Doelstellingen1.3.1 Primaire doelstellingHet vergelijken van de werkzaamheid van BMS-945429 versus placebo voor de inductie van klinische remissie (gedefinieerd door een absolute score op de Crohn*s Disease Activity Index [CDAI] van < 150) in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
- Immuunstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire werkzaamheidsbeoordeling is klinische remissie zoals gedefinieerd
door een CDAI-score van <= 150 in week 8.
CDAI is de afkorting van: Crohn*s Disease Activity Index (CDAI). De
responsmeting (CDAI) wordt door het onderzoeksteam bekeken en besproken op de
onderzoekersbijeenkomst of een ander forum als methode voor de standaardisering
van de beoordeling door het onderzoeksteam. De training en instructie over de
CDAI-beoordeling worden verstrekt en besproken bij de onderzoekersbijeenkomst
of tijdens workshops.
De proefpersonen houden CDAI-gegevens bij in een dagboek op papier. Als
elektronische dagboeken worden gebruikt voor de verkrijging van
onderzoeksbeoordelingen, moeten deze gegevens elektronisch worden verzameld in
plaats van op papier.
De CDAI-dagboekgegevens die door de proefpersonen zijn ingevuld vanaf 7 dagen
voorafgaand aan het bezoek worden gebruikt voor de berekening van de
CDAI-score. 8 dagen (alleen de inductieperiode) voorafgaand aan het bezoek van
elke proefpersoon/de CDAI-beoordeling moet de proefpersoon worden gebeld als
herinnering voor het invullen van het CDAI-dagboek. Naast het dagboek omvatten
de CDAI-beoordelingen ook gewicht, hematocriet, beoordeling van
extra-intestinale ziekte en buikmassa. De beoordeling door de arts (beoordeling
van extra-intestinale manifestaties en buikmassa) die worden gebruikt voor de
bepaling van de CDAI-score, moeten worden uitgevoerd door de onderzoeker of de
subonderzoeker.
De subonderzoeker kan een arts (MD), osteopaat (DO), physician assistant (PA)
of nurse practitioner (NP) zijn. Zie bijlage 1 van het protocol voor meer
informatie en de berekening van de CDAI-score.
Secundaire uitkomstmaten
De klinische respons van de secundaire werkzaamheidsbeoordelingen zoals
gedefinieerd door een daling van de CDAI-score van >= 100 of een absolute
CDAI-score van < 150 in week 8
Achtergrond van het onderzoek
De ziekte van Crohn (CD) is een recidiverende en verzwakkende
ontstekingsaandoening van het spijsverteringskanaal en de extra-intestinale
weefsels. Terwijl de exacte oorzaak onbekend blijft, weten we dat genetische
factoren en omgevingsfactoren een rol spelen. De incidentie en prevalentie van
CD variëren per regio, maar zijn hoger in geïndustrialiseerde landen. De
prevalentie van de ziekte van Crohn is ongeveer 1 miljoen, met alleen in de VS
al 0.6 miljoen. De
ziekte vangt meestal aan op een leeftijd tussen de 20 en 40 jaar, hoewel ook
kinderen en ouderen ermee te maken kunnen krijgen.
CD kan klinisch worden gedefinieerd naar plaats van de ziekte (ileum, colon,
ileo-colon of bovenste deel van het spijsverteringskanaal) en/of klinisch
gedrag (fistelvormend, fibrostenoserend of inflammatoir). De klinische
kenmerken zijn grotendeels afhankelijk van de mate waarin het
spijsverteringskanaal erbij betrokken is en de ernst van de ontsteking. Het
optreden van CD van het colon kan gepaard gaan met bloederige diarree terwijl
small-bowel CD gepaard kan gaan met buikpijn en andere sluipendere symptomen,
bijv. gewichtsverlies, voedingsdeficiënties en koorts. Darmvernauwingen,
fistels (waaronder perianale fistels) en intra-abdominale abcessen zijn
ernstige klinische kenmerken van CD. Het klinisch verloop van gastrointestinale
symptomen wordt gekenmerkt door perioden van exacerbatie (acute opvlammingen)
en remissie, hoewel sommige patiënten een continuer actief verloop vertonen.
De conventionele medicatie die gebruikt wordt voor de behandeling van CD omvat
orale aminosalicylaten, corticosteroïden, thiopurinen (6-mercaptopurine,
azathioprine), methotrexaat en antibiotica. Combinatietherapie is gebruikelijk;
de keuze en volgorde van geneesmiddelen is gebaseerd op een aantal factoren,
waaronder de ernst van de ziekte, de locatie van de ziekte, en het doel van de
behandeling, d.w.z. de behandeling van een acute opvlamming, onderhoud van
remissie, behandeling van fistels, steroïdenbesparing. Hoewel de werkzaamheid
van sulfasalazine en 5-aminosalicylaatproducten (5-ASA) bij CD controversieel
is, worden deze middelen vaak gebruikt bij patiënten met milde ziekte.
Corticosteroïden worden gebruikt om ernstigere ziekte te behandelen. Deze
middelen zijn vrij effectief bij de behandeling van acute opvlammingen, maar
zijn niet effectief in het handhaven van remissies. Door het bekende
toxiciteitsprofiel zijn ze niet geschikt voor langdurig gebruik.
Daardoor blijft, ondanks de beschikbaarheid van een breed scala aan medicatie,
de behoefte aan de ontwikkeling van therapeutische alternatieven met
verschillende werkingsmodi bestaan, omdat patiënten niet op bestaande
behandelingen kunnen reageren, behandelingsbeperkende toxiciteiten kunnen
ontwikkelen of een respons op de therapie niet kunnen handhaven
BMS-945429 (ook bekend als ALD518) is een volledig gehumaniseerd monoklonaal
antilichaam dat is ontdekt door Alder Pharmaceuticals en wordt geproduceerd in
het gist Pichia pastoris, dat zich richt op de IL-6-cytokine. BMS-945429 is
eerder bestudeerd voor de verbetering van de tekenen en symptomen van
gewrichtsziekte bij reumatoïde artritis (RA), maar is tot nu toe niet
bestudeerd bij patiënten met CD. Interleukine 6 (IL-6) speelt een belangrijke
rol in de pathologie van CD. Een blokker van
IL-6 kan effectief zijn bij de vermindering van de tekenen en symptomen van CD.
De huidige studie is ontworpen als fase IIb dose-ranging inductie- en
verkennende onderhoudsstudie ter beoordeling van de werkzaamheid, de veiligheid
en het farmacokinetisch profiel van BMS-945429 bij proefpersonen met matige tot
ernstige, actieve CD.
Doel van het onderzoek
Doelstellingen
1.3.1 Primaire doelstelling
Het vergelijken van de werkzaamheid van BMS-945429 versus placebo voor de
inductie van klinische remissie (gedefinieerd door een absolute score op de
Crohn*s Disease Activity Index [CDAI] van < 150) in week 8 (IP-57).
1.3.2 Secundaire doelstellingen
• Het vergelijken van de werkzaamheid van BMS-945429 versus placebo voor de
inductie van een klinische respons (gedefinieerd door een daling in CDAI van >=
100 of een absolute CDAI-score van < 150) in week 8 (IP-57)
• Het beoordelen van de gezondheidgerelateerde kwaliteit van leven (IBDQ en
SF-36) uitkomsten van BMS-945429 tijdens de inductieperiode
• Het beoordelen van de veiligheid, verdraagbaarheid en immunogeniciteit van
BMS-945429 in de inductieperiode
• Het karakteriseren van de farmacokinetische eigenschappen van BMS-945429
tijdens de inductieperiode
Onderzoeksopzet
Deze studie bestaat uit vijf (5) perioden: Screening, inductie, onderhoud, open
label-extensie, en een postdosis follow-up-periode. Na een korte
screeningperiode gaan de daarvoor in aanmerking komende proefpersonen door naar
een 12 weken durende dubbelblinde, placebogecontroleerde, double-dummy
inductieperiode.
Hierna volgt een 48 weken durende dubbelblinde, placebogecontroleerde
onderhoudsperiode. Op gespecificeerde intervallen (zie deel 3.1.3) gaan
proefpersonen door naar een open-labelperiode.
Onderzoeksproduct en/of interventie
BMS-945429 wordt geleverd als 100 mg/mL in flesjes van 1.2 mL voor eenmalig gebruik (als placebo wordt zoutoplossing gebruikt - niet verstrekt door BMS).
Inschatting van belasting en risico
Het is mogelijk dat BMS-945429 een effectieve behandeling voor reumatoïde
artrose kan zijn. Het is echter niet bekend of patiënten die aan dit onderzoek
meewerken rechtstreeks voordeel zullen hebben van de informatie die wordt
verzameld om toekomstige patiënten met de ziekte van Crohn te helpen.
Patiënten ondervinden het ongemak van meer frequente interventies/procedures en
langere bezoeken aan het ziekenhuis dan gebruikelijk voor routinematige
klinische zorg. Zij moeten aanvullende procedures ondergaan. Mogelijke
bijwerkingen zijn bekend uit onderzoeksstudies bij kleinere aantallen
proefpersonen. Er zouden zich nog andere onvoorziene bijwerkingen kunnen
voordoen, waarvan sommige levensbedreigend of dodelijk kunnen zijn.
Veiligheidscontrole is een doorlopend onderdeel van het protocol. De patiënt
kan op elk gewenst moment tijdens de studie zijn toestemming intrekken, waarbij
zijn gebruikelijke standaard van zorg wordt beïnvloed.
Publiek
Vijzelmolenlaan 9
Woerden 3440 AM
NL
Wetenschappelijk
Vijzelmolenlaan 9
Woerden 3440 AM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria
1) Ondertekend Informatie- en toestemmingsformulier
a) De proefpersoon stemt ermee in om deel te nemen aan de studie, is in staat schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven en heeft het Informatie- en toestemmingsformulier ondertekend.
2) Doelpopulatie
a) De proefpersoon moet sinds de initiële diagnose ten minste gedurende 3 maanden aan de ziekte van Crohn hebben geleden. De diagnose van de ziekte van Crohn moet in de afgelopen 12 maanden zijn bevestigd aan de hand van radiologisch, endoscopisch of histologisch bewijs.
b) Matige tot ernstige CD gemeten met behulp van een CDAI-score >= 220 en <= 450
c) hsCRP >= 5 mg/L of fecale calprotectine > 250 µg/g of bewijs van actieve ziekte bij MRE bij screening
d) De proefpersoon moet ten minste aan een van de volgende criteria voldoen:
i) INADEQUATE RESPONDERS:
Proefpersonen die in het verleden onvoldoende hebben gereageerd op een van de volgende behandelingen:
• Oraal prednison >= 40 mg/dag (of equivalent) of budesonide >= 9 mg/dag gedurende ten minste 2 weken en/of
• Immunosuppresors (azathioprine >= 2 mg/kg/dag of
6-mercaptopurine >= 1.0 mg/kg/dag, [of documentatie van een therapeutische concentratie 6-thioguaninenucleotide] of methotrexaat >= 15 mg/week) gedurende ten minste 12 weken en/of
• Een goedgekeurd anti-TNF-agent in een goedgekeurde gemerkte dosis gedurende ten minste 8 weken. De studie omvat maximaal ongeveer 50% proefpersonen met een eerdere anti-TNF ervaring. Na het bereiken van het maximale aantal toegestane proefpersonen met anti-TNF-ervaring, kunnen proefpersonen die een eerdere anti-TNF ervaring hebben gehad, niet deelnemen aan de studie.;EN/OF;ii) INTOLERANTIE:
Proefpersonen die in het verleden intolerant bleken voor een of meerdere van de bovenstaande behandelingen (bijv. niet in staat doses of behandelduur te bereiken vanwege dosisbeperkende bijwerkingen [bijv. leukopenie, psychose, niet onder controle zijnde diabetes, verhoogde leverenzymen]).;EN/OF;iii) AFHANKELIJKHEID;Proefpersonen die momenteel een of meerdere van de volgende behandelingen krijgen:
• Oraal prednison >= 20 mg/dag (of equivalent) of budesonide >= 3 mg/dag gedurende ten minste 4 weken
• Immunosuppresors [azathioprine >= 2 mg/kg/dag of
6-mercaptopurine >= 1.0 mg/kg/dag, (of documentatie van een therapeutische concentratie 6-thioguaninenucleotide)] gedurende ten minste 12 weken.
Proefpersonen die momenteel de bovenstaande behandelingen krijgen en verdragen (met uitzondering van anti-TNF-agenten en methotrexaat, zie deel 3.3.2; item 4), moeten hun behandeling voortzetten.
e) Vereisten voor geneesmiddelstabilisatie (voor proefpersonen die bij aanvang van hun deelname aan de studie een of meerdere van deze geneesmiddelen gebruiken)
i. Behandeling met orale corticosteroïden moet equivalent geweest zijn aan <= 30 mg prednison of <= 9 mg budesonide per dag bij een stabiele dosis gedurende ten minste 2 weken voorafgaand aan de inductieperiode (IP-1)
ii. De dosis orale aminosalicylaten moet gedurende ten minste 2 weken voorafgaand aan de inductieperiode (IP-1) gestabiliseerd zijn
iii. Azathioprine en 6-mercaptopurine moeten gedurende ten minste 8 weken voorafgaand aan de inductieperiode (IP-1) gestabiliseerd zijn
3) Geslacht en voortplantingsstatus
a) Mannen en vrouwen, >= 18 jaar
b) Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (VVL) moeten gedurende maximaal 24 weken na de laatste dosis van het onderzoeksproduct een zeer effectieve anticonceptiemethode gebruiken om de kans op een zwangerschap te minimaliseren. VVL moeten zich tijdens de gehele studie, inclusief minimaal 24 weken na de toediening van de laatste dosis, houden aan de instructies met betrekking tot anticonceptie. Aanvaardbare methoden van zeer effectieve anticonceptie omvatten:
• Condoom met spermadodend middel
• Pessarium en spermadodend middel
• Cervixkapje en spermadodend middel
Een spiraal kan worden gebruikt, mits goedgekeurd door de onderzoeker.
Hormonale anticonceptie mag niet worden gebruikt, tenzij in een studie naar de wisselwerking tussen geneesmiddelen is aangetoond dat de farmacokinetische eigenschappen van het anticonceptiemiddel op basis van hormonen niet nadelig worden beïnvloed. Er gelden geen andere beperkingen voor het gebruik van hormonale anticonceptie.
c) Vrouwen moeten een negatieve bloed- of urinezwangerschapstest hebben (minimale gevoeligheid 25 IU/L of equivalente eenheden van HCG) binnen 48 uur vóór aanvang van het onderzoeksproduct.
d) Vrouwen mogen geen borstvoeding geven
e) Seksueel actieve vruchtbare mannen moeten een zeer effectieve anticonceptiemethode gebruiken als hun partner een VVL is. Mannen die seksueel contact hebben met een VVL, moeten gedurende de gehele behandelduur de instructies met betrekking tot anticonceptie opvolgen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Criteria voor uitsluiting
1) Uitzonderingen op doelziekte
a) Huidige diagnose van ulceratieve colitis of onbepaalde colitis of klinische bevindingen die ulceratieve colitis suggereren
b) CD geïsoleerd in de maag, het duodenum, jejunum of het perianaal gebied, zonder betrokkenheid van het colon of ileum
c) Proefpersonen met een voorgeschiedenis van diverticulitis of perforatie van het darmkanaal en/of bovenste deel van het spijsverteringskanaal
d) Actieve intra-abdominale/perianale abcessen of subklinische diverticulitis en intra-abdominale of perianale abcessen gediagnosticeerd door middel van MRE bij de screening
e) Bekende vernauwingen of stenose (zonder ontstekingscomponent) die leiden tot symptomen van obstructie
f) Huidig stoma of huidige noodzaak van colostomie of ileostomie
g) Eerdere totale proctocolectomie of subtotale colectomie met ileorectale anastomose
h) Chirurgische darmresectie binnen 6 maanden vóór de screening
i) Uitgebreide small-bowel-resectie (> 100 cm) of bekend short-bowel syndroom
j) Voorgeschiedenis van primaire scleroserende cholangitis (PSC) of PSC gediagnosticeerd bij de screening
k) Gebruikt momenteel totale parenterale voeding;2) Medische voorgeschiedenis en gelijktijdige ziekten
a) Huidige symptomen van ernstige, progressieve of ongecontroleerde nier-, lever-, hematologische, long-, hart-, neurologische, oftalmologische of cerebrale aandoeningen. Gelijktijdige medische aandoeningen die, naar de mening van de onderzoeker, een onaanvaardbaar risico kunnen vormen voor de proefpersoon bij deelname aan deze studie
b) Huidig bewijs van colondysplasie of een voorgeschiedenis van een aangetoonde colondysplasie die niet definitief is behandeld
c) Huidige of eerdere maligniteiten, met uitzondering van voorgeschiedenis van genezen plaveiselcel- of basaalcelcarcinoom of genezen borst- of cervixkanker gedurende >= 5 jaar zonder bewijs van terugkeer
d) Proefpersonen die zijn ingepland voor een operatie of waarvan wordt verwacht dat zij een operatie moeten ondergaan, met uitzondering van dermatologische ingrepen
e) Proefpersonen met een voorgeschiedenis (binnen 12 maanden vanaf het ondertekenen van het toestemmingsformulier) of bekende huidige problemen met een drugs- of alcoholverslaving of bekende cirrose waaronder alcoholische cirrose.
f) Gelijktijdige ziekte waarvoor naar de mening van de onderzoeker waarschijnlijk tijdens de studie een parenterale glucocorticosteroïdebehandeling vereist is (bijv. matige tot ernstige astma)
g) Proefpersonen met een klinisch significante afwijking op de thoraxfoto bij de screening;h) Proefpersonen met risico op tuberculose (TB).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-004763-72-NL |
CCMO | NL39906.091.12 |
Ander register | www.ukcrn.org.uk |