Het onderzoek is erop gericht te bepalen of de gevoeligheid voor maagzuur anders is in de slokdarm van mensen met een Barrett slokdarm dan in de slokdarm van mensen zonder Barrett slokdarm. Ook wordt er onderzocht wat de oorzaak van een dergelijke…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselmotiliteit en defecatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Oesofageale permeabilteit
Secundaire uitkomstmaten
Tissue impedance spectrum van oesofagus mucosa
Gevoeligheid voor zuur tijdens een zuurperfusietest.
Achtergrond van het onderzoek
Bij een Barrett slokdarm verandert het slijmvlies in de wand van de slokdarm,
waarbij het slijmvlies van de maag als het ware in de slokdarm omhoog groeit.
Bij deze verandering komt het soms ook voor dat er onrustige cellen ontstaan.
Wanneer dit het geval is, kunnen deze onrustige cellen uiteindelijk ontaarden
in slokdarmkanker. De Barrett slokdarm komt steeds vaker voor in de Westerse
wereld. Het is het gevolg van het overmatig omhoog komen van zure maaginhoud,
ook wel reflux genoemd. Slechts 1 op de 10 mensen met reflux ontwikkelt een
Barrett slokdarm. Een goede verklaring voor het ontstaan van een Barrett
slokdarm hebben we nog niet. Waarschijnlijk is een langdurige blootstelling van
de slokdarm aan maagzuur nodig om het te ontwikkelen.
De slokdarmwand vormt een barrière tegen het voedsel wat passeert onderweg naar
de maag en tegen opkomend maagzuur. Wanneer maagzuur door de slokdarmwand de
achterliggende zenuwen bereikt, zorgt dat voor een brandend gevoel achter het
borstbeen en kan het lichaam hierna zorgen dat het maagzuur weer weggeslikt
wordt. De doorlaatbaarheid van de slokdarmwand speelt hierin een rol. Wanneer
deze doorlaatbaarheid verandert, zou maagzuur langer onopgemerkt in de slokdarm
aanwezig kunnen zijn voordat het lichaam hierop reageert door het weg te
slikken. Dit kan bijdragen aan het ontstaan van de Barrett slokdarm.
Doel van het onderzoek
Het onderzoek is erop gericht te bepalen of de gevoeligheid voor maagzuur
anders is in de slokdarm van mensen met een Barrett slokdarm dan in de slokdarm
van mensen zonder Barrett slokdarm. Ook wordt er onderzocht wat de oorzaak van
een dergelijke verandering kan zijn.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit 2 metingen. Tijdens het eerste bezoek testen we de
gevoeligheid van de slokdarm voor zuur. We plaatsen dan een slangetje in de
slokdarm en een kleine hoeveelheid zure oplossing wordt in de slokdarm
gedruppeld, de hoeveelheid en sterkte van dit zuur is vergelijkbaar met
opkomend maagzuur. We meten vervolgens hoe lang het duurt voordat de patiënt
dit zuur in de slokdarm voelt. De patiënt moet rekening houden dat hij voor dit
onderzoek ongeveer 2 uur op het motiliteitscentrum aanwezig is. Tijdens het
tweede bezoek ondergaat de patiënt een gastroscopie, een onderzoek waarbij met
een camera in de maag en de slokdarm gekeken wordt. In het onderste gedeelte
van de slokdarm aangekomen, wordt door deze endoscoop een dun slangetje
opgevoerd en tegen het slijmvlies aangedrukt. Via dit slangetje wordt een
ongevaarlijk klein elektrisch stroompje gevoerd en de elektrische weerstand van
het weefsel wordt gemeten. Vervolgens zullen 8 hapjes (biopten) uit de slokdarm
worden afgenomen. Deze stukjes weefsel zijn slechts 1 tot 2 mm groot. Zowel het
nemen van deze hapjes als het meten van de weerstand met het stroompje voelt u
niet. Dit tweede onderzoek duurt ongeveer een kwartier. De stukjes weefsel
worden later gebruikt om verschillende dingen te analyseren. Met
laboratoriumtechnieken kunnen we de doorlaatbaarheid van het slokdarmweefsel
testen, en onder de microscoop kijken naar verbindingen tussen cellen in het
slokdarmweefsel en de aanwezigheid van zenuwen.
Inschatting van belasting en risico
Bij het eerste onderzoek, de gevoeligheidsmeting van de slokdarm, wordt een
slangetje ingebracht via de neus tot in de slokdarm. Het inbrengen van het
slangetje is onprettig en kan een gevoel van kokhalzen opwekken. Na de
plaatsing voelt de patiënt het slangetje zitten, maar dit wordt over het
algemeen goed verdragen.
Het tweede onderzoek is een gastroscopie. Dit is een onderzoek waarbij een
dunne camera met een slang via de mond tot in de maag wordt gebracht. Het is
een onprettig onderzoek want de slang voelt vervelend in de keel en kan de
neiging geven tot kokhalzen. Dit onderzoek duurt tussen 10 minuten en een
kwartier. Om te zorgen dat de patiënt minder merkt van het onderzoek kan
gekozen worden voor een roesje. Het nadeel hiervan is dat de patiënt iets
langer in het ziekenhuis moet verblijven, meestal ongeveer een uur.
Het belangrijkste risico verbonden aan dit onderzoek is gerelateerd aan de
gastroscopie waarbij de hapjes weefsel worden afgenomen. Een gastroscopie is
een routine onderzoek en wordt heel veel verricht in het AMC bij de diagnostiek
van allerlei aandoeningen. De complicaties zijn dan ook zeldzaam, en komen voor
bij ongeveer 1 op de 10.000 onderzoeken. De belangrijkste complicatie is een
bloeding op de plek waar het hapje weefsel is afgenomen, dit is over het
algemeen zo plaatselijk dat het vanzelf stopt met bloeden en niet hoeft te
worden behandeld. Mocht er wel behandeling nodig zijn dan gebeurt dit direct
tijdens het onderzoek. Een tweede complicatie is het optreden van een gaatje in
de wand van de slokdarm op de plek waar het hapje weefsel is afgenomen. Dit kan
over het algemeen ook via de endoscoop ter plekke worden behandeld, maar in het
uiterste geval is hiervoor een operatie nodig.
Publiek
Meibergdreef 9
1100 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1100 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Patiënten met een Barrett segment >1cm
-Leeftijd >18 jaar
-Gebruik van protonpompremmers langer dan 4 weken
-Schriftelijke informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
-Eerdere invasieve behandeling van Barrett's oesofagus als endoscopische resectie of radiofrequente ablatie.
-Aanwezige dysplasie
-Chirurgie aan het maagdarmstelsel, behalve appendectomie of cholcystectomie
-Motiliteitsafwijkingen van het maagdarmkanaal die leiden tot een vertraagde maagontlediging
-Het niet kunnen stoppen van de prokinetica gedurende 3 weken
-Het niet kunnen stoppen van protonpompremmers gedurende 3 weken
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL38089.018.11 |