Het doel van deze studie is om nieuwe (bio-)markers te ontwikkelen die een sterkere correlatie vertonen met tekenen van over- en onderbehandeling dan de conventionele bijniersteroïdhormoonbepalingen in kinderen met AGS.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Endocriene aandoeningen, congenitaal
- Aandoeningen van de bijnier
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is therapiesucces, gedefinieerd als het ontbreken van
tekenen van over- of onderbehandeling plus het ontbreken van een bijniercrisis
die een hogere dosering hormonale substitutietherapie behoeft (bijv. infectie).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten zijn tekenen van over- of onderbehandeling zoals
gedefinieerd in het studieprotocol tabel 1.
Achtergrond van het onderzoek
De lange-termijnsuitkomst bij het adrenogenitaal syndroom (AGS) laat nadelige
effecten zien van glucocorticoïd- (GC) over- en onderbehandeling op groei,
PCOS-fenotype, obesitas en het metabool syndroom. In de huidige klinische
praktijk is de monitoring van de behandeling van AGS gebaseerd op serum- en
speekselandrogeenbepalingen. Echter, deze bepalingen hebben als groot nadeel
dat deze alleen de momentele situatie reflecteren en de resultaten afhankelijk
zijn van de timing van monsterafname in relatie tot het tijdstip van de dag en
medicijninname. Ondanks regelmatige controles vertonen patiënten vaak klinische
tekenen van chronische overbehandeling met glucocorticoïden. De methoden die op
dit moment worden gebruikt om te bepalen of de medicamenteuze controle van de
ziekte adequaat is, zijn niet in staat om dit te detecteren, met als gevolg dat
medicatieaanpassingen niet plaats kunnen vinden. Daarom is het noodzakelijk om
nieuwe (bio-)markers te ontwikkelen om de behandeling van AGS beter te kunnen
monitoren.
Verscheidene nieuwe technieken/metingen tonen een veelbelovend potentieel. Ten
eerste, op het gebied van metabolomics, het bepalen van steroïdprofielen in
serum (middels LC-MSMS) en urine (portie of 24-uurs-; middels GC-MS). Ten
tweede het meten van steroïdprofielen in hoofdhaar. Met een zeer gevoelige
LC-MSMS kunnen androsteendion, 17-hydroxy-progesteron en cortisol gemeten
worden in hoofdhaar, wat de cumulatieve androgeen- en
glucocorticoïdblootstelling in het lichaam over enkele maanden reflecteert. Tot
slot, telomeerlengtebepaling (LTL) in leukocyten. Stress en GC-verhoging blijkt
de erosie van telomeren reeds vanaf jonge leeftijd te versnellen. Kortere LTL
is geassocieerd met veroudering, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2
en hypertensie.
Door gebruik te maken van deze drie technieken en ze te vergelijken met
klinische parameters van over- en onderbehandeling zoals groei, groeisnelheid
en botleeftijd, kan onderzocht worden wat de beste voorspellende markers zijn
van optimale behandeling van AGS.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om nieuwe (bio-)markers te ontwikkelen die een
sterkere correlatie vertonen met tekenen van over- en onderbehandeling dan de
conventionele bijniersteroïdhormoonbepalingen in kinderen met AGS.
Onderzoeksopzet
Prospectieve observationele studie.
Inschatting van belasting en risico
De studie bestaat uit 3 reguliere poliklinische bezoeken. Gedurende elk bezoek
wordt een reguliere anamnese, lichamelijk onderzoek en venapunctie uitgevoerd.
Tijdens het eerste en derde bezoek wordt als onderdeel van de reguliere
behandeling een röntgenfoto gemaakt voor het vaststellen van de botleeftijd.
Tijdens het laatste bezoek wordt regulier een echo testes gemaakt om te
screenen op testiculaire bijnierresttumoren Studie-specifieke handelingen
omvatten: speekselafname (elk van de drie bezoeken), extra bloedafname tijdens
reguliere venapunctie (2x 1mL-sample), verzamelen 24-uursurine en urineportie,
afnemen van hoofdhaar (alle tweede en derde bezoek).
Risico*s en belasting zijn minimaal omdat venapuncties en röntgenfoto*s voor
botleeftijdbepaling onderdeel zijn van de reguliere klinische controle en
derhalve standaard worden uitgevoerd. Het afnemen van hoofdhaar vindt plaats op
het achterhoofd met een schaar, vergelijkbaar met een kapper (non-invasieve
procedure).
Met deze studie wordt data van verschillende biomateriaalanalyses samengevoegd
om biomarker(s) te ontwikkelen die optimale en suboptimale behandeling in
patiënten met AGS kunnen definiëren. Het voordeel van de potentiële resultaten
weegt zwaarder dan de minimale risico*s en belasting die voor het grootste deel
onderdeel van de reguliere behandeling zijn. Deze studie kan alleen in
kinderen/adolescenten worden uitgevoerd omdat de gevolgen van
over-/onderdosering van glucocorticoïden op groei en puberteitsontwikkeling
alleen voorkomen in deze groep.
Publiek
Apex Court Woodlands 22
Bristol BS32 4JT
NL
Wetenschappelijk
Apex Court Woodlands 22
Bristol BS32 4JT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De proefpersonen moeten een genetisch bevestigde diagnose van klassieke AGS hebben (salt-losing of simple virilising) en
- groep 1: pre-pubertair en Tanner stadium 1 zijn
of
- groep 2: laat-pubertair en Tanner stadium 3 of meer of post-menarche zijn.
De proefpersonen en/of wettelijk vertegenwoordigers moeten schriftelijk informed consent geven om deel te nemen aan de studie, volgens geldende wetgeving.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Bijkomende ziektes tijdens het doktersbezoek of in de voorafgaande week.
- Onvoldoende taalbegrip bij proefpersoon of wettelijke vertegenwoordigers, leidend tot een onvermogen om het geschreven patiënteninformatieformulier te begrijpen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL63019.078.17 |