Het hoofddoel van deze prospectieve populatiebrede studie bij patiënten met proximale SMA is het registreren van alle Nederlandse SMA patiënten om de prevalentie en ziekte-ernst bij SMA in Nederland te onderzoeken, om een database te creëren van SMA…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Chromosoomafwijkingen, genwijzigingen en genvarianten
- Neuromusculaire aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De onderzoeksvariabelen van deze studie zijn de genetische factoren die een rol
spelen bij het bepalen van de ziekte-ernst in SMA patiënten en de relatie
tussen het SMN eiwit gehalte in leukocyten en fibroblasten en de ziekte-ernst
of ziekteprogressie. Histopathologische biomarkers worden onderzocht in
huidbiopten.
De Natural History studie naar het beloop van SMA heeft als primair doel het
vastleggen van de verschillende genoemde uitkomstmaten in de loop van de tijd.
Secundaire uitkomstmaten
Correlatie tussen primaire parameters.
Achtergrond van het onderzoek
Spinale spieratrofiën (SMA) zijn een groep neuromusculaire aandoeningen waarbij
karakteristiek spierzwakte voorkomt, welke veroorzaakt wordt door verlies van
motorneuronen in de voorhoornen van het ruggenmerg. Spinale spieratrofiën zijn
geclassificeerd volgens een specifiek patroon van spierzwakte en de aanwezige
genetische mutaties. Proximale SMA wordt gekenmerkt door zwakte van de
proximale spiergroepen en wordt veroorzaakt door een homozygote deletie van het
survival motor neuron 1 (SMN1-)gen. De ziekte-ernst tussen SMA patiënten
vertoont grote variatie, ondanks het voorkomen van een zelfde SMN1-gen defect
bij alle patiënten. Behandeling van SMA is ondersteunend en palliatief. Nieuwe
inzichten in de pathogenese van SMA kunnen mogelijk de ontwikkeling van nieuwe
therapieën stimuleren en versnellen en mogelijk nieuwe surrogaat markers voor
klinische trials opleveren. Een groot percentage pateinten met SMA heeft een
progressieve beperkte mondopening waardoor de kwaliteit van leven beperkt
wordt. Inzicht in de pathofysiologie kan nieuwe mogelijkheden beiden tot het
verbeteren of voorkomen van de beperkte mondopening.
Onderzoek naar het natuurlijk beloop levert waardevolle informatie op over de
juiste interpretatie van huidige en toekomstige trials en draagt bij aan de
verbetering van de zorg voor de patiënten met SMA.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel van deze prospectieve populatiebrede studie bij patiënten met
proximale SMA is het registreren van alle Nederlandse SMA patiënten om de
prevalentie en ziekte-ernst bij SMA in Nederland te onderzoeken, om een
database te creëren van SMA patiënten voor toekomstige klinische trials, om
genetische profielen in SMA patiënten te onderzoeken om te kijken welke
genetische factoren een rol spelen in de ziekte-ernst bij SMA en om de
correlatie tussen het SMN eiwit gehalte in leukocyten en fibroblasten en
ziekte-ernst te bestuderen. Middels een substudie bij 9 patienten willen wij
inzicht krijgen in de pathofysiologie van de beperkte mondopening bij SMA.
Het doel van de follow-up studie naar het natuurlijk beloop van de aandoening
(Natural History of SMA) is het vastleggen van het natuurlijk beloop van de
ziekeprogressie. Door het vastleggen van dit beloop zijn we tevens in staat de
geleverde zorg aan de patiënten in de verschillende fasen van de ziekte te
verbeteren.
Onderzoeksopzet
Een prospectieve, populatiebrede cohort studie met follow-up.
Inschatting van belasting en risico
Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij patiënten met SMA van alle
leeftijdscategorieën. De belasting tijdens het onderzoek bestaat uit het
invullen en beantwoorden van een vragenlijst over ziekte, symptomen en
kwaliteit van leven, het ondergaan van een neurologisch lichamelijk onderzoek
en het ondergaan van een venapunctie. Er zal bij kinderen 10ml of 12.5ml en bij
volwassenen 22.5ml bloed worden afgenomen. Bloedmateriaal en huidbiopten van
ongeveer 60 patiënten zal gebruikt worden in het onderzoek naar genetische
factoren, die de ziekte-ernst bepalen bij SMA. 3Tesla MRI is een veelvuldig
gebruikte scan. Voor de substudie naar het natuurlijk beloop geldt dat er 7-12
ml bloed zal worden afgenomen, waarvoor maar 1x hoeft te worden geprikt. Tevens
zal er een EMG worden gemaakt van 2 kleine spieren in de hand, waarbij de CMAP
wordt gemeten. Hierbij worden geen naalden gebruikt, er worden stickers op de
hand en pols geplakt. Ons inziens zijn de risico's bij het ondergaan van deze
MRI minimaal. Ons inziens zijn de risico*s en de belasting tijdens dit
onderzoek minimaal en verwaarloosbaar. De criteria van de Nederlandse
Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) betreffende deelname van kinderen aan
wetenschappelijk onderzoek zullen strikt gevolgd worden
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) SMA type 1, 2, 3a, 3b or 4, voorheen gediagnosticeerd op basis van klinische gronden, en homozygote SMN1 deletie
2) informed consent, mondeling en op schrift
3) amendement SMA type 1: overleden kinderen met SMA type 1, gediagnostiseerd na 1995, zullen retrospectief worden geincludeerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) prominente sensorische stoornissen
2) dysfunctie van het centrale zenuwstelsel
3) betrokkenheid van andere neurologische systemen behalve de lage motor neuronen, zoals het gehoor of visus
4) zwakte van extra-oculaire spieren, myocardium of aangezichtsspieren
5) hyperreflexie
6) SMA-plus types (protocol pagina 18)
7) Contra-indicaties voor het ondergaang van een MRI (alleen van toepassing op deelnemers van de substudie 'Mondopening bij SMA'
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL29692.041.09 |