Het doel van dit onderzoek is uitzoeken hoe veilig en werkzaam het middel benralizumab is bij de behandeling van eosinofiele oesofagitis.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstelling: Om het effect van benralizumab 30 mg Q4W op
histologische tekenen en symptomen van EoE te evalueren bij patiënten met
symptomatische en histologisch actieve eosinofiele oesophagitis.
Dual-primaire eindpunten / variabelen: deel van de patiënten met een
histologische respons in week 24, gedefinieerd als een slokdarm
intra-epitheliaal eosinofiel aantal met hooguit een piek van <= 6 eos / hpf en
veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in DSQ-score in week 24.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen:
Om het effect van benralizumab 30 mg Q4W op klinische functies van EoE en
ziekte-activiteit te evalueren.
Eindpunten / variabelen:
- Het belangrijkste secundaire eindpunt: Veranderingen van de uitgangswaarde in
centraal-gelezen EoE EREFS in week 24.
- Centraal gelezen biopten voor aanvullend histopathologie en
weefsel-eosinofielen, inclusief EoE-HSS, in week 24.
- Dysfagievrije dagen zoals vastgelegd in de DSQ.
- Frequentie van dysfagie aanvallen zoals vastgelegd in de EoE-3D.
- Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in dysfagie-geassocieerde
pijn, ongemak en algehele ernst zoals vastgelegd in de EoE-3D in week 24.
- Wijzigingen in buikpijn en misselijkheid ten opzichte van de uitgangswaarde
zoals vastgelegd in het dagboek in week 24.
Om het effect van benralizumab 30 mg Q4W op patiënt gerapporteerde
QOL-maatregelen te evalueren.
Eindpunten / variabelen:
- Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in EoE-QoL-A in week 24.
- SF-36 v2 Gezondheidsenquête in week 24.
Om het effect van benralizumab 30 mg Q4W op het gebruik van gezondheidsmiddelen
door EoE te evalueren.
Endpoint / variabel:
- Percentage patiënten met relevante gelijktijdige procedures en gebruik van
zorgmiddelen tijdens de studie tot en met week 24.
Om het effect van benralizumab 30 mg Q4W op door de patiënt gerapporteerde
metingen van de ernst van de ziekte en de gezondheidstoestand te evalueren.
Eindpunten / variabelen:
- PGI-S in week 24.
- PGI-C in week 24.
Om de PK en immunogeniciteit van benralizumab 30 mg Q4W bij patiënten met EoE
te beoordelen.
Eindpunten / variabelen:
- Serum benralizumab-concentratie.
- ADA en nAb.
Achtergrond van het onderzoek
Eosinofiele oesofagitis is een chronische allergische ontstekingsaandoening van
de slokdarm, histologisch gedefinieerd door slokdarmontsteking van >=15
eosinofielen per high power field (eos/ hpf). Typische symptomen zijn dysfagie
en voedselimpactie bij adolescenten en volwassenen.
Er is een klinische onvervulde behoefte aan nieuwe therapieën bij patiënten met
eosinofiele oesophagitis (EoE). Jorveza® (orodispergeerbare budesonide-tablet)
is in de EU goedgekeurd voor de behandeling van EoE bij volwassenen in 2018 en
er zijn geen goedgekeurde producten voor de behandeling van EoE bij
pediatrische patiënten. Bovendien zijn de meeste huidige behandelingsmethoden
ofwel belast met therapietrouw problemen en / of beperkte effectiviteit of
bedoeld voor de behandeling van complicaties.
Benralizumab is een gehumaniseerd, afucosyleerd monoklonaal antilichaam dat
specifiek bindt aan het IL-5Ra op de doelcel en eosinofielen direct via ADCC
uitput. Het werkingsmechanisme van benralizumab maakt het een mogelijke
behandelingsoptie voor de grote onvervulde behoefte bij patiënten met
symptomatische en histologisch actieve EoE. Benralizumab is of wordt onderzocht
bij patiënten met astma, chronische obstructieve longziekte (COPD),
Hypereosinofiel Syndroom (HES), neuspolyposis, eosinofiele granulomatosis met
polyangiitis (EGPA), eosinofiele chronische rhinosinusitis en eosinofiele
gastritis / gastro-enteritis. De huidige studie (D3255C00001 [MESSINA]) is de
eerste klinische studie gewijd aan de beoordeling van benralizumab bij
patiënten met EoE.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is uitzoeken hoe veilig en werkzaam het middel
benralizumab is bij de behandeling van eosinofiele oesofagitis.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind, multicentrum,
fase 3 onderzoek met parallelle groepen om de werking en veiligheid van een
herhaalde dosering van benralizumab te onderzoeken ten opzichte van placebo in
mannelijke en vrouwelijk proefpersonen van 12 tot 65 jaar (Voor Nederland geldt
de leeftijdscategorie 18-65 jaar) met symptomatische en histologisch actieve
eosinofiele oesofagitis. Ongeveer 170 geschikte proefpersonen met
symptomatische en histologisch actieve eosinofiele oesofagitis voor randomistie
zullen in een 1:1 verhouding gerandomiseerd worden naar 4-wekelijks 30 mg
benralizumab of placebo gedurende een behandelperiode van 24 weken
(Dubbelblinde periode). De randomisatie van volwassenen zal gestratificeerd
worden per regio (Noord Amerika t.o.v. de rest van de wereld [ROW]) en op
steroide gebruik tijdens studiestart. Proefpersonen die de dubbelblind,
placebo-gecontroleerde periode met studiemedicatie voltooid hebben, vervolgen
de studie in een open label behandelperiode met 4-wekelijks benralizumab 30 mg
tot en met week 52 (Open-label periode). Alle proefpersonen die gedurende de 52
weken durende behandelperiode therapietrouw zijn (24 weken DB periode en 28
weken OL periode; DB+OL) mogen verdergaan met een 52 weken durende Open Label
Extension (OLE) periode op 4-wekelijks benralizumab 30 mg. Gedurende de OLE
periode krijgt elke proefpersoon 1 jaar behandeling met OL benralizumab na
voltooiing van de 52 weken durende DB+OL behandelperioden. Alle hiervoor
geschikte proefpersonen zullen uitgenodigd worden voor de OLE periode.
Proefpersonen die niet deelnemen aan de OLE periode zullen een opvolgingsvisite
hebben 12 weken na laatste dosering van studiemedicatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten met symptomatische en histologisch actieve eosinofiele oesophagitis vóór randomisatie worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 naar 30 mg benralizumab of placebo met tussenpozen van 4 weken gedurende een behandelingsperiode van 24 weken (DB-periode). Proefpersonen die de dubbelblind, placebo-gecontroleerde behandelingsperiode met het onderzoeksproduct (IP) afronden, gaan door naar een Open-label behandelingsperiode met benralizumab 30 mg Q4W tot week 52 (OL-periode). Alle proefpersonen die voldoen aan het protocol en de behandeling door de onderzoeker die de 52 weken durende behandelingsperiode (de 24 weken durende DB-behandelingsperiode en de 28 weken OL-behandelingsperiode; DB + OL-behandelingsperioden) met het onderzoeksmiddel benralizumab voltooien, komen in aanmerking om door te gaan naar een open-label extentie periode van 52 weken of langer op benralizumab 30 mg Q4W (OLE).
Inschatting van belasting en risico
Voor de dubbelblinde behandelperiode wordt de proefpersoon gevraagd om ten
minste 8 keer het ziekenhuis te bezoeken. Elk bezoek zal 1-4 uur duren.
Voor de open label behandelperiode wordt de proefpersoon gevraagd om ten minste
7 keer het ziekenhuis te bezoeken. Elk bezoek zal 1-4 uur duren.
Voor de open label verlengde behandelperiode wordt de proefpersoon gevraagd om
ten minste 12 keer het ziekenhuis te bezoeken. Elk bezoek zal 1-4 uur duren.
De proefpersoon zal 13 keer onderzoeksmiddel ontvangen gedurende 48 weken.
Indien de proefpersoon deelneemt aan de verlenging van het onderzoek zal de
proefpersoon 26 keer het onderzoeksmiddel ontvangen gedurende 100 weken. Het
onderzoeksmiddel kan allergische reacties veroorzaken. Een studiearts zal
aanwezig zijn bij de toediening van het onderzoeksmiddel en zal de proefpersoon
1-2 uur observeren na toediening van het onderzoeksmiddel. Daarnaast kan de
proefpersoon last krijgen van bijwerkingen van het onderzoeksmiddel.
Er zullen tijdens het onderzoek bloedmonsters worden afgenomen. Het totale
bloedvolume dat zal worden afgenomen tijdens het eerste jaar is 322 ml. Indien
de proefpersoon de studie vervolgt zal er tijdens het tweede jaar nog 70 ml
bloed extra worden afgenomen.
De proefpersoon zal tijdens elk bezoek lichamelijk onderzoek krijgen.
De proefpersoon zal ten minste 3 keer tijdens de studie een endoscopie
inclusief biopten ondergaan. Endoscopieën brengen risico*s en ongemakken met
zich mee, maar het aantal endoscopieën is gelijk aan het aantal endoscopieën de
standaard praktijk.
Tijdens één visite wordt er een ECG gemaakt.
Vrouwen van vruchtbare leeftijd zullen een urinemonster moeten afgeven om een
zwangerschapstest te doen tijdens de screeningvisite en elke keer voor de
toediening van onderzoeksmiddel (13 of 26 keer).
De proefpersoon wordt gevraagd tijdens elk ziekenhuisbezoek vragenlijsten in te
vullen.
De proefpersoon zal dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse vragenlijsten in een
elektronisch dagboek invullen. Dit zal ongeveer 5 minuten per dag kosten.
Publiek
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Wetenschappelijk
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Patiënten van 12 tot en met 65 jaar ten tijden van tekenen van het patienten
informatie consent of assent (indien van toepassing) formulier.
2) Gedocumenteerde in het verleden gediagnosticeerde EoE door endoscopie
(gedocumenteerde diagnose gedefinieerd als en oesophageale waarde van >=15
eos/hpf op ten minste 1 esophagale meting) en bevestigde diagnose door een
centraal gelezen slokdarmbiopsie voor de doeleinden van dit onderzoek
(bevestigde diagnose gedefinieerd als een oesophageale waarde van >=15 eos / hpf
bij 2 of meer slokdarm metingen). Twee tot 4 biopten moeten worden verkregen
van zowel de proximale als de distale slokdarm. Biopten kunnen uit de
mid-slokdarm worden genomen voor aamvullende evaluatie.
3) Moet symptomatisch zijn tijdens Visite 1 (screening) en Visite 2
(randomisatie):
(a) Een door de patiënt gemelde gemiddelde van minimaal 2 dagen per week een
aanval van dysfagie gedurende de 4 weken voorafgaand aan screening periode
EN
(b) Minimaal 2 dagen met een aanval van dysfagie (dagelijkse DSQ >=2) per week
tussen Visite 1 en Visite 2.
4) Moet zich houden aan dagelijkse dagboekbeoordelingen:
(a) Moet 70% van de dagelijkse dagboeken invullen tussen Visite 1 en Visite 2
EN
(b) Moet tenminste 8 van de 14 dagelijkse dagboeken hebben voltooid in de 14
dagen voorafgaand aan de randomisatie.
5) Mag op achtergrondmedicatie voor EoE en aanverwante behandelingen tijdens
het onderzoek, zolang de achtergrondmedicatie stabiel is gedurende ten minste 4
weken voorafgaand aan de screening periode ( 8 weken bij PPI gebruik) en er is
afgesproken het type achtergrondmedicatie of dosering voor de eerste 52 weken
van de studie niet aan te passen tenzij medisch noodzakelijk.Als medicatie voor
EoE (inclusief orale steroïden, systemische steroïden en PPI) wordt stopgezet
voorafgaand aan screening, moet er een uitwasperiode zijn van ten minste 8
weken.
6) Negatieve serum zwangerschapstest voor vruchtbare vrouwelijke patiënten
tijdens Visite 1.
7) Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten ermee instemmen om een zeer
effectieve vorm van anticonceptie (bevestigd door de onderzoeker) te gebruiken
vanaf randomisatie gedurende de onderzoeksduur en binnen 12 weken na de laatste
dosis investigational product.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Andere GI-aandoeningen zoals actieve Helicobacter pylori-infectie,
geschiedenis van achalasie, slokdarmvarices, de ziekte van Crohn, colitis
ulcerosa, inflammatoire darmaandoeningen of coeliakie.
2) Slokdarmvernauwing die de gemakkelijke passage van een standaard endoscoop
voorkomt of een kritische slokdarmvernauwing die verwijding tijdens de run-in
periode vereist.
3) Gebruik van een sonde of het niet eten van vast voedsel dagelijks tijdens de
inloopperiode.
4) Hypereosinofiel syndroom, gedefinieerd door betrokkenheid van meerdere
organen en persistente bloed eosinofielen waarden > 1500 eos / µL.
5) EGPA vasculitis.
6) Eosinofiele gastritis, gastro-enteritis, enteritis of colitis gedocumenteerd
door biopsie.
7) Huidige maligniteit of geschiedenis van maligniteit met enkele specifieke
uitzonderingen.
8) Geschiedenis van anafylaxie bij alle biologische therapieën of vaccins.
9) Huidige actieve leverziekte:
* Chronische stabiele hepatitis B en C (inclusief positief testen op
oppervlakte-antigeen van hepatitis B [HBsAg] of hepatitis C-antilichaam), of
andere stabiele chronische leverziekte zijn aanvaardbaar als de patiënt anders
voldoet aan de geschiktheidscriteria.
* Alanineaminotransferase (ALT) of aspartaataminotransferase (AST) -waarde >=3
keer de bovengrens van normaal (ULN), bevestigd door herhaald testen tijdens de
inloopperiode.
10) Helminth parasitaire infectie gediagnosticeerd binnen 24 weken voorafgaand
aan de inloopperiode die niet is behandeld met of niet heeft gereageerd op de
standaardbehandeling.
11) Geschiedenis van bekende immunodeficiëntiestoornis inclusief een positieve
humaan immunodeficiëntievirus (HIV) -test.
12) gebruik van immunosuppressieve medicatie 8 weken voorafgaand aan de
screening periode
13) Initiatie of wijziging van een voedsel-eliminatie dieet of herintroductie
van een eerder geëlimineerde voedselgroep in de 6 weken voorafgaand aan de
start van de run-in periode.
14) Momenteel zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven of lacteren.
15) Slokdarmverwijding uitgevoerd binnen 8 weken voorafgaand aan screening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-002871-32-NL |
ClinicalTrials.gov | NCTvolgt |
CCMO | NL71639.056.19 |