Het doel van deze studie is om te onderzoeken of verminderd functioneren van de prefrontaalschors leidt tot abnormale hersenactiviteit in het striatum.
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabele is hersenactiviteit in het frontostriatale
systeem, gemeten met behulp van functionele magnetische resonantie imaging.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen omvatten gedragsmaten (reactietijd,
accuratesse), en maten met betrekking op structurele magnetische resonantie
imaging (aantal zenuwbanen tussen twee gebieden in het frontostriataal systeem,
integriteit van de witte stof in het frontostriataal systeem), repetitieve
transcraniële magnetische stimulatie (stimulatie-intensiteit) en afwijkingen in
kandiaatgenen die verantwoordelijk zijn voor dopaminereceptoren.
Achtergrond van het onderzoek
Schizofrenie is een psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door
positieve symptomen (psychotische episoden bestaande uit onder andere
hallucinaties en wanen) en negatieve symptomen (verminderd functioneren op
sociaal en cognitieve gebied en emotionele vervlakking). Positieve symptomen
worden geassocieerd met abnormaal hersenactiviteit in het striatum. Negatieve
symptomen daarentegen, lijken verband te houden met het verminderd functioneren
van de prefrontaalschors. Op basis van recent, voornamelijk dierexperimenteel
onderzoek wordt verondersteld dat de de prefrontaalschors het striatum
neuronaal via dopamine aanstuurt en dat hersenafwijkingen die ten grondslag
liggen aan positieve en negatieve symptomen met elkaar verband houden. Met
andere woorden, er zijn sterke aanwijzingen dat psychoses in schizofrenie
worden veroorzaakt door het langdurig verminderd functioneren van de
prefrontaalschors. Echter, tot op heden is nog niet in mensen aangetoond dat
een verminderde werking van de prefrontaalschors leidt tot abnormale
hersenactiviteit in het striatum.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om te onderzoeken of verminderd functioneren van de
prefrontaalschors leidt tot abnormale hersenactiviteit in het striatum.
Onderzoeksopzet
Met behulp van verscheidene neuroimaging technieken en repetitieve
transcraniële magnetische stimulatie zullen gebieden in de prefrontaalschors
die het striatum aansturen worden gelocaliseerd (Studie 1 en Studie 2).
Bovendien wordt genetisch onderzoek verricht naar dopaminereceptoren die
verantwoordelijk worden gehouden voor dopaminerge prikkeloverdracht en hiermee
de frontostriatale aansturing. Vervolgens zal worden bestudeerd of
hersenactiviteit in het striatum, nadat de activiteit in de prefrontaalschors
is onderdrukt, verschilt tussen eerstegraads familieleden van
schizofreniepatiënten en gezonde conrtole vrijwilligers (Studie 3).
Onderzoeksproduct en/of interventie
In de Pilot studie en Studie 3 zullen gezonde eerstegraads familieleden van schizofreniepatiënten en gezonde controle vrijwilligers worden behandeld met repetitive transcraniële magnetische stimulatie. Beide onderzoeksgroepen zullen worden onderverdeeld in een experimentele groep en een controle groep. In de experimentele groep wordt de prefrontaalschors gestimuleerd. In de controle groep wordt een hersengebied gestimuleerd dat niet direct in verbinding staat met de prefrontaalschors en/of het striatum. In Studie 2 nemen gezonde vrijwilligers deel aan zowel de experimentele als controle rTMS behandeling. In de twee experimentele behandelingen zullen twee gebieden in de prefrontaalschors worden gestimuleerd. In de controle behandeling zullen vrijwilligers met placebo rTMS worden behandeld. De volgorde van rTMS behandeling (experimenteel versus controle) zal worden gebalanceerd over de deelnemers. Voor genetisch onderzoek wordt bloed afgenomen bij gezonde controle vrijwilligers. Bij schizofreniepatienten en eerstegraads familieleden van schizofreniepatienten is reeds bloed afgenomen onder een ander protocol (04-003).
Inschatting van belasting en risico
De belasting van het onderzoek verschilt per studie en per onderzoeksgroep. De
onderzoeken zullen per dag maximaal tweeëneenhalf uur in beslag nemen. Er
zullen slechts niet-invasieve onderzoekstechnieken worden gebruikt. Zie voor
meer informatie Figuur 1 en Appendix A in het onderzoeksprotocol. Van
magnetische resonantie imaging zijn geen risico's bekend, gegeven dat
zorgvuldige screening op contra-indicaties heeft plaatsgevonden. Hoewel de data
primair voor onderzoeksdoeleinden zullen worden gebruikt zal als er ernstige
afwijkingen worden gevonden een radioloog worden ingeschakeld voor advies.
Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie is een veilige techniek met
weinig en voornamelijk milde bijwerkingen. Lichte hoofd- en/of nekpijn komt bij
23% van de deelnemers voor. Hevigere bijwerkingen, zoals tinnitus (oorsuizen)
en epileptisch insult, zijn zeer zeldzaam en vinden voornamelijk plaats bij
zeer hoge stimulatie-intensiteit en in patiënten. Om het risico op dergelijke
bijwerkingen verder te verminderen worden de volgende maatregelen genomen. Ten
eerste zal iedereen zorgvuldig worden gescreend op contra-indicaties voor
transcraniële magnetische stimulatie. Ten tweede vindt stimulatie plaats
volgens internationale veiligheidsrichtlijnen die zijn goedgekeurd door
National Institute of Neurological Disorders and Stroke en National Institute
of Health. Ten derde zal stimulatie slechts plaats vinden door speciaal
opgeleide technici of onderzoekers, welke onder supervisie staan van een
medicus met gedegen ervaring in transcraniële magnetische stimulatie. Ten
vierde zal stimulatie plaats vinden in speciaal daarvoor uitgeruste klinische
omgeving binnen het UMC Utrecht. Ten vijfde zal stimulatie slechts plaats
vinden in gezonde vrijwilligers. Het afnemen van een bloedmonster is een
veilige techniek met zeer lichte bijwerkingen zoals hematomen in de
elleboogsplooi.
Publiek
Heidelberglaan 100
3584CX Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
3584CX Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor alle deelnemers:
- Rechtshandigheid
- Schriftelijke toestemming voor deelname;Specifiek voor schizofreniepatiënten:
- DSM-IV diagnose schizofrenie
- Leeftijd tussen 18 en 45;Specifiek voor broers of zussen van schizofreniepatiënten:
- Leeftijd tussen 30 en 45;Specifiek voor gezonde vrijwilligers:
- Leeftijd tussen 18 en 45
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor alle deelnemers:
- IJzerhoudende voorwerpen in of rondom het lichaam (bijvoorbeeld pacemaker, orthopedische implantaten)
- Drugs- of alcoholverslaving binnen zes maanden voorafgaand aan het onderzoek
- Gesloten of open schedelletsel
- Neurologische of endocrinologische aandoening
- Claustrofobie
- Uitgebreide ziektegeschiedenis
- Chronisch medicatiegebruik
- Epilepsie
- Epilepsie in eerstegraads familieleden
- Niet in staat zijn tot toestemmingsverklaring
- Aanwijzingen voor schizofrenie;Specifiek voor vrouwen:
- Zwangerschap;Specifiek voor gezonde broers of zussen van schizofreniepatiënten:
- Psychiatrische aandoening;Specifiek voor gezonde vrijwilligers:
- Psychiatrische aandoening
- Eerstegraads familielid met psychiatrisch aandoening
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL16890.041.07 |