Het natuurlijk beloop van beroepsgebonden allergie en astma in de paprika kwekerij.

De prevalentie van beroepsallergie en astma is de laatste decennia gestegen.
Allergische klachten komen ook veelvuldig voor bij werknemers in de
glastuinbouw. Bij een dwarsdoorsnede onderzoek uit 1999 en 2000 naar het
voorkomen van beroepsallergie onder paprikakasmedewerkers (verricht door de
afdeling Allergologie van het Erasmus MC Rotterdam) werd door 53.8 % van de
medewerkers beroepsgebonden klachten van de neus/ogen en/of klachten passend
bij astma gerapporteerd (n= 472) en 35.4 % van de werkers was gesensibiliseerd
voor de paprikaplant (met name de pollen). De sector is de afgelopen jaren
enorm gegroeid en thans zijn er 5000-7000 tuinders werkzaam binnen de
paprikateelt. In de huidige situatie is vroegtijdige opsporing van werknemers
die risico lopen op het ontwikkelen van ziekte en sensibilisatie nog niet
mogelijk. Om opsporing in een vroeg stadium te kunnen realiseren, is meer
inzicht nodig in het natuurlijk beloop van beroepsallergie (richting astma) en
de risicofactoren. Het grote aantal werkers binnen de paprikateelt en de hoge
prevalentie van sensibilisatie rationaliseren vervolg onderzoek binnen deze
beroepsgroep in het bijzonder. De modellen die ontwikkeld worden zouden
eveneens gehanteerd kunnen worden bij de begeleiding van werknemers in andere
segmenten binnen de tuinbouw, die ook gekenmerkt worden door pollenexpositie.

Het bestuderen van het natuurlijk beloop van beroepsallergie en astma bij
werknemers in de paprikakassen en het vaststellen van determinanten die van
invloed zijn op de ontwikkeling van sensibilisatie en klachten in de cohort van
472 kasmedewerkers, die onderzocht zijn in 1999 en 2000. Met deze gegevens
kunnen verschillende prognostische modellen ontwikkeld worden waarmee
prognostische factoren geïdentificeerd kunnen worden voor de ontwikkeling van
sensibilisatie, beroepsgebonden rhinitis en astma. Deze prognostische modellen
worden vertaald in een score-kaart waarmee het mogelijk is voor een individuele
werknemer, gegeven zijn persoonlijke kenmerken, een schatting te maken van de
kans op sensibilisatie en symptomen. Artsen kunnen de scorekaarten hanteren als
ondersteunend instrument bij het vroegtijdig opsporen van werknemers die risico
lopen op het ontwikkelen van sensibilisatie en ziekte en bij de behandeling en
de interventie. Ook wordt de ziektelast in kaart gebracht, uitgedrukt in
medische consumptie, arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteitverlies voor
verschillende ziekteniveaus. Uit deze analyse kunnen tevens de directe en
indirecte kosten van sensibilisatie, symptomen en beroepsastma berekend worden.

Paprikakasmedewerkers die hebben geparticipeerd in het onderzoek in 1999 worden
gerekruteerd voor de follow-up studie. Bij alle proefpersonen worden
uitgebreide vragenlijsten afgenomen aangaande biografische gegevens,
arbeidskarakteristieken, rhinoconjunctivitis en astma kwaliteit van leven
vragenlijsten, vragenlijsten aangaande bovenste en lage luchtwegklachten
(inclusief Visuele Analoge Schaal), euroqol-vas-scales, vragenlijsten naar
medische consumptie, arbeidsproduktiviteit en ziekteverzuim.Tevens wordt er een
huidtest verricht met diverse allergeenextracten, waaronder parikapollen, 2
soorten mijten (amblyseius cucumeris, thyrophagus), botrytis (een
schimmelsoort) en de algemene inhalatie allergenen.

Een reactie elders in het lichaam (een allergische reactie op de huidtest zelf)
door de priktest is zeldzaam. Dit komt omdat slechts een minimale hoeveelheid
allergeen wordt gebruikt. Wel kan er jeuk optreden ter plaatse van de test.
Naast de directe huidreactie (na 15 minuten) kan na ongeveer 6 uur opnieuw op
die plaats een jeukende bult optreden (de late reactie). Deze verdwijnt weer in
de loop van de volgende dagen. De onderzoekstijd bedraagt eenmalig 1 uur.