Proefpersonen die NSAID's gebruiken, mogen deelnemen aan het onderzoek op
voorwaarde dat de dosis ten minste 2 weken vóór het baseline bezoek is.
Proefpersonen kunnen NSAID's op elk moment stopzetten tot en met het baseline
bezoek, voorafgaand aan randomisatie van het onderzoek.
13. Vrouwen die zwanger kunnen worden ( vrouwen in de vruchtbare leeftijd =
FCBP*) moeten een negatieve zwangerschapstest ondergaan bij Screening en het
baseline bezoek. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd, die seksueel actief zijn
waarbij conceptie mogelijk is, moeten een van de hieronder beschreven
goedgekeurde anticonceptie** gebruiken terwijl ze op het onderzoeksmedicatie
zijn en gedurende ten minste 28 dagen na het innemen van de laatste dosis
onderzoeksmedicatie:
Optie 1 - een van de volgende zeer effectieve methoden: hormonale anticonceptie
(oraal, injectie, implantaat, transdermale pleister, vaginale ring);
intra-uterine apparaat (IUD); afbinden van de eileiders; of vasectomie van
partner;
OF
Optie 2: condoom voor mannen of vrouwen (latex condoom of condoom zonder latex,
NIET gemaakt van natuurlijk [dierlijk] membraan [bijvoorbeeld polyurethaan]);
PLUS een extra barrièremethode: (a) diafragma met spermicide; (b) cervicale kap
met spermicide; of (c) anticonceptiespons met spermicide.
LET OP: Optie 2 is mogelijk volgens lokale richtsnoeren/regelgeving niet in
alle landen acceptabel als uiterst effectieve contraceptiemogelijkheid.
*Een vrouw in de vruchtbare leeftijd wordt gedefinieerd als een seksueel
volwassen vrouw die: 1) geen hysterectomie heeft ondergaan (de operatieve
verwijdering van de baarmoeder) of bilaterale ovariëctomie (de operatieve
verwijdering van beide eierstokken) of 2) niet postmenopauzaal is geweest bij
ten minste 24 opeenvolgende maanden (dat wil zeggen, heeft menstruatie gehad op
elk moment gedurende de voorgaande 24 opeenvolgende maanden).
**De gekozen vorm van anticonceptie van de vrouwelijke proefpersoon moet
effectief zijn op het moment dat de vrouwelijke proefpersoon in het onderzoek
wordt gescreend (hormonale anticonceptie moet bijvoorbeeld ten minste 28 dagen
vóór screening worden geïnitieerd).
14. Moet over het algemeen een goede gezondheid hebben (met uitzondering van
psoriatisch arthritis) zoals beoordeeld door de onderzoeker op basis van
medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek en klinische laboratoria.
(Opmerking: de definitie van goede gezondheid betekent dat een persoon geen
ongecontroleerde significante co-morbiditeit heeft).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1.1. Voorafgaand gebruik van> 1 cs DMARD.
2. Voorafgaande blootstelling aan een JAK-remmer, inclusief tyk2-remmers en /
of een biologische DMARD.
3. Gebruik van intra-articulaire (IA) or intra musculaire (IM) glucocorticoïde-
injectie binnen 8 weken vóór het baseline bezoek.
4. Gebruik van leflunomide binnen 12 weken van randomisatie. Proefpersonen die
zijn gestopt met leflunomide en 11 dagen behandeling met cholestyramine (8 g,
3x dagelijks) voorafgaand aan het baseline bezoek voltooiden, kunnen aan het
onderzoek deelnemen.
5. Voorafgaand gebruik van cyclosporine.
6. Voorafgaande behandeling met apremilast of deelname aan een klinisch
onderzoek met apremilast.
7. Gebruik van een onderzoeksgeneesmiddel binnen 4 weken van het baseline
bezoek, of 5 farmacokinetische / farmacodynamische halfwaardetijden, indien
bekend (welke langer is).
8. Voorgeschiedenis van klinisch significante of ongecontroleerde ziekte (zoals
vastgesteld door de onderzoeker), waardoor de proefpersoon een onaanvaardbaar
risico loopt als hij / zij zou deelnemen aan het onderzoek.
9. Enig welke aandoening, inclusief de aanwezigheid van
laboratoriumafwijkingen, waardoor de proefpersoon een onaanvaardbaar risico
loopt als hij / zij zou deelnemen aan het onderzoek. Proefpersonen met een
creatinineklaring van minder dan 30 mL/min (geschat door middel van de
Cockcroft-Gault vergelijking) wordt geacht een ernstige renale beperking te
hebben en zal niet aan het onderzoek mee mogen doen.
10. Voorgeschiedenis van een zelfmoordpoging op enig moment in de levensfase
van de proefpersoon voorafgaand aan de ondertekening van het
toestemmingsformulier, of een grote psychiatrische ziekte waarvoor
ziekenhuisopname nodig was in de laatste 3 jaar voorafgaand aan de
ondertekening van het toestemmingsformulier.
11. Zwanger of borstvoeding.
12. Actieve drugsmisbruik of een voorgeschiedenis van drugsmisbruik binnen 6
maanden voorafgaand aan de screening.
13. Voorgeschiedenis van allergie of overgevoeligheid voor een van de
bestanddelen van het onderzoeksproduct.
14. Voorgeschiedenis van positief humaan immunodeficiëntievirus (HIV) of
aangeboren of verworven immunodeficiëntie (bijv. Common Variable
Immunodeficiency Disease).
15. Actieve tuberculose of een voorgeschiedenis van onvolledig behandelde
tuberculose.
16. Bacteriële infecties die behandeld moeten worden met orale of injecteerbare
antibiotica, of significante virale of schimmelinfecties, binnen 4 weken van
screening. Elke behandeling voor dergelijke infecties moet zijn voltooid en de
infectie is genezen, minimaal 4 weken voorafgaand aan de screening en geen
nieuwe of terugkerende infecties voorafgaand aan het baseline bezoek.
17. Maligniteit of geschiedenis van maligniteit of myeloproliferatieve of
lymfoproliferatieve ziekte in de afgelopen 3 jaar, behalve voor behandelde (ie,
genezen) basale cel- of plaveiselcellen in situ huidcarcinomen.
18. Grote operatie (inclusief gewrichtschirurgie) binnen 8 weken voorafgaand
aan het screeningsbezoek of geplande grote operatie binnen 6 maanden na het
baseline bezoek.
19. Reumatische auto-immuunziekte anders dan PsA, inclusief, maar niet beperkt
tot: systemische lupus erythematosus (SLE), gemengde bindweefselziekte (MCTD),
sclerodermie, polymyositis of fibromyalgie.
20. Voorgeschiedenis van of huidige inflammatoire gewrichtsaandoening anders
dan PsA (bijv. Jicht, reactieve artritis, reumatoïde artritis [RA], spondylitis
ankylopoetica, ziekte van Lyme), wat het vermogen om gegevens uit het onderzoek
te interpreteren verwart.
21. Erythrodermic, guttate of gegeneraliseerde pustulaire psoriasis bij
randomisatie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-002735-26-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03747939 |
CCMO | NL67713.078.18 |