In de laatste tien jaar is er veel onderzoek gedaan om achterdocht te snappen, maar de uitkomsten van deze onderzoeken waren nog niet vertaald naar een behandeling, tot Freeman en zijn collega's (2011). Zij pakten piekeren aan, maar lieten zien…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten zijn de scores van de Green Paranoid Thought Scales
(GPTS) en Psychotic Symptoms Rating Scale - Delusions (PSYRATS-DRS) die beide
wanen meten, Ruminative Response Scale (RRS) dat rumineren meet en Penn State
Worry Questionnaire (PSWQ) dat piekeren meet.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn angst, gemeten door de Beck Anxiety Inventory
(BAI), en depressie, gemeten door de Beck Inventory of Depression - II (BDI2).
Daarnaast zal de haalbaarheid van de interventie geëvalueerd worden door
patiënten te interviewen aan het eind van de interventie. In dit In dit
interview kunnen de patiënten kwijt wat zij vonden van de behandeling. Ook
deelnemende therapeuten zullen worden geïnterviewd zodat zij hun mening kunnen
geven over de behandeling. Verder worden het aantal drop-outs en redenen voor
drop-out bijgehouden.
Achtergrond van het onderzoek
Onderzoek heeft aangetoond dat piekeren een belangrijke rol speelt bij het
genereren van achterdochtige gedachten. De neiging om te piekeren is een
voorspeller gebleken voor het voorkomen van achterdochtige gedachten, de
ernstigheid van piekeren voorspelt de persistentie van achterdocht en piekeren
maakt het hebben van achterdochtige gedachten meer stressvol. Foster en zijn
collega's (2010) hebben patiënten met achterdochtige gedachten random
toegewezen aan een interventie dat piekeren verminderd of aan een behandeling
zoals dat normaal gegeven wordt. Ze vonden dat het verminderen van de
hoeveelheid piekeren leidde tot een vermindering van achterdochtige gedachten.
Tevens werd in dit onderzoek gesuggereerd dat rumineren een significant kenmerk
kan zijn van een bepaalde cognitieve stijl die patiënten met achterdocht hebben.
Een onderzoek dat de associatie tussen achterdocht en rumineren onderzocht is
gedaan door Martinelli, Cavanagh en Dudley in 2013. Zij vonden dat rumineren
positief geassocieerd is met het behouden van achterdochtige gedachten. Ook
suggereerden zij dat rumineren gezien kon worden als een potentiële oorzaak
voor de persistentie van achterdochtige overtuigingen. Onder anderen gebaseerd
op deze onderzoeken, en het feit dat er weinig onderzoek tot nu toe gedaan is
naar de rol van rumineren bij achterdochtige gedachten, willen wij onderzoek
doen naar een nieuw soort interventie. Wij willen het effect van deze
behandeling, dat zowel rumineren als piekeren aanpakt, onderzoeken bij
patiënten met achterdochtige gedachten. De interventie die wij zullen gebruiken
heet Competitive Memory Training for Worry and Rumination, ookwel COMET-wr.
Doel van het onderzoek
In de laatste tien jaar is er veel onderzoek gedaan om achterdocht te snappen,
maar de uitkomsten van deze onderzoeken waren nog niet vertaald naar een
behandeling, tot Freeman en zijn collega's (2011). Zij pakten piekeren aan,
maar lieten zien dat rumineren eigenlijk ook aangepakt zou moeten worden in een
behandeling.
Patiënten met achterdochtige gedachten rumineren over hun eigen negatieve
interpersoonlijke ervaringen. Dit leidt tot het toenemen van gevoelens van
kwetsbaarheid. Door deze toeneming ontwikkelen patiënten een bepaalde
cognitieve aandachtsfout naar negatieve ervaringen. Dit leidt tot meer
bewustwording van negatieve informatie. Op zijn beurt zorgt deze bewustwording
ervoor dat patiënten voelen dat zij, onterecht, het slachtoffer zijn, wat leidt
tot het hebben van meer angst. Het toegenomen gevoel van angst zorgt ervoor dat
paranoïde overtuigingen versterkt worden. Dit is een vicieuze cirkel dat
doorbroken kan worden door gebruik te maken van adaptieve copingstrategieën.
Dat is wat de COMET-wr doet. Het doel van dit onderzoek is om te kijken of de
COMET-wr effectief is in het verminderen van piekeren en rumineren en daarmee
in het verminderen van achterdocht bij patiënten met achterdochtige gedachten.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is een pilot-onderzoek met een ABA-design, zoals dit gebruikt
wordt in het onderzoek van Hepworth en collega's (2011). Patiënten zullen voor
dit onderzoek drie keer gemeten worden: voor de interventie, na de interventie
en een maand later. De COMET-wr zal gebruikt worden bovenop de behandeling die
patiënten al krijgen. Er is geen controlegroep en dus ook geen sprake van
randomisatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Oorspronkelijk is de COMET interventie een behandeling voor rumineren en piekeren bij depressieve patiënten, ontwikkeld door Ekkers en collega's (2011). Het COMET-wr protocol omvat zes stappen of fasen: (1) verbeteren van motivatie, (2) behandeling rationale, (3) bewustwording van de achterdocht, (4) identificeren van eerdere successen in het loslaten van dingen, (5) versterken van de successen door gebruik te maken van verbeelding en (6) het toepassen in het echte leven. Tijdens stap twee leert men los te laten. Dit kan op twee manieren worden gedaan, namelijk door a) acceptatie of b) door onverschilligheid. Een of beide strategieën worden geoefend. De COMET interventie neemt 7 sessies in beslag, elk van 45 minuten, waarbij het huiswerk niet is meegerekend.
Inschatting van belasting en risico
Bij dit onderzoek is geen sprake van risico's.
De belasting voor de patiënten zal naar schatting 550 minuten zijn. Dit is
inclusief de sessies en de meetmomenten, maar exclusief de huiswerktaken. Per
persoon is verschillend hoe lang zij over de huiswerktaken zullen doen en de
huiswerktaken zijn per week erg gevarieerd, waardoor een schatting zeer lastig
is om te maken. Wij verwachten dat zij ongeveer 15 minuten per dag bezig zullen
zijn met bepaalde oefeningen die vallen onder huiswerk.
Algemeen / deelnemers
Leggelostraat 85
Den Haag 2541 HR
NL
Wetenschappers
Leggelostraat 85
Den Haag 2541 HR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd boven de 18 met als primaire diagnose schizofrenie, schizoaffectief of waanstoornis, allen met ervaringen van achterdocht, een score van 50 of meer op de GPTS en een vraag op de PANSS over achterdocht moet een score hebben tussen de 4 en de 8.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De Nederlandse taal onvoldoende beheersen, cognitieve beperkt zijn, wat wordt gemeten met de MMSE (dit wordt slechts gemeten bij patiënten van 55 jaar en ouder), als er sprake is van acuut suïcidaal gedrag, deelname aan cognitieve gedragstherapie dat niet als standaard behandeling wordt gegeven en als er sprake is van een comorbide diagnose van drugs- en/of alcoholmisbruik dat primair behandeld moet worden
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL49626.058.14 |