Is microRNA 19b-1-5p gerelateerd aan aspirin insensitiviteit in plaatjes rijk plasma?

Bloedplaatjesaggregatieremmers acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium (het
chelaat calcium acetylsalicylaat en ureum) zijn de meest
voorgeschreven geneesmiddelen na een myocardiaal infarct, waardoor zij talloze
nieuwe hartinfarcten voorkomen. Echter,
trombocytenaggregatieremmers remmen de bloedplaatjesaggregatie niet in dezelfde
mate voor alle patiënten. Deze zogenaamde aspirine
resistente patiënten hebben ondanks aspirinegebruikt nog steeds een groot
risico op een tweede myocardinfarct. Als deze aspirine resistente
patiënten kunnen worden geïdentificeerd, kunnen zij behandeld worden met andere
of aanvullende plaatjesremmers, waardoor de kans op een
tweede hartinfarct sterk verminderd
In een eerdere studie hebben wij de invloed van carbasalaatcalcium op miRNA
expressie gemeten. We ontdekten dat, in geïsoleerde
bloedplaatjees, lage expressie van en specifiek miRNA-19b-1-5p proefpersonen
kon identificeren waar aggregatie van bloedplaatjes aanhield
ondanks aspirine. Dus, door het meten van de miRNA-19b-1-5p expressielevels,
konden we aspirine resistente mensen identificeren.
We vonden een relatie tussen miRNA-19b-1-5p en aspirine ongevoeligheid in
geïsoleerde bloedplaatjes. Om te functioneren als een praktische
biomarker voor aspirineresistentie, moet miRNA-19b-5p makkelijk te gebruiken
zijn en gemeten kunnen worden zonder de bloedplaatjes eerst te
hoeven isoleren. Helaas kon onze biomarker niet worden gemeten plaatjes arm
plasma en volbloed. Anderzijds, konden we de biomarker wel in
plaatjes rijk plasma te meten. Aangezien miRNA-19b-1-5p is alleen detecteerbaar
in bloedplaatjes en bloedplaatjes rijk plasma (PRP), willen we
onderzoeken of miRNA-19b-1-5p van PRP is net zo effectief in het identificeren
van patiënten met aspirine ongevoeligheid als met geïsoleerde
bloedplaatjes.

Onderzoeken of miRNA-19b-1-5p gemeten in plaatjesrijk plasma correleert met de
plaatjesaggregatie

cross-sectionele studie

Er is een minimale belasting en risico, aangezien enkel een extra buisje bloed
wordt afgenomen bij patienten die toch al venapuncture ondergaan. Er zijn geen
directe voordelen voor de patient.