Vaststellen of de toevoeging van bevacizumab aan lomustine chemotherapie bij patiënten met een recidief glioblastoom het behandelingsresultaat verbetert.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Totale Overleving
Secundaire uitkomstmaten
Mediane progressie vrije overleving, progressie vrije overleving op 6 en 12
maanden, mediane overleving, overleving op 9, 12 en 24 maanden, beste overall
response, percentage met een objectieve en met een complete respons, en mediane
duur van de complete respons; toxiciteit; kwaliteit van leven en neurocognitief
functioneren, gebruik van steroiden; patroon van recidief
Achtergrond van het onderzoek
De prognose van patiënten met een glioblastoom is ondanks de recente
verbetering van de behandeling door de toevoeging van temozolomide aan de
radiotherapie beperkt: na 2 jaar is gemiddeld 25% nog in leven. Op het moment
dat de tumor na initiële behandeling recidiveert zijn er slechts beperkte
behandelingsopties. Derhalve is er een dringende noodzaak betere behandelingen
voor deze situatie te ontwikkelen. Uit Amerikaans onderzoek zijn relatief
gunstige resultaten met bevacizumab al dan niet in combinatie met CPT11
beschreven. Bevacizumab is een gehumaniseerd antilichaam tegen circulerende
Vascular Endothelial Growth Factor (VEGF), en remt de bloedvatnieuwvorming van
tumoren. Bij glioblastomen is er een zeer uitgesproken toegenomen VEGF
productie met versterkte bloedvatnieuwvorming. Met bevacizumab is bij recidief
glioblastomen tot meer dan 40% 6 maanden progressie vrije overleving
geobserveerd, alhoewel de interpretatie van de resultaten van deze studies nog
steeds niet geheel uitgekristalliseerd zijn (het is m.n. onduidelijk of
response en progressie vrije overleving een goed eindpunt zijn voor studies
naar glioblastomen met deze klasse medicamenten). De combinatie van CPT11 en
bevacizumab bij glioblastomen is echter onlogisch: CPT11 heeft als single agent
geen activiteit bij glioblastomen, draagt bij aan de toxiciteit en wordt
versneld afgebroken bij gelijktijdig gebruik van veel anti-epileptica.
Angiogenese remmers zijn bij andere tumoren doorgaans effectief in combinatie
met andere middelen. Het is dus op dit moment niet duidelijk wat de bijdrage is
van bevacizumab bij het recidief glioblastoom. Lomustine heeft single agent
activiteit bij deze aandoening, en wordt beschouwd als standaard behandeling
bij recidief glioblastomen. De effectiviteit van lomustine in deze situatie is
echter beperkt.
De Nederlandse BELOB fase II studie was opgezet om vast te stellen of deze
toevoeging van bevacizumab aan lomustine voldoende interessant lijkt om dit
verder uit te zoeken in een fase III studie. Dat lijkt inderdaad het geval.
Uit deze studie bij 148 patiënten met als primaire uitkomst totale overleving
op 9 maanden komt inderdaad naar voren dat verder onderzoek van de combinatie
bevacizumab met lomustine nodig zinnig is. De 9-maanden overleving was 59% in
de met de combinatie lomustine/bevacizumab behandelde patiënten, tegenover 43%
met alleen lomustine en 38% met bevacizumab. Bovendien bleek de toxiciteit in
de combinatiearm vergelijkbaar met de lomustine single agent arm (waarin een
hogere dosis lomustine werd gegeven); de behandeling werd goed verdragen. Een
volledige fase III studie waarin de toevoeging van bevacizumab aan lomustine
wordt onderzocht is daarom geïndiceerd.
Doel van het onderzoek
Vaststellen of de toevoeging van bevacizumab aan lomustine chemotherapie bij
patiënten met een recidief glioblastoom het behandelingsresultaat verbetert.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde fase III studie, met 2:1 randomisatie, onderzoeksarmen: a) de
combinatie bevacizumab/lomustine; b) controle arm met alleen lomustine
Onderzoeksproduct en/of interventie
Arm a: elke 6 weken CCNU 90 mg/m2 in combinatie met elke 14 dagen bevacizumab 10 mg/kg lichaamsgewicht tot progressie; Arm b: elke 6 weken CCNU 110 mg/m2 tot progressie
Inschatting van belasting en risico
De belasting van deze studie is te vergelijken met de belasting die behandeling
van een dergelijke patiëntengroep met zich mee brengt, met potentieel toxische
medicijnen en regelmatige controles inclusief beeldvorming. De voornaamste
extra belasting is de toediening van bevacizumab per infuus, met een inlooptijd
die varieert van 30-90 minuten. Daarnaast is er de kans op het optreden van
bijwerkingen van bevacizumab en CCNU. De Nederlandse BELOB studie heeft geen
aanwijzingen laten zien voor een klinische significante toename van toxiciteit
van de toevoeging van bevacizumab aan lomustine.
Publiek
Av E Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Wetenschappelijk
Av E Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd 18 jaar of ouder
- WHO performance status 0-2
- beschikbaarheid van tumor weefsel voor nader onderzoek voor pathologie grevisie en van tumorweefsel en bloed voor translationeel onderzoek
- Histologisch bewezen glioblastoma multiforme
- Evident en eerste recidief na eerdere behandeling met chemo-radiotherapie met temozolomide
- Patiënten mogen zijn geopereerd voor het recidief. Als ze inderdaad geheropereerd zijn is een residual tumorrest. niet vereist, wel moet de operatie de aanwezigheid van een recidief hebben bewezen. Operatie moet 4 weken voor de start van de behandeling zijn verricht, en patiënten moeten geheel hersteld zijn.
- Voor patiënten die niet geheropereerd zijn is de aanwezigheid van tenminste 1 meetbare laesie met tenminste een diameter van 1 cm of meer aanwezig zijn.
- Stabiele of afnemende dosis steroïden 7 dagen voorafgaand aan de baseline MRI scan.
- Geen eerdere behandeling met bevacizumab of andere VEGF signaal transductie remmers
- Geen radiotherapie in de drie maanden voorafgaand aan de vaststelling van het recidief
- Geen chemotherapie in de afgelopen vier weken (of 6 weken in het geval van nitrosourea*s).
- Geen non-tumor gerelateerde operatieve ingrepen of andere invasieve procedures in de vier weken voor randomisatie, of de verwachting dat dergelijke ingrepen zullen moeten plaats vinden.
- Geen biopsies of kleine chirurgische ingrepen binnen zeven dagen voor randomisatie, plaatisng van een cetnraal veneuse toegangspoort is toegestaan tot tenminste twee dagen voor de start van de studie behandeling.
- Geen radiotherapie met een dosis van meer dan 65 Gy, stereotactische radiochirurgie of brachytherapie tenzij
het recidief histologisch is aangetoond
- Normale beenmerg reserve, Lever en nier functie
- Indien in de vruchtbare leeftijd: adequate anticonceptie zonder gebruik van hormonale middelen tot en met
tenminste 6 maanden na afloop van de behandeling met bevacizumab,
Voor premenopausale vrouwen: negatieve zwangerschapstest en geeft geen borstvoeding
- Geen andere aandoeningen die interfereren met de follow-up
- Geen geografische, psychologische of niet-medische factoren die met de follow-up interfereren
- Schriftelijke informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- aanwezigheid van erfelijke bloedingsneiging of stollingsstoornis
- arteriele of veneuze thrombose in de 6 aanden voorafgaand aan de registratie
- aanwijzingen voor een recente bloeding op de MRI hersenen. Echter, patiënten met asymptomatische aanwezigheid van hemosiderine, postoperatieve hematomen die aan het resorberen zijn en puntbloedingen zijn toegestaan
- myocard infarct in de afgelopen 6 maanden, onstabiele angina pectoris, NYHA graad II of ernstiger
decompensatio cordis, ernstige cardiale ritmestoornissen die medicatie vereisen
- ongecontroleerde hypertensie, gedefinieerd als systolische bloeddruk van >150 mm Hg en/of diastolische
bloeddruk >100 mm Hg, met of zonder anti-hypertensie behandeling. Patiënten met aanvankelijk verhoogde
bloeddruk zijn eligible als starten of aanpassen van antihypertensiva leidt tot een daling onder deze waarden.
- ernstige vasculaire afwijkingen (zoals aneurysma aorta waarvoor chirurgie nodig was) in de afgelopen 6 maanden
- hypertensieve crisis of hypertensieve encephalopathy in de voorgeschiedenis
- longbloedingen of hemoptoe graad NCI-CTAE graad 2 of meer in de nd voorafgaand aan de randomisatie
- gedurende de afgelopen tien dagen gebruik van aspirine (>325 mg/dag) of andere NSAID's met aggregatie
remmende eigenschappen, of behandeling met dipyramidol, ticlopiridine, clopidogrel of cilostaz
- INR > 1.5 ULN and aPTT > 1.5 × the ULN. Het gebruik van anticoagulantia is toegestaan zolang de INR of de aPTT binnen therapeutische grenzen zijn (volgens de medische standard van het instituut)en de
patient tenminste twee weken voor randomisatie op een stabiele dosis anticoagulantia ingesteld is. Conform de ASCO guidelines zijn laag moleculaire heparine derivaten de voorkeursbehandeling in deze situatie.
- Door de arts als ernstige beschouwde slecht genezende wonden, actieve ulcera, of incompleet genezen
botfracturen
- Aanwezigheid van actieve gastroduodenale ulcera
- In de afgelopen 6 maanden abdominale fistels of non-gastro-intestinale fistels, gastrointestinale perforaties of
intra-abdominale abcessen
- In de afgelopen 6 maanden voor randomisatie intracraniele abcessen
- gebruik van enzyme inducerende anti-epileptica, patiënten moeten moeten minstens twee weken voor de randomisatie omgezet zijn naar niet-inducerende middelen
- Aanwijzingen voor een actieve infectie die hospitalisatie vereist of antibiotica in de twee weken voorafgaand aan
de start van de behandeling
- Behandeling in de afgelopen 4 weken met een ander experimenteel medicijn.
- Bekende overgevoeligheid tegen bevacizumab of een van zijn componenten.
- Overgevoeligheid tegen ovarium cel producten van chinese hamsters of andere recombinante menselijke of
vermenselijkte antilichamen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-023218-30-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01290939 |
CCMO | NL36562.078.11 |