Primair doel is om met een gerandomiseerde fase III trial bij oudere patienten met AML de totale overleving te vergelijken bij enerzijds de 10 daagse decitabine (20 mg/m2) behandeling) en anderzijds de conventionele inductie chemotherapie ("3+7…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Leukemieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Totale overleving
Secundaire uitkomstmaten
CR/CRi score, response score (CR/CRi and PR), overall CR/CRi score, DFS, PFS;
Veiligheid en toxiciteit;
Haalbaarheid transplantatie: Percentage getransplanteerde patienten;
Outcome post-transplantatie: PFS, incidentie van recidief of progressie,
incidentie van NRPM (or TRM);
Aantal dagen ziekenhuisopname en aantal benodigde transfusies;
HRQoL (EORTC QLQ-C30, ELD14);
Prognostische waarde van lichamelijke en functionele conditie bij diagnose
vastgesteld met een geriatrisch assessment instrument ("short physical
performance battery [SPPB]" and "activities of daily living [ADL]".
Achtergrond van het onderzoek
1. Behandeling met intensieve chemotherapie gebaseerd op cytarabine en een
anthracycline ("3+7") heeft de laatste decennia bij oudere patienten met AML
niet tot een verbeterde overleving geleid.
2. "Next generation sequencing" heeft laten zien dat genen betrokken bij de
epigenetica vaak gemuteerd zijn bij AML (e.g. DNMT3a). Dit suggereert een
belangrijke rol van epigenetica in de pathofysiologie van AML.
3. Kleine prospectieve gerandomiseerde trials hebben laten zien dat intensieve
chemotherapie en lage dosis Ara-C superieur zijn aan de beste supportieve zorg.
Interessant is dat alleen decitabine (gegeven in 5-daags schema) en niet
intensieve chemotherapie superieur blijkt te zijn aan lage dosis Ara-C.
4. Een retrospectieve analyse van een groep oudere patienten met nieuw
gediagnosiseerd AML (n=671) heeft laten zien dat epigenetische therapie (zoals
azacitidine of decitabine) vergelijkbare overlevingsscores heeft als intensieve
chemotherapie. In de eindanalyse zijn azacitine en decitabine gecombineerd. In
vergelijking met azacitidine gaat behandeling met decitabine echter gepaard met
een hogere mediane totale overleving.
5. Recent gepubliceerde fase 2 data met het 10-daags decitabine schema laten
zien dat met decitabine vergelijkbare complete remissie scores bereikt worden
als bij intensieve chemotherapie. Opgemerkt moet worden dat veel studies laten
zien dat hypomethylerende middelen invloed hebben op de overleving zonder dat
er een complete remissie bereikt wordt. Dit suggereert dat er bij gelijke
complete remissie scores er een overlevingsvoordeel voor het 10 daags
decitabine schema is.
6. Met een allogene stamceltransplantatie kunnen oudere patienten met AML
mogelijk genezen worden. Behandelstrategien moeten het mogelijk maken dat
oudere patienten allogeen getransplanteerd kunnen worden.
7. Behandeling met decitabine kan leiden tot interessante genezingspercentages
wanneer deze voorafgaand aan een allogene stamceltransplantatie ("bridging")
wordt uitgevoerd.
Gebaseerd op bovenstaande data, is de tijd gekomen om bij de behandeling van
oudere patienten met AML de conventionele intensieve chemotherapie (gebaseerd
op cytarabine gecombineerd met een anthracycline ("3+7")) in een prospectief
gerandomiseerde trial met het hypomethylerende middel decitabine (dosis 20
mg/m2, start met 10-daags schema gevolgd door allogene stamceltransplantatie of
continuering met 5-daags schema) te vergelijken. De hypothese is dat bij oudere
patienten met AML de behandeling met decitabine superieur is aan de
conventionele inductie chemotherapie.
Doel van het onderzoek
Primair doel is om met een gerandomiseerde fase III trial bij oudere patienten
met AML de totale overleving te vergelijken bij enerzijds de 10 daagse
decitabine (20 mg/m2) behandeling) en anderzijds de conventionele inductie
chemotherapie ("3+7").
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, gerandomiseerde, multicenter fase III studie waarbij 2
verschillende behandelstrategien voor oudere patienten met AML vergeleken
worden. De conventionele "3+7* chemotherapie (standaardarm) wordt vergeleken
met behandeling met het hypomethylerende medicijn decitabine (studiearm).
Patienten worden centraal gerandomiseerd. Stratificatiefactoren zijn type AML
(de novo vs secundaire AML), leeftijd bij randomisatie (60-64 vs 65-69 vs >70
jaar) en ziekenhuis.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling met conventionele >3+7> chemotherapie (standaardarm) versus behandeling met het hypomethylerende middel decitabine (studiearm).
Inschatting van belasting en risico
Bij loting voor studiearm mogelijk minder (lange) opnames in ziekenhuis tijdens
de eerste kuren.
Extra afname van beenmerg bij diagnose (tijdens reguliere beenmergpunctie); Op
ca. 10 tijdstippen extra afname van bloed (in bijna alle gevallen tijdens
reguliere bloedafname); Extra afname van speeksel bij diagnose. Zie E6 voor
specificatie.
Tot maximaal 5 keer vragenlijsten t.b.v. kwaliteit van leven en geriatrisch
assessment nvullen.
Publiek
Avenue E. Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Wetenschappelijk
Avenue E. Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd >= 60 jaar.;WHO Performance status: <= 2.;Geschikt voor standaard intensieve chemotherapie.;Patienten die vruchtbaar zijn moeten tijdens en tot minimaal 3 maanden na de laatste studiebehandeling adequate geboortebeperkende maatregelen nemen, zoals voorgeschreven door de onderzoeker. De adequate geboortebeperkende maatregelen moeten bij correct gebruik een zeer lage kans op falen hebben (< 1% per jaar). ;Nieuw gediagnosticeerde AML. Cytopathologisch vastgesteld volgens de WHO classificatie. Patienten dienen bij voorkeur binnen 2 maanden na diagnose gerandomiseerd te zijn. ;De novo of secundaire AML zijn beide toegestaan. ;WBC <=30x109/L (gemeten uiterlijk 72 uur voor randomisatie).;De volgende laboratoriumparameters moeten voor randomisatie bepaald zijn en binnen de genoemde grenzen vallen:
- ASAT en ALAT < 2.5 x de bovengrens van het referentieinterval (van het laboratorium waar de analyse is uitgevoerd) tenzij de uitslag AML gerelateerd is.
- Serum totaal bilirubine < 2.5 x de bovengrens van het referentieinterval (van het laboratorium waar de analyse is uitgevoerd) tenzij de uitslag AML gerelateerd is of veroorzaakt wordt door het syndroom van Gilbert.
- Serum creatinine < 2.5 x de bovengrens van het referentieinterval (van het laboratorium waar de analyse is uitgevoerd) tenzij de uitslag AML gerelateerd is.;De volgende eerder uitgevoerde behandelingen voor MDS of MPN zijn toegestaan zo lang deze een maand voor inclusie zijn gestopt:
-Groeifactoren, thrombomimetica, immuunsuppressie (cyclosporine A, steroiden, Antithymocyte globulin etc.), chelatie, interferon, anagrelide.
-Lenalidomide, lage dosis chemotherapie (lage dosis melfalan, hydroxyurea, lage dosis cytarabine etc.), tyrosine-kinase remmers, histone deacetylase remmers (e.g. Valproic acid, panobinostat etc.), mTOR remmers, andere experimentele behandelingen die niet op remming van DNA methyltransferase gebaseerd zijn. ;Voor registratie/randomisatie dient patient schriftelijk informed consent te geven volgens de ICH/GCP richtlijnen en nationale en lokale wetgeving.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Acute promyelocyten leukemie (APL, bijv. AML-M3 met t(15;17)(q22;q12); PML-RARA fusiegen en cytogenetische varianten).;Blastencrisis vanuit een chronische myeloide leukemie.;Leukemie met centraal zenuwstelsel lokalisatie. Profylaxe behandeling volgens lokaal beleid is toegestaan. ;Eerdere behandeling voor AML (recidief AML is niet toegestaan). Hieronder vallen alle antileukemische behandelingen inclusief andere systemische anti-kankertherapie, experimentele behandelingen en behandelingen met hypomethylerende middelen (decitabine, 5-azacytidine). Uitzondering: Eerdere behandeling van de leucocytose met hydroxyurea is toegestaan als deze bij voorkeur minder dan 5 dagen gegeven is. ;Eerdere behandeling voor MDS en MPN met:
- Hypomethylerende middelen (decitabine, 5-azacytidine) OF
- intensieve chemotherapie of transplantatie in de afgelopen 3 jaar.;Aanwezigheid van een bijkomende ernstige cardiovasculaire ziekte die het geven van intensieve chemotherapie onmogelijk maakt, bijv. ongecontroleerde hartritmestoornis die chronische behandeling vereist, hartfalen of symptomatisch ischemische hartziekte, gereduceerde linker ventrikel functie vastgesteld met MUGA scan of echocardiogram.;Aanwezigheid van een maligniteit (m.u.v. basaal- en plaveisel cel carcinoom) waarvoor patient binnen 6 maanden voor randomisatie systemische anti-kankerbehandeling heeft ontvangen. ;Aanwezigheid van een actieve infectie.;Psychologische, familiaire, sociale of geografische omstandigheden die naar het oordeel van de onderzoeker moeilijk maken om de behandeling en follow up volgens protocol uit te voeren. Dergelijke situaties dienen met patient besproken te worden voordat deze in de studie geincludeerd wordt.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001486-27-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02172872 |
CCMO | NL49937.098.14 |