Het doel van dit onderzoek in om te bepalen hoe de darm en het lichaam het aminozuur aspartaat gebruiken. Met deze kennis is het in de toekomst mogelijk om voeding voor premature neonaten te ontwikkelen die beter aansluit bij hun behoeften.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Malabsorptieaandoeningen
- Voedselintolerantiesyndromen
- Problemen bij pasgeborenen en rond de geboorte
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verrijking in plasma en uitademingslucht van intraveneus en intragastrisch
toegediend aspartaat. Voor dit doel worden 2 verschillende stabiele isotopen
van aspartaat gebruikt.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Premature kinderen (zwangerschapsduur <37 weken) worden over het algemeen de
eerste dagen tot weken parenteraal gevoed. Enterale voeding wordt, afhankelijk
van oa de conditie van het kind, na enkele dagen gestart en langzaam opgehoogd.
Dit omdat bij te vroeg geboren kinderen het maagdarmkanaal niet voldoende is
uitgerijpt. Voedingsstoffen worden hierdoor niet optimaal verteerd en dit geeft
een verhoogde kans op het ontstaan van Necrotiserende Enterocolitis (NEC). NEC
is een inflammatoire darm aandoening met een hoge morbiditeit/mortaliteit die
bij prematuren regelmatig voorkomt.
Bij deze kinderen wil men echter wel een groei bewerkstelligen die overeenkomt
met de groei die intra-uterien zou plaatsvinden (14-20 gr/kg per dag). De darm
speelt een belangrijke rol bij die groei want alleen een goed functionerende
darm kan genoeg voedingsstoffen opnemen die nodig zijn voor deze groei. Het is
bekend dat de milt, maag, darmen en pancreas tesamen, hoewel slechts 5% van het
lichaamsgewicht, ongeveer voor 35% van het energieverbruik zorgen. Van welke
substraten hiervoor gebruikt worden is echter weinig bekend.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek in om te bepalen hoe de darm en het lichaam het
aminozuur aspartaat gebruiken. Met deze kennis is het in de toekomst mogelijk
om voeding voor premature neonaten te ontwikkelen die beter aansluit bij hun
behoeften.
Onderzoeksopzet
Vanaf 8 uur voor de start van het onderzoek krijgen kinderen die gevoed worden
met moedermelk kunstvoeding. Deze kunstvoeding is de voeding die standaard
gegeven wordt op de NICU (Nenatal). Kinderen die reeds kunstvoeding kregen
behouden dit voedingsregime. Op de 1e studiedag krijgen de kinderen gedurende
15 uur kunstvoeding i.p.v. eventuele bortvoeding (8 uur voor start van de
studie en 7 uur gedurende de studie) en op de 2e studiedag gedurende 13 uur (8
uur voor start van de studie en 5 uur gedurende de studie)
Bij de start van het onderzoek wordt er 2 uur lang [13C]natriumbicarbonaat
(Nabic) IV gegeven. Hiermee wordt de CO2 productie van het gehele lichaam
bepaald. Hierna wordt er 5 uur lang [U-13C]aspartaat en [2,3,3-D3]aspartaat
geïnfundeerd: een isotoop wordt IV gegeven, het andere isotoop wordt IG
gegeven. Op studiedag 2 wordt er opnieuw gelabeld aspartaat gegeven maar wordt
de toedieningsweg omgedraaid. Hierdoor zijn we instaat de first-pass opname van
aspartaat in de darm te meten. Bovendien is het dan mogelijk het verschil in
oxidatie van aspartaat in het lichaam en darm te meten.
Bloedsamples:
Een sample voor de start van de aspartaat infusie (doel: meten van baseline
enrichment).
Een sample na 4,5 uur aspartaat infusie en een sample aan het eind van de
aspartaat infusie (na 5 uur)
Ademlucht monsters:
Ademlucht zal om het half uur worden afgenomen. Het laatste uur van de Nabic en
aspartaat infusie echter om de 15 min.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na overleg tussen de METC Rotterdam en de CCMO is besloten dat dit onderzoek als niet therapeutisch interventieonderzoek getoetst dient te worden door de CCMO. Volgens de METC valt dit onderzoek onder interventieonderzoek omdat tijdens de studie de neonaat gedurende 2 dagen (totaal 28 uur) geen borstvoeding krijgt maar kunstvoeding. Het gelabelde aminozuur is geen substantie wat een bepaalde reactie in het lichaam teweegbrengt voor research doeleinden. Het is een standaard onderdeel van de voeding, behalve dat in dit geval het verrijkt is met een stabiel isotoop 13C wat de totale verrijking van de de koolstofatomen in het lichaam met 0,001% verhoogd. Het gelabelde aminozuur is ook niet het doel van het onderzoek, het is het methobolisme van de voedingsbestanddelen die het doel van het onderzoek is.
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Op elk van de 2 onderzoeksdagen wordt 3 keer 200 uL bloed afgenomen. De eerste
keer wordt dit gecombineerd met de dagelijkse routinematige bloedafname. Er
wordt GEEN arterieele lijn ingebracht voor het onderzoek, het bloed wordt via
de hielprik afgenomen. In totaal wordt er 1.2 mL bloed afgenomen, in een kind
van 1000 gram is dit minder dan 2% van het bloedvolume.
Tijdens een onderzoeksdag wordt in totaal 18 keer ademlucht afgenomen via een
slangetje dat 1,5 cm in een neusgat zit. Hier merkt het kind niks van.
Risico's:
Het gebruik van stabiele isotopen bij deze populatie en dit type onderzoek
levert geen enkel risico op.
Algemeen / deelnemers
Postbus 2060
3000 CB Rotterdam
Nederland
Wetenschappers
Postbus 2060
3000 CB Rotterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Geboorte gewicht 750-1500 gram, opgenomen op de NICU, tenminste 1 dag volledig enterale voeding, klinisch stabiel. Er dient een intraveneuze catheter aanwezig te zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen intraveneuze catheter, metabole/congenitale aandoeningen, afwijkende lever/nier functie, klinisch instabiel, aanwezigheid van sepis of NEC, CPAP of infantflow
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL13680.000.06 |