Voor patiënten met bindweefselziekte-gerelateerde pulmonale arteriële hypertensie (CTD-PAH) die zijn ingeschreven in dit onderzoek zijn de doelstellingen als volgt:Primair: • De werkzaamheid van bardoxolonmethyl beoordelen in vergelijking met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bindweefselaandoeningen (excl. congenitaal)
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verandering ten opzichte van de baseline in zes-minuten-looptest
(six-minute-walk distance; 6MWD) in vergelijking met placebo in week 24
Secundaire uitkomstmaten
Tijd tot eerste voorval van klinische verbetering bestaande uit een
persisterende verandering voor een van
de volgende aspecten:
• Verbetering met ten minste één functionele klasse (WHO)
• Toename ten opzichte van de baseline in 6MWD met ten minste 10%
• Afname ten opzichte van de baseline in creatinekinase (als surrogaat
biomarker voor spierletsel en ontsteking) met ten minste 10%
Achtergrond van het onderzoek
De prognose voor Pulmonale Arteriele Hypertensie is slecht, vooral voor
patienten met bindweefselziekten. De huidige vaatverwijdende therapieen leiden
over het algemeen niet tot significantie functionele verbeteringen bij CTD-PAH
patienten. Geen van de goedgekeurde behandelingen voor PAH zijn gericht op
metabolische en mitochondriale dysfunctie.
Door middel van inductie van Nrf2 en suppressie van NF-*B, heeft
bardoxolonmethyl brede moleculaire en farmacologische effecten die
verschillende facetten van de pathofysiology van PAH zouden kunnen beinvloeden.
Daarom zou bardoxolonmethyl een nieuwe benadering voor PAH therapie kunnen
verschaffen door middel van verbeteringen in bioenergetische parameters (basale
respiratie, ATP productie, maximale respiratoire capaciteit) en mitochondriaal
functioneren die zich vertalen in verbeterde spierfunctie en
inspanningscapaciteit.
Doel van het onderzoek
Voor patiënten met bindweefselziekte-gerelateerde pulmonale arteriële
hypertensie (CTD-PAH) die zijn
ingeschreven in dit onderzoek zijn de doelstellingen als volgt:
Primair:
• De werkzaamheid van bardoxolonmethyl beoordelen in vergelijking met placebo.
Secundair:
• De veiligheid van bardoxolonmethyl beoordelen in vergelijking met placebo.
Onderzoeksopzet
In dit dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde onderzoek wordt de
veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van bardoxolonmethyl bestudeerd
bij gekwalificeerde patiënten met WHO Groep I CTD-PAH.
Gekwalificeerde patiënten worden in een verhouding 1:1 gerandomiseerd naar
bardoxolonmethyl of placebo, eenmaal per dag toe te dienen gedurende 24 weken.
De patiënten die worden gerandomiseerd naar placebo krijgen placebo tijdens het
hele onderzoek. De patiënten die worden gerandomiseerd naar bardoxolonmethyl
beginnen met 5 mg; de dosis wordt geëscaleerd naar 10 mg in week 4 tenzij
klinisch
gecontra-indiceerd. De-escalatie van de dosis is toegestaan tijdens het
onderzoek indien klinisch geïndiceerd.
Alle patiënten in het onderzoek volgen hetzelfde bezoek- en beoordelingsschema.
Na randomisatie worden de patiënten ingepland voor beoordeling in persoon
tijdens de behandeling in week 1, 2, 4, 6, 8, 16 en 24 en via telefonisch
contact op dag 3, 10, 21, 31, 38, 84 en 140. De patiënten worden ook ingepland
voor beoordeling in persoon tijdens een follow-upbezoek in week 28, vier weken
na het einde
van de behandeling.
Patiënten die het onderzoek afmaken en de behandeling hebben gevolgd met de
toegewezen dosis komen in aanmerking voor een apart open-label
vervolgonderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Bardoxolonmethyl of placebo wordt eenmaal per dag toegediend gedurende 24 weken. Bardoxolonmethyl wordt toegediend in een dosis van 2,5, 5 of 10 mg.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoeksgeneesmiddel kan bijwerkingen hebben. De meest voorkomende
bijwerkingen (bij meer dan 10 op de 100 patiënten) in eerdere onderzoeken bij
patienten met PAH die bardoxolonmethyl namen waren
• Spierspasme
• Pijn (rug, buik, ledematen)
• Hypomagnesiëmie (laag magnesiumgehalte in het bloed)
• Misselijkheid
• Perifeer oedeem (zwelling van handen en voeten)
• Verminderde eetlust
• Gewichtsverlies
• Vermoeidheid
• Hypoglykemie (lage bloedsuiker)
• Hypertensie (hoge bloeddruk)
In een eerder onderzoek ging de behandeling met bardoxolonmethyl gepaard gaan
met een toename van het risico op vloeistofoverbelasting. Daarom zullen in het
huidige onderzoek procedures worden ingesteld om het risico op
vloeistofoverbelasting door bardoxolonmethyl te reduceren. In protocol sectie
9.1.1 staat dit toegelicht. De studieprocedures gaan ook gepaard met bepaalde
risico's. Verder kan het onderzoeksgeneesmiddel, de studieprocedures, en de
combinatie hiervan leiden tot risico's die tot nog toe onbekend zijn.
Op dit moment zijn er geen optimale behandelingen voor PAH-CTD. De huidige
therapieen bestaan uit vaatverwijdende middelen die veelal niet tot functionele
verbeteringen leiden. Eerder onderzoek met bardoxolonmethyl laat zien dat
patienten met PAH-CTD baat zouden kunnen hebben bij dit middel. De patienten
zullen tijdens de studie doorgaan met het gebruik van hun reguliere
geneesmiddelen naast het onderzoeksgeneesmiddel of placebo. Hun gezondheid zal
goed in de gaten worden gehouden tijdens het onderzoek.
Algemeen / deelnemers
Gateway Drive, Suite 150 2801
Irving TX 75063
US
Wetenschappers
Gateway Drive, Suite 150 2801
Irving TX 75063
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Volwassen mannelijke en vrouwelijke patiënten >= 18 tot <= 75 jaar oud bij ondertekening van
toestemmingsformulier;
2. BMI >= 18,5 kg/m2;
3. Symptomatische pulmonale hypertensie WHO/NYHA FC klasse II en III;
4. WHO Groep I PAH gerelateerd aan bindweefselziekte;
5. Patiënt heeft een gedocumenteerde diagnostische rechterhartkatheterisatie gehad binnen 36
maanden vóór dag 1 die een diagnose van PAH heeft bevestigd overeenkomstig alle volgende
criteria:
a. Gemiddelde pulmonale arteriële druk >= 25 mmHg (in rust);
b. Pulmonale capillaire wiggendruk (PCWP) <= 15 mmHg;
c. Pulmonale vaatweerstand > 240 dyn•sec/cm5 of > 3 mmHg/liter (l)/minuut;
6. Heeft een BNP-waarde <= 400 pg/ml;
7. Heeft een gemiddelde 6MWD >= 150 meter gehad bij twee opeenvolgende tests uitgevoerd op
verschillende dagen vóór randomisatie, met een procentueel verschil <= 15% tussen de tests;
8. Heeft niet meer dan twee (2) goedgekeurde ziekte-specifieke therapieën voor PAH gehad. De
PAH-therapie moet in een stabiele dosis zijn gevolgd gedurende ten minste 90 dagen vóór dag
1. De PAH-therapieën mogen niet worden aangevuld of gewijzigd en de doses moeten stabiel
blijven tijdens het onderzoek;
9. Heeft een stabiele dosis gebruikt gedurende 30 dagen vóór dag 1, bij het krijgen van therapieën die invloed kunnen hebben op de loopafstand, met ingebrip van maar niet beperkt tot: vasodilatatoren (met inbegrip van calciumantagonisten), digoxine, L-argininesuppletie, zuurstofsuppletie, diuretica, middelen voor de behandeling van neuropathise pijn geassocieerd mer perifere neuropathie (zoals pregabaline), en/of middelen voor de behandeling van anemie (bijvoorbeeld extra ijzer, erytropoetine, intraveneuze toediening van ijzer). Indien de patient ijzer intraveneus krijgt toegediend tijdens de screening, dat moet de intrveneuze toediening minimaal 30 dagen voor dag 1 plaatsvinden;
10. Bij het krijgen van een behandeling voor CTD met prednison of andere geneesmiddelen, moet de medicatie hetzelfde blijven voor minimaal 90 dagen vóór Dag 1. De doses van de medicatie voorgeschreven voor de behandeling van CTD moet stabiel blijven gedurende ten minste 30 dagen vóór dag 1 en gedurende het onderzoek;
11. Heeft longfunctietests (PFT's) gehad binnen 90 dagen vóór dag 1 met een totale longcapaciteit >= 65% (voorspeld);
12. Heeft een ventilatie-perfusie (V/Q)-longscan, spiraal-/schroefvormige/elektronenbundel-CTscan of longangiogram vóór dag 1 gehad waarop geen tekenen te zien zijn van tromboembolische ziekte (d.w.z.dient normale of lage waarschijnlijkheid voor longembolie aan te geven). Als de V/Q-scan abnormaal was (d.w.z. andere resultaten dan normale of lage
waarschijnlijkheid), moet een bevestigende CT of selectieve longangiografie chronische
trombo-embolische pulmonale hypertensie uitsluiten;
13. Heeft een adequate nierfunctie, gedefinieerd als een geschatte glomerulusfiltratiesnelheid
(eGFR) >= 45 ml/min/1,73 m2 zoals gemeten door het centrale lab;
14. Bereidheid en mogelijkheid om op alle geplande afspraken te komen en het behandelplan, de laboratoriumtests en andere onderzoeksprocedures te ondergaan;
15. Bewijs van een persoonlijk ondertekend en gedateerd toestemmingsformulier waaruit blijkt dat de patiënt (of een wettelijke vertegenwoordiger) op de hoogte is gesteld van alle relevante
aspecten van het onderzoek voordat er verplichte procedures worden gestart bij de patiënt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelname aan andere medisch-wetenschappelijke klinische onderzoeken waarin experimentele producten worden getest of op een andere dan de goedgekeurde manier worden gebruikt of voor een niet-goedgekeurde indicatie binnen 30 dagen vóór dag 1;
2. Start van een oefenprogramma voor cardiopulmonale revalidatie binnen 90 dagen vóór dag 1 of
start gepland tijdens het onderzoek;
3. Gestopt met een chronische PAH-therapie binnen 60 dagen vóór dag 1;
4. Heeft een dosis prednison > 20 mg/dag (of gelijkwaardige dosis bij ander corticosteroïd) gehad binnen 30 dagen vóór dag 1;
5. Heeft intraveneuze (i.v) of subcutane (s.c.) prostacycline/prostacyclineanalogen gehad binnen
90 dagen vóór dag 1;
6. Heeft intraveneuze inotropen gekregen binnen 30 dagen vóór dag 1;
7. Heeft een ongecontroleerde systemische hypertensie zoals blijkt uit een systolische bloeddruk
(RR) in zit > 160 mmHg of diastolische RR in zit > 100 mmHg tijdens de screening na een
rustperiode;
8. Heeft een systolische RR < 90 mmHg tijdens de screening na een rustperiode;
9. Heeft een voorgeschiedenis van klinisch significante linkszijdige hartziekte en/of klinisch
significante hartziekte, met inbegrip van maar niet beperkt tot een van de volgende:
a. Aangeboren of verworven aandoening van de hartkleppen indien klinisch significant,
afgezien van tricuspidalisklepinsufficiëntie door pulmonale hypertensie;
b. Constrictieve pericarditis;
c. Restrictieve of congestieve cardiomyopathie;
d. Linkerventrikel-ejectiefractie < 40% conform echocardiogram (echo) binnen 90 dagen
vóór dag 1;
e. Symptomatisch coronair hartlijden binnen de laatste 3 jaar;
10. Acuut hartfalen (decompensatio cordis) binnen 30 dagen vóór dag 1, conform beoordeling door onderzoeker;
11. Heeft meer dan twee van de volgende klinische risicofactoren voor diastolische disfunctie van
linkerventrikel:
a. Leeftijd > 65 jaar;
b. BMI >= 30 kg/m2;
c. Voorgeschiedenis van systemische hypertensie;
d. Voorgeschiedenis van type 2-diabetes;
e. Voorgeschiedenis van atriumfibrilleren;
12. Voorgeschiedenis van atrioseptostomie binnen 180 dagen vóór dag 1;
13. Ongecontroleerd obstructief slaapapneu;
14. Heeft een voorgeschiedenis van portale hypertensie of chronische leveraandoening, met
inbegrip van hepatitis B en/of hepatitis C (met tekenen van een recente infectie en/of actieve
virusreplicatie), gedefinieerd als lichte tot ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pugh-klasse A-C);
15. Serumwaarde aminotransferase (ALAT of ASAT) > 1,5 x de bovengrens van de normaalwaarde (ULN) bij screening;
16. Hemoglobineconcentratie (Hb) < 10,5 g/dl bij screening;
17. Diagnose van Downsyndroom;
18. Voorgeschiedenis van maligniteit binnen 5 jaar vóór de screening, met uitzondering van
gelokaliseerd huid- of cervixcarcinoom;
19. Onbehandelde of ongecontroleerde actieve infectie met bacteriën, virussen of schimmels;
20. Bekend of vermoed actief misbruik van drugs of alcohol, naar het oordeel van de onderzoeker;
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-000196-24-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02657356 |
CCMO | NL57277.056.16 |