Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2022-501677-39-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Evaluatie van de overleving van de patiënt en het functionele transplantaat van adolescente niertransplantaatontvangers wiens…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De grootte van overlevende deelnemers met een functioneel transplantaat met een
eGFR> 30 ml / min / 1,73 m2 (bijgewerkte Schwartz-formule)
Secundaire uitkomstmaten
Overleving van deelnemer en transplantaat: de grootte van de deelnemers die:
* overleven met een functionerende transplantaat op 6 en 12 maanden na
randomisatie.
* overleven op 6, 12 en 24 maanden na randomisatie.
* 6, 12 en 24 maanden na randomisatie niet-door-transplantaat-veroorzaakte dood
overlijden en daarmee verlies van transplantaat ervaren.
Achtergrond van het onderzoek
Niertransplantatie is de voorkeursbehandeling voor de meeste patiënten met
nierziekte in het eindstadium. Dat is de beste optie voor overleving op lange
termijn met een verbeterde kwaliteit van leven. Succesvolle niertransplantatie
is sterk afhankelijk van levenslange toediening van immuno-suppressieve
medicatie met diverse veiligheidsprofielen en off-target effecten die in en
vanzelf, kunnen een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven wat de
niet-naleving van de voorgeschreven behandeling kan veroorzaken.
Adolescente ontvangers van een niertransplantaat hebben een significant hoger
risico op falen van een niertransplantaat dan jongere kinderen of volwassenen
van 31-45 jaar.
Belatacept is ontwikkeld om tegemoet te komen aan de medische behoefte aan een
nieuwe behandeling met immunosuppresiva voor ontvangers van niertransplantaties
die de nier-, cardiovasculaire- en metabolischetoxiciteit van kunnen vermijden
door het gebruik van op calcineurineremmers (CNI) gebaseerde behandelingen,
terwijl deze een relatief korte overleving van de patiënt en transplantaat
bieden. De calcineurineremmers zijn ook in verband gebracht met nadelige
effecten op neurologische en cognitieve functies die het werk en de school
kunnen verstoren, evenals met ongewenste effecten op het fysieke uiterlijk die
op hun beurt de regelmatige naleving van de voorgeschreven oraal in te nemen
medicatie kunnen ontmoedigen.
Belatacept wordt via intraveneuze infuus onder medisch toezicht om de 4 weken
toegediend, wat de kans geeft om extra controle op naleving van de
voorgeschreven, tegelijk oraal in te nemen immunosuppressiva uit te oefenen.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2022-501677-39-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Evaluatie van de overleving van de patiënt en het functionele transplantaat van
adolescente niertransplantaatontvangers wiens behandeling van CNI
(calcineurineremmers) omgezet was naar op belatacept gebaseerde
immunosuppressiva ten minste 6 maanden na de transplantatie in vergelijking met
de ontvangers die 24 maanden lang na randomisatie op CNI (calcineurineremmers)
bleven.
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, gerandomiseerd, multicenter fase 3b-onderzoek ter
evaluatie van de voordelen en risico's van de omzetting van CNI
(calcineurineremmers) naar op belatacept gebaseerde immunosuppressiva na een
CNI-afbouw van 3-6 maanden in vergelijking met voortzetting van op CNI
gebaseerde immunosuppressiva in adolescenten die een niertransplantatie
ondergaan hebben.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Mannelijke en vrouwelijke adolescenten van 12 tot 18 jaar die ten minste 6 maanden geleden voor de inschrijving in de studie een niertransplantatie ondergaan hebben van een levende of overleden donor.
Inschatting van belasting en risico
Belasting betreffende de studieprocedures:
• Een compleet lichamelijk onderzoek.
• Meten van vitale functies.
• Maken van een röntgenfoto als er geen röntgenfoto gemaakt is in de afgelopen
6 maanden voorafgaand aan dit bezoek.
• Uitvoeren van een hartfilmpje (ECG) om de hartslag en het hartritme te
controleren.
• Uitvoeren van een zwangerschapstest bij vrouwelijke deelnemers via urine of
bloed.
• Bloedafnames
• Het verzamelen van een urinemonster om het eiwitgehalte, glucosegehalte
(suiker), het aantal rode en witte bloedcellen en het kreatinegehalte te
controleren.
• Het gebruik van een wattenstaafje om een slijmmonster af te nemen om te
testen op een huidige infectie met SARS-CoV-2, het coronavirus. Proefpersoon
kan alleen aan dit onderzoek deelnemen als de uitslag van deze test negatief
is. Als de test positief is, kan de proefpersoon na minimaal 10 dagen opnieuw
worden getest.
• 3 vragenlijsten invullen op de volgende momenten: Dag 1 en Maand 6, 12, 18,
en 24; en Dag 1 en Maand 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 en 24 (kind + ouder).
• Groep 1: Behandeling met onderzoeksmiddel voor 24 maanden.
Behandelingsperiode bestaat van 16 bezoeken in Jaar 1 en 13 bezoeken in Jaar 2.
• Groep 2: In deze groep krijgen deelnemers dezelfde CNI-behandeling die ze
kregen voor hun deelname aan dit onderzoek.
Bewaken veiligheid proefpersonen
De proefpersoon krijgt tijdens elk onderzoeksbezoek een dosis belatacept
toegediend en de onderzoeker neemt binnen 48 uur na elke dosis contact met de
proefpersoon op om te controleren of hij/zij enige bijwerkingen heeft gehad
tijdens een periode van 24 uur na de infusie.
Als de onderzoeker vermoedt dat de proefpersoon een acute afstoting ervaart,
wordt er een extra 14 ml bloed afgenomen voor tests. Daarnaast wordt een
nierbiopsie genomen om te bepalen of er afstoting plaatsvindt.
Followupperiode voor de veiligheid
Wanneer het kind stopt met het onderzoek of de behandelingsperiode heeft
afgerond, begint het laatste gedeelte van het onderzoek, ook wel de
followupperiode voor veiligheid genoemd. Tijdens deze periode blijft de
onderzoeksarts de gezondheid van het kind beoordelen. Het is bijvoorbeeld
belangrijk om te weten hoe het kind zich voelt of hij/zij een ziekte heeft
ontwikkeld of een belangrijke bijwerking heeft gehad.
Tijdens de nacontrole komen alle deelnemers voor een bezoek naar het ziekenhuis
in Week 8 na de laatste dosis onderzoeksmiddel. Voor deelnemers uit Groep 2
(voortzetting van CNI) kan dit bezoek aan het ziekenhuis vervangen worden door
een telefoongesprek. Als het kind in Groep 1 (overstap naar belatacept) was
ingedeeld en hij/zij stopt met het krijgen van belatacept na het bezoek in
Maand 24 (Week 104), of eerder als de behandeling met belatacept vroegtijdig is
stopgezet vóór of tijdens het bezoek in Week 104, vragen wij dat het kind voor
onderzoeksbezoeken komt in Week 8, 12 en 24 na de toediening van de laatste
dosis. Elk nacontrolebezoek duurt ongeveer 1 uur
Data Monitoring Committee
Data Monitoring Committee (DMC) wordt samengesteld om de voordelen en risico's
te bewaken voor de proefpersonen die aan het onderzoek meedoen en, indien
nodig, zal DMC aanbevelingen doen aan de verrichter om de voortdurende
veiligheid van de proefpersonen te waarborgen.
Publiek
Orteliuslaan 1000 Orteliuslaan 1000
Utrecht 3528 BD
NL
Wetenschappelijk
Orteliuslaan 1000 Orteliuslaan 1000
Utrecht 3528 BD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Mannen en vrouwen van 12 tot 18 jaar
- Gedocumenteerde EBV-seropositiviteit voorafgaand aan transplantatie en
randomisatie
- Het ontvangen van een stabiel regime van een CNI met een mycofenolaat met of
zonder gelijktijdige corticosteroïden gedurende >1 kalendermaand voorafgaand aan
randomisatie
- Stabiele nierfunctie 12 weken voorafgaand aan screening op basis van
de beoordeling van de onderzoeker en in het protocol opgesomde criteria voor
eGFR en proteïnurie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Geen behandeling voor door biopsie bewezen acute afstoting (BPAR) van welke
graad of ernst dan ook binnen 6 kalendermaanden voorafgaand aan inschrijving.
- Geen voorgeschiedenis van door biopsie bevestigde door antilichamen
veroorzaakte afstoting of Banff Graad IIA of hogere acute cellulaire afstoting
bij het huidige transplantaat
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2022-501677-39-00 |
EudraCT | EUCTR2018-000237-12-NL |
CCMO | NL75805.018.21 |