Het belangrijkste doel van het onderzoek is om te bepalen of EMDR effect heeft op het psychologische klachtniveau van patienten met een persoonlijkheidsstoornis.Het secundaire doel is om te bepalen of dit effect blijvend is drie maanden nadat de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verschil in het niveau van psychische klachten tussen patiënten in de
experimentele groep en de wachtlijstgroep, gemeten met de Brief Symptom
Inventory (BSI).
Secundaire uitkomstmaten
Het verschil in het niveau van psychische klachten wordt ook gemeten met de BSI
drie maanden nadat de gewoonlijke behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen
is gestart.
Wekelijks worden de behandelresultaten gemonitord met de OQ-45.
Het verschil in de mate van het algemene persoonlijkheidsfunctioneren wordt op
meetmoment 1,5 en 6 gemeten met de GAPD.
Achtergrond van het onderzoek
Persoonlijkheidsstoornissen zijn een van de meest voorkomende psychische
stoornissen. Ongeveer 3-15 % van de algemene bevolking, 40-50 % van de
patienten in geestelijke gezondheidzorg en 60-80 % van de patiënten in de
forensische sector voldoen aan de criteria van een persoonlijkheidsstoornis
(Bamelis et al., 2014;Soeteman, Verheul & Van Busschbach, 2008).
Persoonlijkheidsstoornissen worden verondersteld veroorzaakt te worden door
genetische en omgevingsfactoren. Negatieve levensgebeurtenissen zijn
voorbeelden van omgevingsfactoren die geassocieerd zijn met o.a.
persoonlijkheidsproblematiek en andere psychische stoornissen (Kendler e.a.,
2000).
Volgens cognitieve modellen gedragen mensen met persoonlijkheidsstoornissen
zich op disfunctionale manieren vanwege negatieve kerngedachten. Deze
kerngedachten zijn gedeeltelijk veroorzaakt door negatieve levensgebeurtenissen
en sturen informatieverwerking en emotionele en gedragsmatige processen aan. In
de behandeling van patienten met persoonlijkheidsstoornissen speelt het
begrijpen van vroegkinderlijke ervaringen van patiënten een belangrijke rol:
hoe deze ervaringen geleid hebben tot de ontwikkeling en tot het behoud van
sterke overtuigingen over zichzelf, de ander en de wereld (Beck, 2005).
Evidence based psychologische behandelingen voor persoonlijkheidsstoornissen
gaan ervan uit dat situaties in het hier en nu heftige emoties op kunnen roepen
omdat er eerdere pijnlijke ervaringen geactiveerd worden.
Bij schematherapie (Young, 2003) bijvoorbeeld spelen vroege ervaringen een
belangrijke rol en worden technieken zoals 'imaginatie met rescripting' ingezet
om een traumatische ervaring te herschrijven. Ook in psychodynamische therapie
worden huidige problemen toegeschreven aan onbewuste conflicten vanuit vroegere
negatieve ervaringen (Freud, 1962).
Het belang van eerdere en pijnlijke ervaringen wordt niet alleen bij de
behandeling van persoonlijkheidsstoornissen belangrijk geacht, maar is ook de
basis van traumabehandeling. Bij traumabehandeling is EMDR, Eye Movement
Desensitization and Reprocessing een belangrijk interventie. EMDR is sinds 2005
door het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE) erkend
als de eerste keus behandeling voor posttraumatische stresstoornis (PTSS)
(NICE, 2005). De effectiviteit van EMDR werd eerst vooral onderzocht en bewezen
bij patiënten met PTSS, maar blijkt ook effectief te zijn in het behandelen van
negatieve ervaringen in andere doelgroepen, zoals patiënten met psychoses (Van
den Berg, e.a., 2015) en angststoornissen (De Jongh e.a., 2002). Er heeft niet
eerder onderzoek plaatsgevonden naar de effectiviteit van EMDR bij patiënten
met persoonlijkheidsstoornissen.
Verschillende theorieën proberen de effectiviteit van EMDR te verklaren. In de
Adaptive Information Processing theorie is de veronderstelling dat traumatische
ervaringen als disfunctionele informatie (in de vorm van angstwekkende beelden,
disfunctionele
cognities, negatief affect en fysieke sensaties) liggen opgeslagen in zogenoemde
neurale netwerken. Volgens Shapiro's AIP-model beschikt ieder mens over een
aangeboren informatieverwerkingssysteem. De EMDR procedure zou de opgeslagen
traumatische informatie in het neurale netwerk niet alleen toegankelijk maken,
maar tegelijkertijd het natuurlijke verwerkingssysteem activeren en stimuleren
zodat de opgeslagen disfunctionele informatie wordt getransformeerd naar een
meer
adaptieve, functionele vorm. Shapiro's theorie veronderstelt dat de combinatie
van het intern gericht zijn op de traumatische gebeurtenis en de aandacht voor
de afleidende stimulus er toe leidt dat er in het neurale netwerk verbindingen
tot stand worden gebracht tussen de opgeslagen disfunctionele informatie en
andere bestaande, en meer gezonde informatie en opvattingen. Dit zou vervolgens
leiden
tot een desensitisatie en een cognitieve herstructurering van de traumatische
beleving (Shapiro, 1995, 2001, 2007).
Dit model suggereert dat EMDR ook effectief zou kunnen zijn in de behandeling
van persoonlijkheidsstoornissen, vanwege de associatie tussen eerdere negatieve
levensgebeurtenissen en persoonlijkheidsproblematiek. Als belangrijke
disfunctionele kergedachten en emoties hun kracht kunnen verliezen, zouden
psychologische klachten kunnen verminderen en nieuwe ervaringen worden
opgedaan. Dit zou een goed vertrekpunt kunnen zijn voor verbale interventies en
gedragsmatige verandering.
Een ander voordeel van het gebruik van EMDR bij patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen zou kunnen zijn dat EMDR intensieve emoties
triggert en patiënten kunnen ervaren dat zij deze heftige emoties kunnen
verdragen. Dit zou een belangrijke bevinding kunnen zijn aangezien
experiëntiële vermijding een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van
persoonlijkheidspathologie (Jacob et al., 2013; Berking et al., 2009).
Het doorbreken van experiëntiële vermijding in de behandeling van
persoonlijkheidsstoornissen lijkt een effectieve strategie in de behandeling
van persoonlijkheidsstoornissen (Gratz, e.a., 2008).
Samenvattend is er een samenhang tussen traumatische ervaringen en ingrijpende
levensgebeurtenissen en de ontwikkeling van persoonlijkheidsstoornissen. EMDR
zou een bijdrage kunnen leven aan de behandeling van
persoonlijkheidsproblematiek, bijvoorbeeld door op een relatief snelle manier
klachten te verbeteren, waardoor de kosten en de duur van de behandeling van
persoonlijkheidsstoornissen zou kunnen worden beperkt. EMDR als interventie bij
mensen met persoonlijkheidsproblematiek is niet eerder onderzocht.
Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of EMDR bij patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen zorgt voor klachtvermindering en vermindering van
experiëntiële vermijding.
Doel van het onderzoek
Het belangrijkste doel van het onderzoek is om te bepalen of EMDR effect heeft
op het psychologische klachtniveau van patienten met een
persoonlijkheidsstoornis.
Het secundaire doel is om te bepalen of dit effect blijvend is drie maanden
nadat de behandeling zoals gebruikelijk gestart is voor
persoonlijkheidsstoornissen. Ook worden wekelijks de klachten gemonitord in
beide groepen.
Een ander secundair doel is om te onderzoeken of EMDR invloed heeft op het
algemene persoonlijkheidsfunctioneren van patiënten.
Onderzoeksopzet
De onderzoeksopzet is een gerandomiseerd onderzoek met controlegroep, bestaande
uit een groep die EMDR ontvangt en een wachtlijst conditie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Eye Movement Desensitizationd and Reprocessing (EMDR): een behandelmethode die effectief gebleken is bij stoornissen waarbij traumatische ervaringen een belangrijke rol spelen.
Inschatting van belasting en risico
De effectiviteit van EMDR in de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen is
nog niet eerder onderzocht. Echter is EMDR wel effectief gebleken bij een veel
bredere doelgroep dan bij alleen mensen met PTSS.
EMDR werkt snel, maar is een intensieve behandeling. Patiënten kunnen dus even
een toename in klachten ervaren, maar in de regel neemt dit binnen drie dagen
weer af. Hetzelfde geldt vaak voor een reguliere therapiesessie. Patiënten
worden hier goed over geïnformeerd en worden hierop voorbereid.
Patiënten in de controlegroep staan 5 weken op de wachtlijst. Met hen wordt
besproken waar ze terecht kunnen in geval van nood. Zij kunnen 24 uur per dag
contact zoeken met GGZ Delfland indien nodig.
Publiek
Sint Jorisweg 2
Delft 2612GA
NL
Wetenschappelijk
Sint Jorisweg 2
Delft 2612GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Tussen de 18 en 65 jaar oud
2) Hoofddiagnose is een persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd met de SCID-II.
3) Goede beheersing van de Nederlandse taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Een posttraumatische stressstoornis, vastgesteld met de CAPS
2) Hoog suicide risico (geoperationaliseerd door een suicide poging in de afgelopen 6 maanden, suïcidale ideaties of ernstige automutilatie)
3) Participatie in een ander onderzoek
4) Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61845.098.17 |
OMON | NL-OMON24849 |