Het primaire doel van de studie is om de volgende vraag te beantwoorden: wat is de prevalentie van kindermishandeling bij middelbare scholieren in Nederland?Secundaire doelen van de studie zijn het bepalen van de prevalentie van verschillende…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
onderzoek heeft niet betrekking op aandoeningen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Een schatting van het aantal middelbare scholieren dat kindermishandeling heeft
ondervonden gedurende de periode van een jaar (2015).
Secundaire uitkomstmaten
Risicofactoren (determinanten) van kindermishandeling.
Achtergrond van het onderzoek
Mishandeling heeft een grote invloed op de ontwikkeling van een kind. Om
kindermishandeling tegen te gaan is er informatie nodig over de prevalentie en
determinanten ervan. Deze informatie kan gebruikt worden om beleid met
betrekking tot kindermishandeling vorm te geven en te evaluaren. Het ministerie
van Veiligheid en Justitie heeft een monitor met betrekking tot
kindermishandeling opgezet. In deze monitor worden zowel gegevens op basis van
zelfrapportage gebruikt (bij scholieren van de middelbare school), als gegevens
van informanten, zoals huisartsen en leraren van de middelbare school (zie het
*Actieplan aanpak Kindermishandeling 2012-2016*, kamerstuk 31015, nr. 69).
De huidige studie is de derde meting van de zelf-rapportage studie onder
middelnbare schiolieren, De vorige metingen vonden plaats in 2005
(Lamers-Winkelman et al., 2007) en in 2010 (Alink et al., 2011). Om de
vergelijkbaarheid tussen de metingen te waarborgen maken we gebruik van
dezelfde vragenlijst (de Vragenlijst Vervelende en Nare Gebeurtenissen) en
onderzoekprocedures als in de vorige twee metingen. De uitkomsten van de
huidige studie zullen worden geintegreerd met de uitkomsten van een nieuwe
'informanten studie'.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van de studie is om de volgende vraag te beantwoorden: wat is
de prevalentie van kindermishandeling bij middelbare scholieren in Nederland?
Secundaire doelen van de studie zijn het bepalen van de prevalentie van
verschillende subtypen van kindermishandeling en om te bepalen of de
prevalentie van kindermishandeling stijgt of daalt ten opzichte van de vorige
metingen.
Kindermishandeling kan verschillende vormen aannemen. Dit ziet men terug in de
opbouw van de vragenlijst *Vragenlijst Vervelende en Nare Gebeurtenissen*. Op
basis van afnames van deze vragenlijst kunnen we de de prevalentie vabn
kindermishandeling volgens verschillende definities bepalen, alsook van de
verschillende subtypen van kindermishandeling.
We kunnen ook bepalen wat de trend is voor de prevalentie van
kindermishandeling. Het ITS ontvangt ook de data van de vorige twee meetronden,
en kan hiermee rekenen. Zo kunnen we een significante stijging of daling in de
prevalentie van kindermishandeling bepalen.
Ten slotte geeft de studie informatie over de mogelijke determinanten van
kindermishandeling, zoals leeftijd en geslacht van het slachtoffer.
Onderzoeksopzet
Net als bij de vorige twee studies met middelbare scholieren (Lamers-Winkelman
et al. 2007; Alink et al., 2011), streven we naar ongeveer 30 middelbare
scholen en ongeveer 2000 middelbare scholieren tussen de 12 en 18 jaar.
De middelbare scholen zullen op basis van een random steekproeftrekking worden
bepaald, waarbij wel rekening wordt gehouden met regio (landsdeel). Binnen een
middelbare school worden er vier klassen geselecteerd (eerste klas, tweede
klas, derde klas, vierde klas). Als een school meerdere klassen heeft per
niveau, wordt er een random selectie gemaakt.
De scholieren en hun ouders ontvangen een brief met informatie over het
onderzoek. In deze brief zal ook staan hoe de ouders of het kind zelf zich
kunnen afmelden voor de studie.
Voor meer informatie zie *Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2015. Offerte
voor het Wetenschappelijk Onderzoek- en documentatiecentrum (WODC)*.
Inschatting van belasting en risico
In de vorige studie (Alink et al., 2011) waren er 107 afmeldingen (41 keer door
ouders en 77 door de kinderen zelf). Dit is ongeveer 6% van het totale aantal
respondenten.
De belasting voor de deelnemende leerlingen is miniaal. Het invullen van de
vragenlijst duurt 1 lesuur. Sommige studenten hebben wellicht de behoefte om
met een vetrouwenspersoon te praten na het invullen van de vragenlijst. Samen
met de vragenlijst hebben de scholieren een kaart ontvangen met daarop
contactgegevens van jeugdbeschermers of relevante instanties. Het ITS neemt,
voor de afname van het onderzoek plaatsvindt, contact op met deze personen. Op
de kaart zal ook de mogelijkheid worden aangegeven om te praten met de
schoolvertrouwenspersoon of met leerlingzorg.
Publiek
Turfmarkt 147
Den Haag 2511 DP
NL
Wetenschappelijk
Turfmarkt 147
Den Haag 2511 DP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
scholieren in klassen 1-4 van het voortgezet onderwijs
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Onvoldoende Nederlandse taalvaardigheid
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL55528.072.15 |