Bewijs leveren voor het concept dat antifungale profylaxe met posaconazol, naast het leveren van standaard medische zorg, de incidentie van IAA kan reduceren bij patiënten opgenomen op de IC met ernstige influenza, vergeleken met alleen standaard…
ID
Bron
Verkorte titel
POSA-FLU
Aandoening
- Immunodeficiëntiesyndromen
- Schimmelinfectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verschil in incidentie van IAA ten tijde van ontslag van de IC tussen de
interventiegroep en controlegroep.
Secundaire uitkomstmaten
- Tijd tot IAA diagnose
- Duur van IC opname
- Duur van ziekenhuisopname
- Mortaliteit
- Mortaliteit na 30 dagen
- Mortaliteit na 90 dagen
- Aanwezigheid van markers voor MAS
- Cytokineproductie door mononucleaire cellen in perifeer bloed (alleen in
Nijmegen)
- Productie van ROS door polymorfonucleaire granulocyten/neutrofielen in
perifeer bloed (alleen in Nijmegen)
- Frequenties van SNPs/mutaties in relevante genen (alleen in Nijmegen)
Achtergrond van het onderzoek
Invasieve aspergillose (IA) wordt vanouds beschouwd als een opportunistische
infectie bij patiënten met specifieke vormen van immuundeficiënties. Relatief
recent is echter duidelijk geworden dat IA ook als complicatie van
influenzapneumonie kan optreden bij patiënten die op de Intensive Care (IC)
zijn opgenomen vanwege respiratoire insufficiëntie ten gevolge van hun
influenzapneumonie, een aandoening bekend als influenza-geassocieerde
aspergillose (IAA). In het influenzaseizoen van 2015/2016 werd een
IAA-incidentie van 16% waargenomen met een mortaliteit van 61%, inclusief
patiënten die voorheen gezond waren. Voorts werd gevonden dat de tijd tot het
starten van antifungale behandeling significant korter was bij overlevende
patiënten, vergeleken met patiënten die overleden. Dit benadrukt het belang van
vroege behandeling met antifungale middelen. Het antifungale geneesmiddel
posaconazol is het middel van eerste keuze voor antifungale profylaxe bij
neutropene patiënten met acute myeloïde leukemie en bij patiënten met
graft-versus-host ziekte na een allogene haematopoïetische
stamceltransplantatie, waardoor de incidentie van IA effectief gereduceerd
wordt. Om deze redenen luidt onze hypothese dat profylactisch gebruik van
posaconazol de incidentie van IAA bij patiënten opgenomen op de IC vanwege een
ernstige influenzapneumonie kan reduceren.
Doel van het onderzoek
Bewijs leveren voor het concept dat antifungale profylaxe met posaconazol,
naast het leveren van standaard medische zorg, de incidentie van IAA kan
reduceren bij patiënten opgenomen op de IC met ernstige influenza, vergeleken
met alleen standaard medische zorg.
Het onderzoeken van verschillen in productie van cytokines en "reactive oxygen
species" (ROS)/zuurstofradicalen en van verschillen in frequenties van "single
nucleotide polymorphisms" (SNPs)/mutaties in relevante genen tussen patiënten
met een ernstige influenzapneumonie die IAA ontwikkelen en patiënten met
ernstige influenzapneumonie die geen IAA ontwikkelen (alleen in Nijmegen).
Voorts het onderzoeken van verschillen in de aanwezigheid van markers in bloed
van het macrofagen activatie syndroom (MAS) tussen patiënten met een ernstige
influenzapneumonie die IAA ontwikkelen en degenen die geen IAA ontwikkelen.
Onderzoeksopzet
Een fase IV, interventionele, niet-geblindeerde, gerandomiseerde,
gecontroleerde trial.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten in de interventiegroep krijgen eenmaal daags 300 mg posaconazol intraveneus toegediend (na een oplaaddoseringsschema van tweemaal daags 300 mg gedurende één dag) gedurende 7 dagen, naast standaard medische zorg. Patiënten in de controlegroep ontvangt standaard medische zorg (waaronder, maar niet beperkt tot, behandeling met oseltamivir).
Inschatting van belasting en risico
Het risico voor de patiëntengroep die het studiegeneesmiddel toegediend krijgt
volgens bovengenoemd regime wordt beschouwd als verwaarloosbaar. Voor het
studiegeneesmiddel is marktautorisatie verleend. Patiënten zullen worden
onderzocht en opgevolgd op en voor de meest voorkomende bijwerkingen, inclusief
leverenzymtesten in bloedmonsters en elektrocardiogram (ECG). Voor het
pathofysiologische deel van het onderzoek zal eenmalig 20-30 ml bloed worden
afgenomen (alleen in Nijmegen). Voorafgaand aan inclusie zullen vrouwen van
vruchtbare leeftijd een zwangerschapstest in urine ondergaan. Vervolg van
leverenzymen in bloed, de zwangerschapstest en de afname van bloed voor het
pathofysiologische deel van het onderzoek kunnen hoogstwaarschijnlijk worden
ingebed in het regime van diagnostische onderzoeken zoals passend bij standaard
medische zorg, zodoende leidend tot slechts een minimale toename in de
hoeveelheid bloedafnames vergeleken met standaard medische zorg. 30 en 90 dagen
na inclusie zal telefonisch contact met patiënten worden gezocht in het kader
van de follow-up. Er is mogelijk sprake van een gezondheidsvoordeel voor
patiënten die het studiegeneesmiddel ontvangen indien dit onderzoek en
toekomstige studies aantonen dat profylactisch gebruik van posaconazol de
incidentie van IAA in deze groep patiënten kan reduceren.
Publiek
Geert Grooteplein-Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein-Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Geïnformeerde toestemming ("informed consent") dient schriftelijk te worden verkregen van de patiënt of zijn/haar wettelijk vertegenwoordiger voorafgaande aan de eerste onderzoeksgerelateerde procedure;
2. Patiënt is volwassen (>= 18 jaar oud);
3. PCR-bewezen influenza in nasofaryngeale uitstrijk, bronchusaspiraat of broncho-alveolaire lavage (BAL)-vloeistof binnen de 7 dagen voorafgaande aan opname op de Intensive Care (IC) of binnen 48 uur na opname op de IC. Als PCR niet beschikbaar is, dan is een positief resultaat van een sneltest noodzakelijk (een negatieve sneltest bewijst niet sluitend de afwezigheid van influenza en dient bevestigd te worden middels PCR)
4. Influenzasymptomen niet langer dan 10 dagen voorafgaande aan opname op de IC aanwezig
5. Respiratoire distress/insufficiëntie is de belangrijkste reden voor opname op de IC. Respiratoire distress wordt gedefinieerd als een ademhalingsfrequentie >= 25x/min. en een PaO2/FiO2-ratio <= 300 met of zonder (bilaterale) infiltraten bij radiografische thoraxonderzoeken
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Zwangere vrouwen (op basis van een serum zwangerschapstest);
2. Verwachte overlevingsduur bij opname op de IC <= 48 uur;
3. Patiënten die naar de IC overgeplaatst worden vanuit een andere ziekenhuisafdeling of vanuit een ander ziekenhuis met reeds aanwezig mycologisch bewijs voor invasieve aspergillose (gebaseerd op kweek van sputum, bronchusaspiraat of BAL-vloeistof, galactomannan in serum of BAL-vloeistof);
4. Patiënten met bekende intolerantie of overgevoeligheid voor posaconazol;
5. Patiënten die actief behandeld worden met antifungale middelen met activiteit tegen Aspergillus species;
6. Patiënten die actief behandeld worden met rifampicine of rifabutin;
7. Patiënten met een QTc-interval >= 500 milliseconden op een elektrocardiogram (ECG);
8. Patiënten met levercirrhose (Child-Pugh klasse C);
9. Deelname aan een andere interventionele klinische trial;
10. Elke stoornis/aandoening die, naar de mening van de onderzoeker, de veiligheid van de deelnemer of compliantie aan het onderzoeksprotocol in gevaar brengt
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-003270-14-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03378479 |
CCMO | NL64151.091.18 |