Is de hypothalame neurale activiteit gestoord in patienten met familiair gecombineerde hyperlipidemie?

In Nederland is de sterfte aan hart en vaatziekten een van de belangrijkste
oorzaken van overlijden. Een van de belangrijkste risicofactoren voor hart en
vaatziekten op jongere leeftijd (voor het 55e levensjaar) zijn stoornissen in
de vetstofwisseling. Een op de 300 mensen heeft een gecombineerde familiaire
hyperlipidemie (FCH). Op dit moment is de precieze oorzaak van FCH onbekend.

Nieuwe onderzoek in ratten heeft recent laten zien dat de activiteit in een
bepaald deel in de hersenen, de hypothalamus, van belang zijn in de regulering
van het triglyceride gehalte in het bloed. Ook laat dit onderzoek zien dat de
hoeveelheid suiker in de hypothalamus van belang is in welke mate de aanmaak
van triglyceride deeltjes in de lever beïnvloedt. Bij patiënten met FCH zijn
zowel het cholesterol als de triglyceride in het bloed te hoog.

Onze vraag in dit onderzoek is of de werking van de hersenen, of nog preciezer,
de werking van de hypothalamus, anders is bij patiënten met FCH en hun
familieleden. Mogelijk dat hier een deel van de verklaring rond het ontstaan
van FCH ligt.

Mocht dit onderzoek daadwerkelijk aantonen dat de hypothalamus anders werkt bij
patiënten met FCH, dan kan dit mogelijk een verklaring bieden voor de
vetstofwisselingsstoornis bij U. Met deze resultaten kunnen mogelijk nieuwe
vormen van behandeling en van ziekte evaluatie ontwikkeld worden.

Gerandomiseerde, enkel-geblindeerde, case-control studie. In protocol A zullen
mannelijke patienten met FCH vergelijken worden met gematchte gezonde
proefpersonen. Op drie afzonderlijke dagen zal, gedurende een uur, de werking
van de hypothalamus gescand worden (functionele MRI) na het drinken van
respectievelijk 25 gram glucose/300 ml water, 75 gram glucose/300 ml water of
300 ml water. Tussen de bezoeken zit minimaal een week. Tijdens de scan
procedure wordt viermaal een minimale hoeveelheid bloed uit een infuus
afgenomen (totaal ongeveer 40 ml bloed per bezoek).

In protocol B wordt dezelfde procedure als in protocol A gevolgd. FCH patienten
en gen gerelateerde familieleden (1e en 2e lijn) komen dan op twee (ipv drie
dagen in protocol A) afzonderlijke dagen langskomen en drinken dan 75 gr
glucose/300 ml water of 300 ml water. Overige opzet is dentiek met protocol
A.

Naast de investering van tijd en het nuchter zijn voor het onderzoek is er geen
additioneel risico.