1.Sociaal Cognitief a.Vertonen schizofreniepatiënten vergeleken met controles verstoorde sociale cognitie (in het waarnemen en begrijpen van de intenties en emoties van anderen (klassieke sociale cognitie)), met name wanneer het aankomt op processen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Relatie tussen klassieke sociale cognitie, processen betrokken bij zelf-ander
onderscheid, en sociaal functioneren bij schizofreniepatiënten in vergelijking
met gematchte gezonde controles.
- Relatie tussen hersenmorfologie (volume, corticale dikte, witte stofbanen) en
sociale cognitie en sociaal functioneren.
- Relatie tussen hersensactivatie, als gemeten met fMRI, in de mediale
prefrontale cortex, amygdala cingulate cortex en de verwerking van emoties als
ook de zelf referentie taak
- De verschillen in hersenactiviteit tijdens de zelf-ander onderscheid
processen tussen patiënten en controles.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met schizofrenie hebben vaak moeite om door de sociale wereld te
navigeren en vinden het lastig hiermee om te gaan. Sociale dysfunctie, niet
alleen zichtbaar bij patiënten met schizofrenie, maar ook mensen die risico
hebben op het ontwikkelen hiervan, zou ten grondslag kunnen liggen aan de
invaliderende aspecten in het leven van een patiënt, bijvoorbeeld sociale
terugtrekking, slechte interpersoonlijke relaties en verslechterd functioneren
in het arbeidsleven. Daarmaast is onderzocht dat verslechterd sociaal
functioneren een conversie naar schizofrenie voorspelt in jongeren met een
verhoogd risico op de ontwikkeling van deze ziekte. Daarom is het belangrijk de
onderliggende mechanismen van sociaal functioneren bij schizofrenie te
onderzoeken.
Recent onderzoek suggereert dat sociale cognitie (gedefinieerd als de mentale
verwerking van andermans emoties, intenties en gedrag) een belangrijke rol
speelt bij sociaal functioneren en sociale cognitie wordt steeds vaker
meegenomen in het schizofrenie-onderzoek. Eén van de sociaal cognitieve
processen welke aangedaan is in schizofrenie-patiënten is het begrijpen van
andersmans intenties en emoties, ook wel 'theory of mind' genoemd. Echter, een
verslechtering van theory of mind blijkt het gevolg te zijn van moeilijkheden
in het maken van zelf-ander onderscheid in plaats van het representeren van
andermans gedachten. Als een gevolg hiervan kunnen patiënten hun eigen
intenties en emoties verkeerd projecteren op iemand anders of kunnen ze
andermans intenties en emoties als eigen zien.
Om deze redenen zal de voorgestelde studie niet alleen maten van klassieke
sociale cognitie (emotie perceptie, theory of mind, attributiestijl) bevatten,
maar ook maten betreffende processen onderliggende zelf-ander onderscheid.
Daarnaast willen we de neurale achtergrond van zelf-ander processen beter
kunnen begrijpen. Daarom zullen we patiënten met schizofrenie vergelijken met
gezonde controles op de verschillende maten om meer inzicht te krijgen in de
onderliggende mechanismen van het maken van zelf-ander onderscheid en zullen
we dit relateren aan maten van sociaal functioneren.
Wij hypothetiseren dat moeilijkheden in het maken van zelf-ander onderscheid
ten grondslag liggen aan schizofrenie. Meer inzicht in deze mechanismen zal ons
begrip van sociale problemen die patiënten ervaren vergroten. Op deze manier
breiden we het huidige onderzoek naar sociale cognitie en sociaal functioneren,
dat zich voornamelijk focust op perceptuele processen, uit.
Doel van het onderzoek
1.Sociaal Cognitief
a.Vertonen schizofreniepatiënten vergeleken met controles verstoorde sociale
cognitie (in het waarnemen en begrijpen van de intenties en emoties van anderen
(klassieke sociale cognitie)), met name wanneer het aankomt op processen die
betrokken zijn bij het maken van onderscheid tussen zelf en ander (dissocieren
van eigen en andermans intenties, actie-uitkomsten, en emoties)?
b. Verminderen deze verstoringen in zelf-ander onderscheid het sociaal
functioneren (gemeten aan de hand van zelfrapportage, sociale afstand,
rollenspellen, en telefonische applicatie) in grotere mate dan verstoringen in
klassieke sociale cognitie?
2.Biologisch - imaging (MRI)
a. Zijn de hersengebieden die betrokken zijn bij zelf-referentiële (mediale
frontale) of de verwerking van emoties (amygdala en cingulate cortex), gemeten
met fMRI minder actief bij schizofrenie patiënten in vergelijking met gematchte
controles?
b. Zijn de hersengebieden die betrokken zijn bij zelf-referentiële (mediale
frontale) of de verwerking van emoties (amygdala en cingulate cortex), gemeten
met fMRI, geassocieerd met prestaties op sociaal cognitieve taken van de
uitkomstmaten van het sociaal functioneren?
c.Zijn verstoorde sociale cognitie en sociaal functioneren bij
schizofreniepatiënten (vergeleken met controles) geassocieerd met onderbreking
van de witte stofbanen die frontale, pariëtale, en temporele hersengebieden met
elkaar verbinden? En zijn verstoorde sociale cognitie en sociaal functioneren
geassocieerd met een dunnere frontale, parietale en insulaire cortex (gemeten
met sMRI)?
Onderzoeksopzet
Patient-controle design, vergelijking van schizofreniepatiënten met gematchte
controles.
Deze studie is een vervolg op protocol *Structural and functional neural
correlates of the experience of self-agency in health and
schizophrenia.* (protocolnummer 10-177), die goedgekeurd is door het METC.
Inschatting van belasting en risico
Een *magnetic resonance imaging* (MRI) scan sessie van ongeveer 60 minuten zal
worden afgenomen: MRI is een non-invasieve techniek, en het is dus niet nodig
special voorbereidingen te treffen voor de deelnemers. Er zijn voor zover
bekend geen risico*s verbonden aan MRI afname en de data zijn enkel voor
onderzoeksdoeleinden. Echter, structurele cerebrale pathologie kan worden
opgemerkt. Indien medische interventie vereist is, zal de deelnemer hierover
geïnformeerd worden.
Tijdens twee sociaal-cognitieve taken zal de deelnemer op camera worden
opgenomen om vervolgens uit deze beelden emoties, fysiologische reacties en
interpersoonlijke kwaliteiten te kunnen analyseren. We informeren de deelnemers
niet vooraf over de doeleinden van de metingen, omdat dit de metingen kan
beïnvloeden, en daardoor de objectiviteit van de meetmethode in het geding
komt. Daarom zullen we achteraf debriefing geven over deze doeleinden. Indien
een deelnemer bezwaar heeft tegen het extraheren van gezichtsexpressies en/of
hartslag uit de video-opnames, dan zal dit worden genoteerd en zal deze data
niet worden geëxtraheerd.
Deelnemers zullen geen directe voordelen ondervinden van onze studie. Echter,
op langere termijn kan deelname bijdragen aan een verhoogd begrip van de
etiologie en pathofysiologie van schizofrenie, verbeterde diagnoses, vervroegde
detectie en/of voorspelling van behandelingsuitkomsten.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd 18-50
Geinformeerde toestemming geven
Beheersing Nederlandse taal
Premorbide IQ>80
patienten: DSM-IV diagnose in het schizofrenie spectrum
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
drugs- of alcoholmisbruik de afgelopen 6 maanden
Hersenletsel
neurologische of endocrinologische afwijking
chronisch gebruik van medicatie (patienten: anders dan psychiatrische medicatie)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL49719.041.14 |