De doelen van het onderzoek zijn:1 nagaan wat de prevalentie van dRTA in pSS is met behulp van de furosemide/fludrocortison test in vergelijking met de ammonium chloride test (gouden standaard)2 nagaan wat de prevalentie is van stoornissen in het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
We willen de prevalentie van dRTA en stoornissen in het calcium metabolisme bij
patiënten met pSS bepalen. Daarbij is het mogelijk dat we een nieuw
diagnostisch algoritme ontwikkelen voor dRTA. Verder zijn we geïnteresseerd in
het onderliggende pathogenetische werkingsmechanisme.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Prevalentie van dRTA in pSS
De associatie tussen dRTA en pSS is in verscheidende case-reports beschreven.
Het is niet duidelijk wat de exacte prevalentie van dRTA in pSS is. In onze
vorige studie hebben we een prevalentie van 39% gevonden. Een studie die in een
grote groep pSS patiënten de furosemid/fludrocortison test en de
zuurbelastingstest met ammonium chloride met elkaar vergelijkt, is tot op heden
nog niet gedaan. Verder is de prevalentie van de complicaties van dRTA niet
goed beschreven en gebaseerd op retrospectieve data.
Rol voor autoantistoffen
Waarom pSS patiënten meer kans hebben op dRTA is niet bekend. De rol van
autoantistoffen is gesuggereerd door een studie van Takemoto et al. Wij denken
dat antistoffen tegen het enzym carbon anhydrase type 2 een rol spelen in de
pathogenese. Carbon anhydrase type 2 is en lid van de α-carbon-anhydrase
familie en is een enzym wat voorkomt in het cytoplasma van zowel de proximale
als de distale tubulus, het glasvocht van het oog en erythrocyten. Het enzym
katalyseert koolstofdioxide waardoor een proton en een bicarbonaat ion
ontstaat, wat belangrijk is in de zuur-base balans.
Rol voor urine exosomen
In 2004 is de aanwezigheid van urine exosomen voor het eerst beschreven.
Daarbij is ook een methode ontwikkeld om deze aan te tonen. Een van de
onderzoekers werkte in het laboratorium waar deze methode is ontwikkeld en hij
heeft ook voorgesteld om de exosomen als biomarker te gebruiken.
Massaspectrometrie liet zien dat er verscheidene ziekte gerelateerde eiwitten
in de exosomen zaten afkomstig uit het nierepitheel. Veel eiwitten waren
transporteiwitten uit het apicale membraan. Het was nog niet duidelijk of deze
eiwitten correleerde met ziekte activiteit in de nier. Recent is gevonden dat
de natrium chloride cotransporter verhoogd aanwezig in de exosomen ten tijde
van hyperaldosteronisme in dieren en mensen. Hierdoor denken wij dat ook de
hoeveelheid zuur-base transporters uit de distale tubulus correleert met dRTA
in pSS.
Doel van het onderzoek
De doelen van het onderzoek zijn:
1 nagaan wat de prevalentie van dRTA in pSS is met behulp van de
furosemide/fludrocortison test in vergelijking met de ammonium chloride test
(gouden standaard)
2 nagaan wat de prevalentie is van stoornissen in het calciummetabolisme in
patiënten met pSS en dRTA
3 uitzoeken of autoantistoffen een rol spelen in de pathogenese van dRTA bij pSS
4 uitzoeken of de hypothese over de afwezigheid van zuur-base transporters in
urine exosomen klopt
Onderzoeksopzet
De studie is een observationele studie waarbij invasieve metingen worden
gedaan. 33 personen (met een abnormale zuurbelastingstest tijdens onze vorige
studie) worden twee keer gezien in het ziekenhuis, met minimaal 1 week
daartussen. De eerste dag zullen ze de ammonium chloride test gedaan. De tweede
dag zullen ze de furosemide/fludrocortison test herhalen. De dagen dat ze in
het ziekenhuis zijn, zal er ook een echo van de nieren en een DEXA scan worden
gemaakt.
Er worden bij 105 controle personen ook een echo van de nieren en een DEXA scan
gemaakt. Deze onderzoeken zullen beide op een dag vallen.
Tijdens onze vorige studie hebben we urine en bloed opgeslagen van all pSS
patiënten. In een latere fase van de studie zullen wij de sera gebruiken om
immunofluroscentie analyse te doen met als doel autoantistoffen te vinden. De
urine wordt gebruikt voor analyse van exosomen.
Inschatting van belasting en risico
De zuurbelastingsdienst met furosemide/fludrocortison is een makkelijke,
effectieve en snelle test. In onze vorige studie hebben we deze test bij 96
personen gedaan en er zijn geen complicaties beschreven. De ammonium chloride
test heeft een aantal tijdelijke bijwerkingen (braken, opgeblazen gevoel).
Ongeacht dat deze test veilig is, zijn alle deelnemers verzekerd.
Het kan zijn dat de patiënten met een abnormale test
(furosemide/fludrocortison) mogelijk geen dRTA hebben. De literatuur geeft aan
dat deze test specifiek is, maar wij vonden een hoog aantal abnormale testen in
de controlegroep. Dit is de reden dat we deze follow-up studie hebben opgezet
om zeker te zijn van onze test resultaten en om de patiënten de juiste diagnose
te geven. Verder geeft deze studie veel informatie over beide
zuurbelastingstesten en de prevalentie van zowel dRTA in pSS als de
bijbehorende complicaties.
Publiek
's-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Wetenschappelijk
's-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd > 18 jaar
Diagnose Sjögren gesteld op basis van internationale criteria
Geen secundaire auto-immuunziekte (primair voor de controles)
Geen urine pH screening in het verleden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Andere auto-immuun ziekte
Leeftijd < 18 jaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL43157.078.13 |