Het doel van het onderzoek is te onderzoeken hoe RAD1901 wordt verdragen.Ook zal worden onderzocht hoe snel en in hoeverre RAD1901 in het lichaam wordt opgenomen en uitgescheiden. Tevens wordt er in Groep 6 onderzocht in hoeverre RAD1901 in de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecificeerde neoplasmata, benigne
- Borstaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om de maximaal getolereerde dosis (MTD), veiligheid, verdraagbaarheid en
farmacokinetiek (PK) van RAD1901 bij gezonde postmenopauzale vrouwen te bepalen
Secundaire uitkomstmaten
Om doordringing in de hersenen en de bezetting van de oestrogeenreceptor *
(ERa) met RAD1901 te bepalen.
Om de concentratie van RAD1901 te bepalen met cerebrospinale vloeistof (CSF)
Achtergrond van het onderzoek
RAD1901 is een nieuw middel dat in de toekomst mogelijk gebruikt kan worden bij
de behandeling van borstkankeruitzaaiingen in de hersenen. Sommige borsttumoren
bevatten oestrogeenreceptoren en groeien met behulp van het vrouwelijke
geslachtshormoon oestradiol. Een receptor is een eiwit op het oppervlak van een
cel waaraan een molecuul (bijvoorbeeld oestradiol) kan binden waardoor de
celactiviteit verandert. Oestrogeenreceptoren bevinden zich overal in het
lichaam, zoals hersenen, bot, borsten, baarmoederslijmvlies, hart en de
binnenbekleding van bloedvaten. Selectieve oestrogeenreceptor modulatoren (ook
wel SERMs genoemd) en selectieve oestrogeenreceptor downregulatoren (ook wel
SERDs genoemd) zijn stoffen die oestrogeenreceptoren blokkeren. RAD1901 is een
SERM en SERD en is verbeterd om in de hersenen te kunnen komen. Vanwege deze
kenmerken wordt RAD1901 ontwikkeld voor de behandeling van
borstkankeruitzaaiingen in de hersenen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is te onderzoeken hoe RAD1901 wordt verdragen.Ook
zal worden onderzocht hoe snel en in hoeverre RAD1901 in het lichaam wordt
opgenomen en uitgescheiden.
Tevens wordt er in Groep 6 onderzocht in hoeverre RAD1901 in de hersenen en
baarmoeder terechtkomt en aan oestrogeenreceptoren in de hersenen en baarmoeder
bindt en in hoeverre RAD1901 wordt opgenomen in het hersenvocht.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit 1 periode waarin de vrijwilliger gedurende 11 dagen
(10 nachten) in het klinisch onderzoekscentrum in Groningen zult verblijven,
gevolgd door 3 korte bezoeken aan het klinisch onderzoekscentrum in Groningen
en een nakeuring.
Tijdens het onderzoek krijgt de vrijwilliger RAD1901 of placebo toegediend met
240 milliliter water, 30 minuten na de start van een gestandaardiseerd ontbijt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdens het onderzoek krijgt de vrijwilliger RAD1901 of placebo toegediend met 240 milliliter water, 30 minuten na de start van een gestandaardiseerd ontbijt. Na inname van de onderzoeksmedicatie zullen de handen en mond geïnspecteerd worden door een van de onderzoekers.
Inschatting van belasting en risico
Tot nu toe zijn er 2 onderzoeken met de onderzoeksmedicatie uitgevoerd waar in
totaal 180 gezonde postmenopauzale vrouwelijke vrijwilligers aan hebben
meegedaan: 143 vrijwilligers kregen RAD1901 toegediend en 37 vrijwilligers
kregen placebo toegediend. In totaal kregen 24 vrijwilligers een enkelvoudige
dosering van de onderzoeksmedicatie toegediend en 119 gezonde vrijwilligers
kregen een meervoudige dosering van de onderzoeksmedicatie toegediend.
Enkelvoudige doseringen tot en met de hoogst onderzochte dosis van 200 mg en
meervoudige doseringen tot en met de hoogst onderzochte dosis van 100 mg,
eenmaal daags toegediend gedurende 28 dagen, werden goed verdragen. De meest
voorkomende bijwerkingen waren hoofdpijn, indigestie, misselijkheid, spierpijn,
duizeligheid, griep en ontsteking van het maagslijmvlies. Twee personen zijn
vroegtijdig uit het onderzoek gehaald na toediening van meervoudige doseringen
van de onderzoeksmedicatie: 1 persoon vanwege maagslijmvliesontsteking en 1
persoon vanwege lage bloeddruk.
In een klein aantal postmenopauzale vrouwen met vergevorderde borstkanker die
behandeld zijn met SERMs (Tamoxifen) zijn ovariële cysten (een met vloeistof
gevulde zak die zich ontwikkelt in een eierstok) waargenomen.
Vaginale bloeding en gevoeligheid van de borsten (en bijwerkingen gerelateerd
aan de borsten) zijn bijwerkingen die worden aangemerkt als speciale
veiligheidsgebeurtenis omdat zij gerelateerd zijn aan dit type
onderzoeksmedicatie. Vier patiënten kregen een vaginale bloeding of een
bloeding tussen 2 menstruatieperiodes in. Twee van deze 4 patiënten hadden ook
gevoelige borsten. Al deze bijwerkingen waren mild van aard.
Tot op heden zijn er nog geen ernstige bijwerkingen gerapporteerd bij de tot nu
toe onderzochte doseringen.
Transvaginale echo:
De transvaginale echo verloopt meestal pijnloos. Sommige vrouwen ervaren de
procedure als oncomfortabel vanwege de druk van de echokop. Van de
transvaginale echo bij mensen zijn geen schadelijke effecten bekend.
Hersenvochtafname:
Het inbrengen van de naald voor het afnemen van hersenvocht kan pijnlijk zijn,
vergelijkbaar met bloed afnemen uit een arm. Het verwijderen van de naald is
pijnloos. Meestal verloopt een ruggenprik zonder complicaties. Wel kan er
tijdens de punctie soms een zenuw geraakt worden. Men voelt dan een
stroomstootje of pijnscheut in het been. Dit is even pijnlijk, maar niet
gevaarlijk. Hoewel het niet vaak voorkomt kunnen de volgende complicaties als
gevolg van de ruggenpik optreden:
* Hoofdpijn
* Bloeding
* Epidermale cyste
Inbrengen van een arterielijn:
Aanvullend op de mogelijke bijwerkingen als gevolgen van het inbrengen van een
verblijfscanule in een slagader kan er door het inbrengen van een arterielijn
een stolseltje in het bloedvat ontstaan. Hierdoor kan het bloedvat kan worden
afgesloten waardoor het erachter gelegen gebied (hand) geen bloed meer krijgt.
Als veiligheidsmaatregel wordt daarom een Allen test uitgevoerd bij de
voorkeuring. Het komt zelden voor dat complicaties van het inbrengen van een
arterielijn leiden tot een afname van de bloedtoevoer in de hand. Een enkeling
voelt zich licht in het hoofd tijdens het inbrengen van de arterielijn.
MRI
Indien de vrijwilliger gekleurde tatoeages heeft of magnetische medische
implantaten in het lichaam loopt de vrijwilliger tijdens het maken van een MRI
scan risico op het scheuren van weefsel, het niet meer goed functioneren van
het medische implantaat of verbranding van weefsels rond de plek van het
implantaat.
Procedures: pijn, lichte bloedingen, blauwe plekken, mogelijk een infectie
Publiek
Broadway, 6th Floor 201
Cambridge 02139
NL
Wetenschappelijk
Broadway, 6th Floor 201
Cambridge 02139
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
gezonde post menopauzale vrouwelijke vrijwilligers
40-75 jaar, inclusief
BMI: 18,0-30,0 kg/m2, inclusief
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Lijdend aan hepatitis B, hepatitis C, kanker of HIV/AIDS. Indien gedurende de 90 dagen voorafgaand aan de start van dit onderzoek aan een ander geneesmiddelenonderzoek is deelgenomen.
Indien gedurende de 60 dagen voor start van dit onderzoek bloed is gegeven. Indien gedurende de 10 maanden voor de start van dit onderzoek meer dan 1.5 liter bloed is gegeven.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001699-67-NL |
CCMO | NL49312.056.14 |